Organist verliest rechtszaak tegen kerk na conflict over schuldbelijdenis

Een voormalig organist van de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland (OGGiN) te Ede-Wekerom heeft een rechtszaak die hij tegen die kerk aanspande verloren. De getrouwde man werd onder censuur gezet nadat hij volgens de kerk te ver ging in contacten met een andere vrouw uit de kerk. Daarop besloot hij de kerk te verlaten. Nu wil hij weer lid worden, maar zonder schuldbelijdenis af te leggen. Daarvoor is hij naar de burgerrechter gestapt, maar tevergeefs.
Ongewenst contact met getrouwde vrouw
Het betreft een voormalig organist van de OGGiN te Ede-Wekerom. Op 20 april 2018 werd hij door de kerkenraad op het matje geroepen. Dat ging volgens de kerkenraad over ‘het contact dat hij had met een vrouwelijk lid van de kerk’. Volgens de kerkenraad was het contact ‘te vergaand geweest’. Daarom werd hij vermaand. Enkele dagen later vond er een nieuw gesprek plaats. Naar aanleiding van deze gesprekken besloot de man om zijn taak als organist van de gemeente neer te leggen.
De man was het niet eens met de wijze waarop hij door de kerk is behandeld en stelde een maand later in een nieuw gesprek dat de kerkenraad ‘niet Bijbels heeft gehandeld en onvoldoende naar zijn visie op de zaak heeft geluisterd’. De kerkenraad schreef in een brief die op dit gesprek volgde echter dat het ging om ‘ongewenste contacten tussen een getrouwde vrouw en een getrouwde man in onze gemeente, die tevens de functie heeft in de eredienst als organist.’ In de brief geeft men aan dat er ook met beide echtparen gesproken is en dat daaruit een advies aan de man is voortgekomen om de functie als organist neer te leggen.
Daarvoor noemde de kerkenraad twee hoofdredenen. Volgens hen is de organist in ‘langdurige en veelvuldige contacten met een getrouwde vrouw te ver gegaan waardoor het niet mogelijk is om een functie in de eredienst te blijven vervullen. Daarnaast noemt men nog een andere reden: ‘Op grond van beide gesprekken (met de echtparen red.) is gebleken dat er ook in en om de erediensten bijvoorbeeld oogcontacten zijn geweest wat de kerkenraad niet kan laten voortduren. Ook om een helende en behoudende weg voor beide huwelijk te gaan, is het noodzakelijk om elkaar zo min mogelijk te zien.’
Stille censuur
In de maanden die volgden vonden er meerdere gesprekken plaats tussen de inmiddels voormalig organist en de kerkenraad. Ook het betrokken vrouwelijke lid deed haar verhaal tegenover de kerkenraad, waarop men besloot om de man onder stille censuur te plaatsen. Dat betekende dat de man voorlopig niet meer beschikte over de rechten van een belijdend lid van de kerk. Het gevolg was dat het voor hem uitgesloten was om deel te nemen aan het heilig avondmaal. Bij stille censuur wordt dat echter niet openbaar gemaakt en blijft het een zaak tussen de kerkenraad en degenen die censuur krijgen opgelegd.
In dit specifieke geval meldde de kerkenraad de voormalig organist ook nog schriftelijk dat hij onder stille censuur is geplaatst vanwege ‘zonden tegen het zevende gebod’. In datzelfde bericht meldde de kerkenraad ook dat de man ‘de hoofdfeiten heeft erkend en toegegeven daaraan schuldig te staan’.
Enkele dagen na die mededeling besloot de man om het lidmaatschap van zijn hele gezin bij de OGGiN te Ede-Wekerom op te zeggen.
Openbare schuldbelijdenis
Daarmee lijkt het verhaal een einde te hebben. Maar niets bleek minder waar. Bijna twee jaar later, op 24 juni 2020 nam de voormalig organist namelijk weer contact op met zijn vroegere kerk met het verzoek op weer als lid te worden toegelaten. De kerkenraad stond dat echter niet zomaar toe en wees daarbij op de Dordtse Kerkorde. Volgens de kerkenraad dient de man eerst openbare schuldbelijdenis af te leggen voor hij weer als volwaardig lid kan worden toegelaten tot de gemeente.
‘In liefde roept de kerkenraad u op in boetvaardigheid weder te keren tot onze gemeente en u in de weg te stellen om openbare schuldbelijdenis te doen waardoor de censuur weer opgeheven kan worden’, reageerde de kerkenraad op het verzoek van de man. ‘Dit is de enige rechte en eerlijke weg naar Gods Woord waarin u in liefde opgenomen kunt worden als lid van onze gemeente.’
Rechtszaak
Vervolgens vonden er tot februari 2021 gesprekken tussen de kerkenraad en de voormalig organist, maar men kwam er niet samen uit. Daarop besloot de man om via een advocaat zijn voormalige gemeente te verzoeken om de zaak te laten beoordelen door de classis. De kerkenraad stelde echter dat hij die mogelijkheid heeft gehad toen hij onder stille censuur werd geplaatst, maar dat de man vervolgens zelf besloot zijn lidmaatschap op te zeggen. Volgens de kerkenraad is de enige manier om weer lid te worden het doen van openbare schuldbelijdenis.
Daarop besloot de man om de OGGiN te Ede-Wekerom voor de burgerlijke rechter te slepen om ze op die wijze te dwingen hem weer lid te laten worden van de kerk. Zijn eis voor de rechter was dat stillse centuur nietig wordt verklaard en dat hij opnieuw lid mag worden zonder openbare schuldbelijdenis te doen. Ook eiste hij dat de kerkenraad dit vervolgens in het openbaar aan de gemeente bekend zou moeten maken en wilde hij in totaal meer dan 5000 euro schadevergoeding van de kerk.
Uitspraak
In haar uitspraak van 31 mei stelde de rechtbank onder meer dat er voor de burgerlijke rechter slechts een beperkte rol is weggelegd als het gaat om het ‘uitoefenen van kerkelijke tucht en het toelaten van leden’. Dat zijn namelijk interne kerkelijke aangelegenheden en de rechtbank wees in dit verband onder meer op de scheiding tussen kerk en staat. Ook stelde men dat de man openbare geloofsbelijdenis heeft afgelegd in de kerk, waarmee hij zich ‘onderwerpt aan het kerkelijk recht en de tucht’.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake is van ernstige gebreken of schending van fundamentele rechtsbeginselen in het handelen van de kerkenraad. De kerkenraad mocht de man onder censuur zetten, maar kreeg wel een standje over de communicatie in de hele casus. Ook mag de kerk van de man eisen om eerst openbare schuldbelijdenis af te leggen alvorens hij weer lid kan worden. Dat is volgens rechtbank namelijk niet in tegenspraak met de statuten van de kerk. Ook daarin kreeg de man dus geen gelijk in zijn eis. Hij heeft zijn beroep volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd.
Uiteindelijk kreeg de voormalig organist van de burgerlijke rechter dus op geen enkel punt gelijk en wordt de OGGiN te Ede-Wekerom in het gelijk gesteld. De man is veroordeeld tot het betalen van proceskosten die de kerk heeft gemaakt om zich tegen zijn eisen te verdedigen.
Praatmee