Wat is er mis met bevindelijke prediking?
Heeft de bevindelijke prediking een probleem? Het antwoord is klip en klaar, volgens Hendrik Jan van der Heiden: ja, helaas wel. Hoe groot is dat probleem? Heel serieus en ernstig! Wat is er aan de hand? Het bevindelijke volksdeel van het kerkvolk wordt de ruimte van de Heere Jezus onthouden.
Bevindelijke prediking neemt de ervaringen en kenmerken van Gods kinderen als het uitgangspunt. De bijbelteksten staan in dienst om de bevindingen naar het hart van Gods volk te verklaren. Wie dat model handhaaft ontkomt er niet aan om bijbelteksten die dit bevindelijke model niet kunnen verklaren, over te slaan. Hierdoor onstaat er een smalle bijbel.
Het hele punt is dat in vele bevindelijke preken in behoudende refokerken de schuldbeleving vooraf gaat aan de schuldvergeving. Dat lijkt heel wat. Maar is het wel zo? Zo beschrijven bevindelijke predikanten wat er allemaal moet gebeuren voordat je tot het geloof komt. Deze predikanten denken heel precies te weten hoe de Heilige Geest werkt. Mensen stellen dan de vraag: hoe schuldig moet ik dan zijn om tot Christus te gaan? Overigens moet de prediking niet bevindelijk zijn, maar Woord-gericht, evangelisch in de ware zin van het Woord.
Er is objectieve en subjectieve schuld. Objectieve schuld, is die schuld, waarin iedereen voor God staat. Dus, of je buiten de kerk of binnen de kerk bent, iedereen heeft schuld. Subjectieve schuld is de schuld die je persoonlijk ervaart of voelt, tegenover God in het geweten. Maar wanneer voldoet jouw schuld nu zo, dat Christus daadwerkelijk vergeving geeft? Daar zit een hardnekkig misverstand. Men is eerst op zoek naar schuld, zondebeleving, droefheid naar God, en dan pas naar Christus. Men preekt over de straf van God in Zijn rechtvaardig oordeel. In veel bevindelijke preken wordt het op een manier gepreekt, dat de grondhouding een afwachtend karakter heeft: God komt pas met Zijn genade, als ik mijn schuld diep voel. Maar hoe diep is de schuld dan?
De bevindelijke predikanten sturen aan op de reflexieve daad niet van het geloof, maar van het gevoel van het geloof; ik geloof, dus ik weet dat ik een kind van God ben. Je moet dus eerst weten dat je een verkoren kind van God bent, en dan pas wordt je geloof geactiveerd. De schuld moet wel zo diep gaan, dat God dan pas Zijn genade gaat aanbieden.
Is dat waar? Nee, op deze manier wordt Gods werk afhankelijk van onze schuld, terwijl God alle schuld al op Zich genomen heeft. Zo komt er een voorwaardelijk en on-Bijbels element, dat het vrije aanbod van het Evangelie verduistert, en wel op zo’n manier dat er een fundamentele verwarring is ontstaan, in het innerlijke geweten van mensen. Pas na beleving van een diepe schuld wordt Christus pas waar met Zijn genade, en dan pas biedt Christus Zich aan. De uitleg is dan, dat de Heilige Geest per se in deze volgorde alle kinderen van God zo onderwijst. Daarbij wordt er gezegd dat de schuldverslagen mens altijd met een rechtvaardig God te maken krijgt.
Dat is niet waar. Nee, Gods liefde en barmhartigheid is – in Christus – ontsloten voor ons! Uit angst voor zelfbedrog en het zelf aannemen van de Heere Jezus, durven vele mensen het geloof niet toe te eigenen. Je zou kunnen zeggen dat het gaat om een diep psychologische bewustwording in de ziel. Helaas werkt dat juist in de praktijk ongeloof. Men voelt niks, dus zal het ware zaligmakende geloof zal wel niet voor mij zijn. Zo komt men tot de gedachte dat ik me niet kan bekeren, ik dat eigenlijk wel wil, maar God wil dat niet en God hoort mij niet.
Overigens is een bevindelijk predikant niet geroepen om te vertellen dat je een diep schuldig mens bent, maar hij is geroepen om het Woord van God te bestuderen (niet kliederen met teksten om de toeleidende weg pasklaar te maken) en is een dienaar van Christus, om de goede en blijde boodschap te brengen: God wil jou hebben. God wil jou redden. God wil met jou een relatie aan gaan.
