Een risicovol onderzoek: leven scheppen uit dode materie
Prof. dr. Cees Dekker, hoogleraar Nanobiologie aan de TU Delft, ontvangt 40 miljoen euro voor onderzoek naar het ontstaan van leven. Met zijn team wil hij proberen om uit levenloze moleculen een levende cel te bouwen. Als christen ziet hij dit als een eigentijdse invulling van Gods cultuuropdracht aan de mens.
Leven scheppen uit dode materie klinkt ambitieus en is dat ook. Laten we wel wezen: nobelprijswaardig. Tot dusverre is immers geen enkel waarneembaar voorbeeld gevonden van leven dat ontstaat uit dode materie, hoewel het volgens evolutiebiologen ooit moet zijn gebeurd. Als zo’n eigentijds, liefst herhaalbaar voorbeeld er wel zou zijn – stel dat we hebben ontdekt dat zich in poelen met moleculen x, y en z levende cellen of protocellen vormen –, dan wisten we alweer een hoop meer over de ontwikkeling van leven op aarde. Maar alles wat we tot dusverre aan leven creëren, denk aan klonen, chimaeren, hybriden etc. (de laatste twee zijn vormen van mens-diercombinaties; red.), verdient die naam eigenlijk niet, omdat we steevast gebruik maken van reeds bestaand leven.
Evolutie
Ik begin met het scenario dat het experiment teleurstelt. Goed onderzoek houdt overigens altijd rekening met de mogelijkheid dat je hypothese niet wordt bewezen; ook dát is een resultaat van onderzoek. Maar stel dat wat men ook probeert en hoe perfect men de omstandigheden ensceneert, er 40 miljoen euro later nog steeds geen begin van leven is ontstaan.
Critici – en mogelijk ook Cees Dekker zelf – zullen waarschijnlijk verzoeken om meer tijd en middelen. Dekker zelf houdt in elk geval rekening met de mogelijkheid dat het ooit gaat lukken, maar daarvoor moet je wel overtuigd zijn dat je aan het zoeken bent naar een soort natuurwet. Wonderen kun je immers niet onderzoeken: die berusten per keer op een vrije beslissing van God om in te grijpen in de natuurlijke gang van zaken. Dekker acht het ‘niet waarschijnlijk’ dat de overgang van dode materie naar leven het gevolg is van zo’n wonder.
Dus wat als het experiment niet lukt? Dat zou een goede reden zijn om aan te nemen dat materie niet ‘uit eigen kracht’ leven kan opleveren en dat voor de overgang van dood naar leven een (nieuwe) interventie van buiten de materie vereist is. Zo’n interventie tijdens de evolutie lijkt mij als gelovige – ik besef dat er lezers van dit blad zijn die dit anders zouden verwoorden – geen enkel probleem. Het geloof dat God ooit uit niets iets maakte, is immers net zo’n wonder. Welnu, is zo’n latere stap van dode materie naar leven misschien niet net zo’n ‘schepping uit het niets’ geweest? Dat zou niet nieuw zijn: wie geloven in het bestaan van een onsterfelijke menselijke ziel, gaan in het algemeen ook uit van zo’n bijzondere scheppingsdaad tijdens de evolutie.
Apenrots
Dan scenario twee: wat als het Dekker en zijn team (of hun opvolgers) wel lukt om leven te scheppen uit dode materie? Ook met dat resultaat kun je twee kanten op: die van de verwondering en bescheidenheid, of die van de hybris (hoogmoed) of trots.
De materialist zal zich bevestigd zien in de aanname dat alles wat wij waardevol noemen (ziel, kunst, liefde, cultuur en noem maar op), uiteindelijk niets anders is
dan een staaltje complexe chemische processen. Waar het christendom zegt dat het geestelijke voorafgaat aan het materiële (‘In den beginne was het Woord’), gaat het materialisme ervan uit dat het geestelijke een onverklaarbaar groeisel boven op de materie is.
Als dat laatste klopt en er vóór de big bang geen God bestond, dan maakt dat onszelf automatisch tot de goden van het universum zijn. Staand op de top van de apenrots van de evolutie maken wij ons op om het universum te domesticeren. C. S. Lewis zegt in The Abolition of Man (De afschaffing van de mens) dat de mens eerst de natuur gaat beheersen, daarna het mensdom en ten slotte (hoe kan het anders) God; om er vervolgens aan toe te voegen dat de mens met die aspiraties uiteindelijk zichzelf te gronde richt.
Dit artikel gratis verder lezen? Schrijf u via de website van De Waarheidsvriend in voor de nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel. Dr. Theo Boer is hoogleraar Ethiek van de gezondheidszorg aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Praatmee