Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Als je eenmaal voedsel, kleding en onderdak hebt (vgl. 1 Tim. 6:8), is van al onze aardse goederen ‘vrijheid’ een van de allerbelangrijkste zegeningen en voorrechten. (Ik heb het hier niet zozeer over onze specifiek geestelijke vrijheid in Christus; zie o.a. Joh. 8:32,36; Rom. 6:18; 8:2; 2 Kor. 3:17; Gal. 3:13; 4:5.) Die aardse vrijheid is vooral: de vrijheid van meningsuiting, inclusief de vrijheid van godsdienst. Maar, net als al onze andere ‘rechten van de mens’ (eigenlijk een nogal wereldse uitdrukking), is deze vrijheid ‘genormeerd’. Dat wil zeggen: ze staat onder de geboden van God. Zogenaamde ‘vrijheid’ die ingaat tegen de geboden van God, is zonde, net als alle andere ongehoorzaamheid aan Gods geboden.