De bijbel is heel helder. Geloof het Evangelie en je zult zalig worden. Wendt je naar Christus toe, en je wordt behouden. Het ware geloof begint niet met een rechtvaardig God, maar met de liefde van Christus, een barmhartig God. God de Vader was rechtvaardig tot God de Zoon. En de Zoon betaalde aan Zijn Vader, en via de Vader aan ons. Dus wanneer je gelooft, ben je gered, vrijgesproken van schuld en straf en je gaat daadwerkelijk geloven dat al je zonden vergeven zijn. Christus is gekomen in het Evangelie. Christus’ Heilswerk ligt in de objectieve heilsfeiten. De heilsfeiten van Jezus zijn al gebeurd. Jezus Christus heeft Zijn werk gedaan. Christus is al gekomen met zijn Aanbieding. Deze aanbieding van Christus in het heerlijke Evangelie is voluit gemeend. Je mag daarom met vrijmoedigheid gaan tot de troon van de genade, om Christus aan te nemen. Kijk naar het Kruis, zoals het volk Israël onder Mozes naar de Koperen Slang keken.
Christus heeft alles aan het Kruis voldaan. Daar hoeft dus iets van ons niets meer bij. Dan kan ook helemaal niet. Alle schuld is verzoend. Christus heeft Zichzelf aangeboden in de komst van Jezus, Zijn Zoon. Hij is Redder van de wereld. Mijn schuld kan niet meer het offer van Christus overdoen. Dat hoeft juist niet. Mijn gevoel van zondigheid moet ik niet voelen, maar ik moet geloven dat ik met schuld en zondigheid naar Christus mag gaan. Hoe weet ik dat de Heere begint in mijn leven? Dat weet je als je jouw zondaarshand in de hand van de Belofte van het Evangelie, dus in de hand van Christus legt. Dat weet je wanneer je gaat geloven in Christus.
Anders geformuleerd. Waar de leer van de wedergeboorte wordt verzelfstandigd en niet meer gesproken wordt over het aannemen van het geloof met de aanbieding van Christus, worden mensen in het donker gehouden, omdat bijna niemand van zichzelf geloofd dat ze wedergeboren zijn. Mensen gaan zoeken naar gronden in zichzelf, om God te behagen. En ze komen erachter dat ze God niet kunnen behagen. De focus is te veel naar binnen. Het zelfonderzoek is wel zo diep, dat er geen vrijmoedigheid meer is om te vluchten naar Christus met een lege hand. Moede kom ik arm en naakt, tot de God die zalig maakt.
De focus moet gericht zijn op wat Christus gedaan heeft. De grond ligt in Christus, en niet in het menselijk subject. Eigen zondigheid ervaren, en Christus laten staan, en toch Christus niet geloven, is on-Bijbels, maakt je arm, en je blijft in het donker.
Te veel bevindelijke mensen zijn in vertwijfeling of God in Christus het wel echt met hun meent. Of de genade wel echt voor hen beschikbaar is. Wat zit daar tussen? Woorden als ‘eeuwigheid en verkiezing.’ Het accent op de soevereiniteit is wel zo groot dat er gezegd wordt dat je als mens in je onmogelijkheid gebracht moet worden. Hoe is het dan wel? Nou, God geeft ons de mogelijkheid van zalig worden, in het Evangelie. God maakt alle dingen nieuw.
Zo zijn er veel bevindelijke preken in de biblebelt, die niet Christus en al Zijn weldaden centraal stelt, maar de bevindelijke mens met zijn ervaringen. Zo worden veel Bijbelteksten vergeestelijkt, en deze teksten staan in dienst om voor een schuldverslagen zondaar juist de schuld te vergroten, zodat daarna Christus nog geopenbaard kan worden aan de ziel. In vele bevindelijke preken wordt Christus op afstand gehouden en vandaar dat mensen moeite hebben om over het geloof te praten. Zolang men niet goed weet of je wedergeboren bent, kan je het geloof ook niet goed doorgeven, laat staan evangeliseren. Daarom komt het christelijke geloof op een uitwendige manier tot uiting, namelijk alleen maar netjes leven. Dat is dus eigenlijk wettisch christendom.
