Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Vorige week schreef ik over het eerste hoofdstuk van het boek Ruth, en inmiddels heb ik al weer veel meer bijgeleerd over dat hoofdstuk door de column die de dominee er deze week over geschreven heeft. Hij schreef onder andere over de betekenissen van de namen van de personen uit het verhaal en de geschiedenis van Moab en Israël. Ik was benieuwd naar hoe het met Ruth en Naomi verder zou gaan in Bethlehem.
In het tweede hoofdstuk komt al in het eerste vers een nieuw karakter naar voren: Boaz. Hij is een familielid van de overleden Elimelech, al staat er niet bij hoe precies, en is een vermogend landbezitter. Ruth, die niet stil wil zitten, gaat naar de akkers toe om aren te rapen en komt per toeval op de akker van Boaz terecht. Hij ziet haar en hoort van één van zijn knechten dat ze met Naomi uit Moab is teruggekeerd. Er zijn vervolgens verschillende manieren waarop hij zich over haar ontfermt: hij laat haar aren rapen op zijn akker, beveelt zijn knechten om haar niet aan te raken, geeft haar te eten en te drinken en zegt later tegen zijn knechten dat ze extra halmen voor haar achter moeten laten. Wanneer ze in de avond weer thuis komt bij Naomi en haar vertelt bij wie ze die dag gewerkt heeft, vertelt haar schoonmoeder haar dat Boaz een zogeheten ‘losser’ is van de familie.