Prof. dr. Jan Hoek zwijgt niet over de hel: “Er staat heel veel op het spel”
“Om op Bijbelse wijze over de hel te kunnen spreken, moet je op Golgotha beginnen. Daar heeft Jezus de realiteit van de hel ervaren.” Prof. dr. Jan Hoek schreef en sprak in het verleden herhaaldelijk over hemel en hel. Een collega van Hoek blies het theologisch debat over de hel nieuw leven in met zijn essay ‘Waarom de wereld een hel nodig heeft’. In de Cvandaag podcast beantwoordt Hoek een aantal prangende vragen over de hel. Is de hel bestemd voor iedereen die Jezus afwijst? En kan de hel mogelijk ook een tijdelijke plek zijn waarin herstel plaatsvindt?
“Angst voor de hel heb ik niet gekend”, maakt Hoek duidelijk, als hem wordt gevraagd of hij in zijn jonge jaren bang voor de hel is geweest. “De ernst dat het niet vanzelfsprekend is dat je gered bent, heb ik wél meegekregen. Mijn oma citeerde vaak uit de oude psalmberijming: ‘Welzalig is de mens, wien 't mag gebeuren, Dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren.’ Het is namelijk een wonder dat God je ‘niet schuldig keurt’. Ook in zondagse preken kwam naar voren dat er een oordeel is en dat de vraag wat je met het evangelie doet niet vrijblijvend is. Tegelijkertijd was de liefde van Jezus Christus voor mij zo duidelijk dat ik voor angst voor de hel bewaard ben gebleven.”
Wat valt u op aan de wijze waarop de Bijbel de hel ter sprake brengt?
“De Bijbel is natuurlijk niet een dogmatisch boek met een hoofdstukje ‘hel’”, merkt de emeritushoogleraar systematische theologie op. “Door de Bijbel heen komt de hel in beeldtaal ter sprake. In het Oude Testament is sprake van een schimmig rijk; het dodenrijk (de sjeol). Daar gaan alle mensen naartoe. Het is niet goed om dat woord met hel te vertalen, dat roept een verkeerde associatie op. Tegelijkertijd wordt er in het Oude Testament onderscheid gemaakt tussen de dood van de goddelozen en de dood van wie met God leeft (de rechtvaardigen). Er valt een licht van vrede over het sterven van de rechtvaardigen.
In het Nieuwe Testament spreekt Jezus over de Gehenna. Die term verwijst naar het rotsachtige dal van Hinnom, een plek even buiten Jeruzalem die gebruikt werd om aan afgoden te offeren. Dit toont aan dat je leven terechtkomt op een vuilnishoop en daarmee verloren is. Daarover spreekt Jezus met veel ernst en bewogenheid.”
Praatmee