Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Van het lezen van de krant word ik niet vrolijker. Van het lezen van de Bijbel soms ook niet. Misschien komt dat wel omdat de wereld van nu en die uit oude bijbelse tijden zomaar op elkaar lijken. Neem het boek Rechters/Richteren. Als in één bijbelboek de mislukking van de menselijke samenleving wordt verwoord, dan is het wel daar.
Het volk kan niet zonder een leider, een richter. Die wijst de weg. Zo’n richter werkt verbindend, maar het kan ook helemaal misgaan. Het begint allemaal goed: Otniël richt Israël en gooit de vijand de deur uit. Of beter: God gooit de vijand eruit en Otniël mag meedoen. Dat wordt bij de volgende leider al anders. Ehud krijgt te maken met vijanden uit Moab. Hun baas heet Eglon. Dat betekent ‘stiertje’. Hij is dan ook moddervet. Ehud weet een wapen door de controle te krijgen en steekt onder de smoes dat hij een boodschap van God heeft, het zwaard in Eglons buik. ’t Is nog al tricky. Het vet sluit zich om het lemmet en het zwaard komt zijn achterste uit (die vertaling laat het Hebreeuws echt toe). Het is een vorm van geweld waarom gelachen wordt: Ha, ha, die dikke Eglon!