Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Van tevoren waarschuwde ze al in een appje. “Als je niet gelooft dat het bestaat, wil ik niet met je spreken.” Het overkwam haar – net als andere slachtoffers van ritueel seksueel misbruik – al te vaak. Dat ze niet geloofd werd. Dat wil Mara niet weer. Te pijnlijk. Het kost haar moeite, laat ze weten om haar verhaal te vertellen.
Ze heeft een dissociatieve stoornis (DIS). Dat wil zeggen dat ze daardoor moeite heeft bij bepaalde herinneringen te komen. Toch vertelt ze – af en toe met een hapering en diep geëmotioneerd - haar verhaal: een gruwelijk relaas van een vrouw die vanaf 0 jaar misbruikt en ritueel werd opgeleid tot seksslavin door haar eigen moeder. “Nooit noemde ze me bij mijn naam. Ik was hét, niks, niemand, niet eens een kind. Een hoofdknikje, een blik, een knip met de vingers, meer dan dat gunde ze me niet.”
Het was haar redding dat haar moeder uiteindelijk overleed. Mara vertelt: "Zij heeft me vanaf mijn geboorte opgeleid. Dat begon door fysieke voorbereiding met kaarsjes, stokjes, met balletjes eraan. Zo maakte ze me vanaf beneden steeds meer open. Ook deed ze me pijn, terwijl ze me stil hield. Toen ik later in de groep zelf baby’s gedwongen werd voor te bereiden, liet mijn moeder me vol trots en venijn in de ogen zien hoe zij dat deed bij mij. Ze was zo trots dat mijn vader nooit wat heeft gemerkt toen hij nog in huis was, want ze hield me stil met een steentje in een doekje.” Het is nog maar het topje van de ijsberg.