Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
God
13 februari 2020
door
Patrick Simons
Waarom André Piet vindt dat christenen het woord 'alverzoening' vaak verkeerd begrijpen
Het woord ‘alverzoening’ wordt volgens Bijbelleraar en voorganger André Piet maar al te vaak verkeerd begrepen door christenen. Dat schrijft hij in een blog naar aanleiding van een cartoon van Walter Dijkshoorn. CIP.nl stelde hem naar aanleiding van deze blog enkele vragen.
Dit artikel is je cadeau gedaan door cvandaag Premium lid
André Piet.
Word ook lid
Je schrijft dat het woord alverzoening vaak verkeerd wordt opgevat. Kun je dat uitleggen?
"Meestal wordt alverzoening opgevat als een ‘generaal pardon’: iedereen zou van Godswege een ‘verblijfsvergunning’ krijgen, ook zij die eerder waren afgewezen. Maar dat is een groot misverstand omdat zo’n ‘pardon’ iets totaal anders is dan verzoenen. Verzoenen wil zeggen dat vijandschap plaats maakt voor vrede. Een ‘generaal pardon’ is een administratieve handeling waarbij iedereen wordt binnen gelaten. Maar wie door God verzoend is, is door Hem veranderd van een vijand in een liefhebber.
Over ‘verzoening’ in het algemeen bestaat het misverstand dat God zich zou hebben verzoend met mensen. Maar zo staat het nergens in de Schrift. Niet God verzoent zich met ons, maar omgekeerd. Hij verzoent ons met Zich. De mens is vijandig, niet Hij."
Je noemt ‘alverzoening’ een onmiskenbaar Bijbels gegeven. Waar baseer je dat op?
"Het woord ‘alverzoening’ is direct ontleend aan Kolossenzen 1 vers 20 waar Paulus schrijft dat God door het bloed van het kruis het al tot zich verzoent (Gr. apo-katalaxai ta panta). Waarmee gezegd is dat alverzoening deel uitmaakt van de Bijbelse woordenschat. Dat is geen mening maar een vaststelling. Met ‘het al’ doelt Paulus blijkens het verband op “elk schepsel” (1:15). Iedere vijand, “hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is” wordt verzoend, met andere woorden gemaakt tot vriend.
Deze verwachting dat God elk schepsel tot zich verzoent, noemt Paulus een paar verzen later (Kol. 1:23) “de hoop van het Evangelie”. Hij bindt zijn lezers op het hart niet van die hoop af te wijken. Helaas is dat in de kerkgeschiedenis wel gebeurd. Sterker nog: men heeft ‘alverzoening’ tot een ketterij verklaard!"
"Meestal wordt alverzoening opgevat als een ‘generaal pardon’. Verzoenen wil zeggen dat vijandschap plaats maakt voor vrede. Een ‘generaal pardon’ is een administratieve handeling waarbij iedereen wordt binnen gelaten."
Je schrijft over een horizontale en een verticale verzoening met God. Wat bedoel je daarmee?
"Paulus is de enige apostel die spreekt van ’verzoenen’ in de zin van vijanden veranderen in vrienden (Gr. katallasso). Zo schrijft hij in Romeinen 5:10 dat wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend werden. Dat is verticaal: God verzoent ons tot zich. In Kolossenzen 1:20,21 gebruikt Paulus een versterkte vorm van het werkwoord (> apo-katallasso) en dat duidt op een afdoende, totale verzoening. Waarbij niet alleen de verstoorde verhouding met God is omgezet in vrede, maar ook de onderlinge verhoudingen (horizontaal). In Efeze 2:16 zie je dat nog duidelijker, waar Paulus eveneens deze versterkte vorm van ‘verzoenen’ gebruikt. Het slechten van de barrière tussen Jood en ‘heiden’ hoort ook bij dit ‘afdoend verzoenen’ (> apo-katallasso)."
Bestaat er volgens jou een hel? Waarom wel/niet?
"De Schrift kent het woord ‘hel’ niet en de gedachte erachter evenmin. Achter het woord ‘hel’ zoals dat in de NBG51 vertaling twaalf keer voorkomt, gaat het Griekse woord ‘Gehenna’ schuil. Gehenna verwijst naar het dal van Hinnom bij Jeruzalem. Het is geen vaag onderaards oord maar een concrete locatie hier op aarde. In het toekomende koninkrijk van de Messias zullen daar bij Jeruzalem, onbegraven lijken van goddelozen liggen. Als een afschrikwekkend voorbeeld voor de voorbijtrekkende pelgrims, zoals we daarover lezen in de laatste verzen van het boek Jesaja. Daar is niets aantrekkelijks aan maar met een plaats van eindeloze pijniging heeft het helemaal niets van doen."
Is ieder mens ‘vervreemd en vijandig’?
"Van huis uit zijn alle mensen afstammelingen van Adam, die uit de hof van Eden werd verwijderd. Via hem zijn we erfelijk belast in zonde en dood. Dat is geen keuze maar het lot van ieder mens, onafwendbaar. Het goede bericht is, dat ook via één mens ('de laatste Adam') alle mensen worden levend gemaakt, gerechtvaardigd, gered en verzoend (zie resp. 1 Kor. 15:22, Rom. 5:18, 1 Tim. 4:10, Kol. 1:20). 'Ieder in zijn eigen rangorde'. Eveneens onafwendbaar. Alle mensen!"
"Elk schepsel is werk van Gods handen. Daarom is geen enkele creatie van Hem ooit hopeloos."
Verzoening omschrijf je als transformatie. Hoe ziet zo’ transformatie eruit? Maakt ieder mens zo’n transformatie vroeg of laat door? Worden we allemaal veranderd?
"Verzoend worden is een transformatie, dat wil zeggen een verandering van vijand naar liefhebber. Paulus was een extreem voorbeeld van een vijand van Christus. Hij noemt zich de 'eerste van de zondaren' (1 Tim. 1:15). Maar van het ene in het andere moment werd hij compleet veranderd. Later schrijft hij dat genade hem overweldigd heeft (1 Tim. 1:14). Hij heeft het niet gezocht, hij is gevonden. Maar als er hoop is voor de eerste van de zondaren, dan is er hoop voor alle zondaren. Als God Saulus van Tarsus van vijand tot liefhebber kon transformeren, welke vijand dan niet? Vijandschap is nooit een verhindering om verzoend te worden, het is juist een voorwaarde!"
Je schrijft: ‘Gericht staat niet tegenover Gods liefde, maar vloeit daaruit voert’. Kun je deze uitspraak toelichten?
"Gericht wil zeggen: recht zetten en terecht brengen. Ook al is het proces van ‘gericht’ op zichzelf een pijnlijke operatie, het doel is altijd positief en heilzaam. De psalmist zegt (Ps. 30:6): een ogenblik duurt Gods toorn maar een leven lang zijn welbehagen. Zó verhouden Gods toorn en zijn welbehagen zich tot elkaar. Want niet van harte verdrukt en bedroeft God de mens, lezen we in Klaagliederen. Het gericht is een noodzakelijke ingreep om schepselen te corrigeren. Liefde is altijd het oogmerk van Gods handelen.
Dat geldt ook voor het gericht bij ‘de grote witte troon’ (Openb. 20). Dat is een rechtszitting, maar meer nog: een rechtzetting. In reformatorische kerken wordt bij aanvang altijd plechtig verklaard: God laat nooit varen de werken van Zijn handen. Maar gelooft men dat zelf wel? Elk schepsel is werk van Gods handen. Daarom is geen enkele creatie van Hem ooit hopeloos. God zoekt het verlorene net zolang totdat Hij het gevonden heeft (Luc. 15:4)."
Christenen die meer diepgang willen kiezen voor cvandaag Premium
Je las net een gratis cvandaag Premium artikel. Meld je aan en start je gratis maand.
Start je gratis maand