Coalitieakkoord: We mogen ons in ons landje niet terugtrekken achter de dijken
Hoop! Een prachtig woord, een fundament, een anker; het tegenovergestelde van angst. ‘Hoop is licht dat vanuit de toekomst op het heden valt,’ schrijft de priester Tomáš Halík. Het maakt dus veel uit welke toekomst je voor ogen hebt. Daar moest ik aan denken bij dit coalitieakkoord
‘Hoop, lef en trots’, zo luidt de titel van het nieuwe coalitieakkoord. Hoop en lef. Dat zijn mooie, grote woorden die een belofte met zich meebrengen, en dus ook woorden die een grote verantwoordelijkheid scheppen. Veel mensen hebben de hoop dat dit nieuwe kabinet een antwoord zal zijn op hun wanhoop: boeren, de slachtoffers van de toeslagenaffaire, mensen met een veel te smalle beurs, woningzoekenden. Dat is mooi!
Dan lef, ofwel moed. Politiek is niet voor bange mensen. En regeren leidt onherroepelijk tot kritiek. Toch nemen vier partijen verantwoordelijkheid voor het landsbestuur. Ik ben blij dat ons land weer een missionair meerderheidskabinet krijgt. Besturen betekent dat je voor complexe dilemma's en ingewikkelde afwegingen komt te staan. Het vraagt de moed om eerlijk te zijn over wat wel en niet kan. Want sommige plannen lijken wel een droomvlucht. Zoals de unanieme instemming van alle Europese lidstaten op een aantal dossiers. Is het dan moedig om nu met veel bombarie een nieuwe koers aan te kondigen, terwijl je eigenlijk wel weet dat anderen je die ruimte niet zullen gunnen? En heb je dan uiteindelijk de moed om zelf voor eventuele mislukkingen te gaan staan, en niet instituten als de rechterlijke macht of de Europese Unie de schuld te geven?
Trots. Dat woord is voor mensen van de ChristenUnie wat ingewikkelder. Want trots is in de christelijke traditie een hoofdzonde. Maar alleen als het een neerkijken op anderen wordt. Nu proef ik bij de coalitiepartijen vooral dat ze trots zijn op Nederland in de betekenis van fier. Terecht! Maar het mag niet zo zijn dat we ons in ons landje terugtrekken achter de dijken, alsof de wereld daarbuiten – denk aan de oorlog in Oekraïne, honger en armoede wereldwijd, noodzakelijke samenwerking in Brussel voor vrede en welvaart – niet bestaat.
Ander leiderschap
De verkiezingsuitslag maakte duidelijk dat dit land toe is aan ander leiderschap. Geen technocratische oplossingen zonder duidelijk verhaal waarom we bepaald beleid voeren. Dat is de afgelopen jaren onvoldoende gelukt. Maar ook deze coalitie staat op een andere manier voor dezelfde uitdaging. Want écht samen aan de slag gaan vraagt leiderschap met visie.
De ChristenUnie zal bij nieuwe plannen – of die nu van links of rechts komen – kijken: brengt dit ons land tot bloei? Helpt het mensen met de meest kwetsbare positie vooruit? Word er recht gedaan? Want als je hoop biedt, moet dat geen valse hoop worden.
De afgelopen jaren was het voor de ChristenUnie op sommige dossiers keihard werken om dingen tegen te houden. Zoals op medische ethiek. Dat dossier komt met deze coalitie nu in rustiger vaarwater. Dat is goed nieuws. Op andere fronten, zoals armoedebestrijding, zie ik dat onze inzet overeind blijft, maar de ambitie is vertrokken. En uit de doorrekening van het CPB blijkt zelfs dat de ambitie om armoede niet te laten toenemen, niet waargemaakt wordt. De armoede stijgt onder het nieuwe kabinet. Uit de doorrekening van het CPB blijkt zelfs dat de ambitie om armoede niet te laten toenemen, nog niet slaagt. De armoede stijgt door plannen van de nieuwe coalitie, met name onder kinderen. De inkt is nog niet droog, maar dit vraagt echt om een aanpassing vóór Prinsjesdag.
Als ik met deze constructief-kritische blik naar dit akkoord krijgt, dan zie ik ondanks goede voornemens, vooral ook veel grote beloftes. En de vraag die zich opdringt is toch vooral: 'Hoe dan?'
Ik zie de nood van de gedupeerden in Groningen of wanhoop van omwonenden in Ter Apel. Maar gaat het schrappen van de spreidingswet er niet voor zorgen dat de crisis in Ter Apel veel groter wordt en er veel meer asielzoekerscentra nodig zijn dan nu? Wat gebeurt er met het rapport Van Geel voor een rechtvaardiger schadeherstel in Groningen? Die vragen blijven met dit akkoord onbeantwoord. Dit moet niet het kabinet worden van goede woorden voor het Noorden, maar vervolgens geen daden voor het Noorden.
Omzien naar elkaar
Dit akkoord roept vooral de vraag op welke samenlevingsvisie deze vier partijen hebben. Klaarstaan voor de ander is er niet meer bij. Het belang van mantelzorg en vrijwilligerswerk, cruciaal gezien de vergrijzing maar ook voor een cohesieve samenleving, blijft onbenoemd. De maatschappelijke diensttijd, waar jongeren leren om met elkaar de schouders eronder te zetten, wordt geschrapt. De giftenaftrek wordt beperkt. Ontwikkelingssamenwerking wordt zwaar gekortwiekt.
Kortom: dit akkoord kan nog wel wat samenlevingsvisie of uitwerking op deze punten gebruiken. Er valt veel meer te zeggen. Gelukkig weten we dat onze hoop niet komt van deze coalitie of van de ChristenUnie. Ik herhaal de woorden van Halik: ‘Hoop is licht dat vanuit de toekomst op het heden valt.’ Zo zien wij de opdracht van de christelijk-sociale politiek: we plaatsen onze samenleving, de economie en de schepping in het licht van het hoopvolle toekomstperspectief van de vrede en het recht van Gods Koninkrijk. Ik hoop dat het kabinet aan de slag gaat met de problemen in het land, het goede zoekt en recht doet. Ik wens de partijen daar Gods zegen bij.
Mirjam Bikker is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer
Praatmee