Ook wordt de belofte van het evangelie en het genadeverbond niet op een open manier aan de gemeente voorgehouden. Aan de kinderen is nauwelijks een woord. Zo komt de kern van het Evangelie wel heel ver af te staan bij de praktijk van het dagelijkse leven. Het accent ligt op de wedergeboorte en het leven van Gods volk. Vele teksten uit de Bijbel worden overgeslagen, omdat de leer van de wedergeboorte niet verklaard kan worden. Bij het vergeestelijken van Bijbelteksten gaat de werkelijke betekenis van de tekst verloren, en wordt de Bijbelse kracht en troost ervan gemist. Zo krijg je een smalle Bijbel, en kan het geloof niet tot groei, bloei, vrijheid en vrede komen. Mensen worden de daadwerkelijke troost onthouden! Het is eigenlijk een vorm van een halve waarheid in een hypercalvinistische jas. Deze bevindelijke prediking stelt het ongeloof niet schuldig, en wordt niet ontmaskerd. Zo kan je jaren lang onbekeerd blijven. Het beschrijvende element over de gang van Gods kinderen is niet tot echte troost, omdat het niet vanuit de vreugde en heerlijkheid van Christus komt.
Dat model van eerst gevoel van schuld, zonden, en dan wachten tot God met Zijn genade komt, heeft een dwingend karakter. In de praktijk zie je dat mensen wel bekeerd willen worden, maar niet kunnen. Maar dan zegt met in de preek dat een mens ook niet bekeerd wil worden. Zo krijgt de lijdelijkheid een grote plaats in de christelijke levenspraktijk. Dan ben je maar voor de helft christen. Zo wordt het Evangelie verduisterd, omdat Christus alleen wordt aangeboden aan de verkoren kerk en niet aan heel de gemeente. De Bijbel zegt dat ongeloof de grootste zonde is, en in de bevindelijke kerken heeft ongeloof een legitieme plaats gekregen. Levensgevaarlijk!
De universele beloften van het heil worden ook ingeperkt en niet vanuit het Genadeverbond bediend. De doop is dan ook geen pleitgrond meer voor het gedoopte kind zelf, tot troost van de ouders, maar staat geheel in het teken van de verkiezing van de uitverkorenen. Als Christus nu niet geheel wordt aangeboden in de beloften van het Evangelie? Wat is het gevolg? Onzekerheid over het heil. Waarom is dat erg? Omdat het heil van Christus, die tot een ieder komt, en een ieder die het aanneemt, zeer zeker is! Dat is de Bijbelse lijn. Waar dit spoor wordt verlaten, ontken je het Evangelie, en functioneert de ontdekking van de Reformatie niet meer. Je krijgt dan een halfslachtig, supralapsarisch heilsordelijk systeem, waarin de ware vrijheid, dat is de werkelijke betekenis van het christelijke geloof van alle eeuwen en plaatsen, ontnomen wordt. Het zet mensen in het donker, op vragen van jongeren wordt niet goed in gegaan. Er zijn ook jongeren die afhaken.
In de bevindelijke flanken van de gereformeerde gezindte wordt het Evangelie van zijn reddende kracht beroofd. Vele Bijbelteksten spreken niet meer. Het moge duidelijk zijn dat ik geen kritiek heb op de mensen zelf, maar op de ideeën over Christus en Zijn werk. We kunnen het Heilswerk niet samenpersen in een systeem. Want God is helemaal vrij hoe Hij zijn genade in ons werkt. We moeten niet bevindelijk zijn, maar Woord-gericht zijn.
Wat is het christelijke geloof wel? Christus is gestorven voor onze zonden (1 Korinthe 15 vers 3 en 4). Wanneer je met een vinger naar je gedoopte voorhoofd wijst, en met de andere vinger naar een belofte uit de Bijbel wijst, en bidt om geloof, dan ben je gered. Wie gelooft is rechvaardig en vrijgesproken. Heel de christelijke gemeente wordt aangesproken vanuit Christus en Zijn Genadeverbond. Wij worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade, voor de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in Zijn bloed (Romeinen 3 vers 24-25). Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden (1 Joh. 2 vers 1-2). Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden (1 Joh. 4 vers 10).
Verheug je door het geloof in de overwinning in Christus Jezus. Rust op de beloften. Omdat Christus wordt aangeboden, is elke belofte van jou, als je er slechts op neer wil leggen in vertrouwend geloof. Charles Spurgeon zegt: ‘Kom vermoeide, gebruik de woorden van de Heere als je hoofdkussen. Lig er in vrede op. Droom alleen van Hem. Jezus is je ladder van licht. Kijk, de engelen komen tussen je ziel en God. Wees ervan verzekerd dat God je de belofte geeft en dat het geen diefstal is, als je die tot je neemt, alsof ze speciaal voor jou bedoeld is.
Hendrik Jan van der Heiden is pianist en blogger. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee