Saamhorigheid tijdens maandenlange evacuatie: "Geloof dat mensen naar God worden getrokken"
Al bijna vier maanden kunnen vele tienduizenden IsraĆ«liās niet terug naar huis. Hun woningen staan rondom Gaza of langs de grens met Libanon. De oorlog maakt dat het te gevaarlijk is om er te leven. De evacuatie is overigens niet verplicht, maar wordt wel sterk aangeraden. Veel mensen zijn ondergebracht in hotels en andere tijdelijke opvangcentra in het centrum van het land. Ineke Williamson en Janneke Mizrahi wonen beiden al sinds de jaren ā90 in het uiterste noorden van IsraĆ«l. "Ik geloof wel dat mensen naar God worden getrokken door deze oorlog.ā
Beide vrouwen trouwden met een Israƫli en kregen kinderen van wie een aantal nu in het leger dient. Ineke woont in Metulla, het noordelijkste plaatsje van het land en Janneke in een kibbutz daar niet ver vandaan. Ze zijn lid van de messiaanse gemeente in Kiryat Shmona, een gemeente die CGI ondersteunt.
Beide vrouwen werkten tot 7 oktober, Ineke in de ouderenzorg en Janneke in een hotel. Kort daarna werden ze geĆ«vacueerd en stopte hun werk. Ineke woont nu met een aantal andere families in een groot huis bij Tiberias, Janneke verblijft in een hotelkamer in Haifa. āIk hoop dat dit gauw voorbij is,ā zegt Janneke.
Ineke vertelt dat de evacuatie heel dramatisch was voor de bewoners van het huis waar ze werkt als verpleegkundige. āHet is niet makkelijk om mensen met dementie uit hun omgeving weg te halen. Ik bezoek ze af en toe, maar kan daar niet werken.ā
De moeilijke omstandigheden brengen ook het beste in de mens naar boven. Er gaan elke dag vrijwilligers naar Kiryat Shmona om daar te koken voor soldaten aan het front. Het rantsoen is namelijk niet heel erg uitgebreid. De zoon van voorganger Israel Iluz werkte tot aan 7 oktober als kok in een restaurant. Kort na het uitbreken van de oorlog begon hij met koken. Eerste 80 maaltijden per dag, maar er kwamen veel donaties binnen en vrijwilligers kwamen helpen. Nu maken ze elke dag zoān 500 maaltijden.
Maar ook in het dagelijks leven merk je een grote saamhorigheid en verbroedering. De meeste mensen uit de kibbutz van Janneke verblijven in hetzelfde hotel in Haifa. Janneke: āEr zijn een kinderdagverblijf en school gestart, in alle kamertjes die over waren. Het is ongelooflijk hoeveel mensen willen helpen. Er zijn mensen uit de buurt die onze kleding komen ophalen en weer netjes gewassen en gestreken terugbrengen. Inmiddels staan er ook wasmachines in de kelder waarop je je via een app kunt inschrijven.ā
Hoe beleven beiden de oorlog vanuit geestelijke oogpunt? Ineke: āIemand vroeg mij hoe God dit alles ziet. Ik kan dat niet zo goed beantwoorden. Ik zie wel de haat tegen IsraĆ«l. Hoe hoge leiders van Hamas op 7 oktober richting Mekka knielden om te aanbidden. Toen dacht ik dat dit nooit meer goed komt in deze wereld.ā Janneke heeft vooral een gevoel van machteloosheid. āIk zou niet weten hoe dit moet eindigen en wat er nog gaat gebeuren? Ik geloof wel dat mensen naar God worden getrokken door deze oorlog.ā
Ineke: āWe beseffen dat dit gewone leven niet meer terug komt. Iedereen wordt geschud, je moet weer opnieuw ontdekken wat je vindt van het land en van de veiligheidssituatie. Je beseft dat je het leven niet in de hand hebt. Er is somberheid en gelatenheid.ā Janneke zegt: āWe vragen ons vaak af wanneer we terugkomen. En ook wel Ć³f we nog terug kunnen. Ik zou het fijn vinden als mensen voor ons bidden. Het leven in het hotel is heel goed, maar ik verlang ernaar mijn eigen soepje te maken.ā
Praatmee