Maar ik moest vandaag aan die eerste sticker denken.
Sta ik daar nog achter?
Ook nu?
Mijn antwoord is: ja.
Bij het begrip hoop moet ik vaak denken aan de veerpont bij Krimpen aan de Lek. Er zijn er nog veel meer.
Maar toen ik een jaar of dertien was, logeerde ik in dat dorp. In Krimpen aan de Lek woonde een vriend van mijn vader die hij in de oorlog in Duitsland had leren kennen. Johan Schoonderwoerd had in Krimpen een schoenhandel. En met hem ben ik vaak op die pont gestapt om naar Kinderdijk te gaan. Dat dorp ligt aan de overkant van de Lek.
Op die pont meevaren vond ik prachtig. Hij kwam altijd op de ligplaats aan waar hij moest afmeren. Hoe sterk de stroming van de Lek ook was. En dan reden de auto’s en fietsers af en aan.
Wat was het geheim van die pont? De pont die op de juiste plek aankwam ook al was de stroom van de Lek behoorlijk sterk. De pont was verbonden met de overkant. In feite trok de pont zich langs die kabel naar de plek aan de overkant.
Bij het begrip hoop hoort het symbool van het anker. Je moet het anker niet in het schip gooien maar overboord in vaste grond, hoor je altijd. Maar ook al gooi ik mijn anker overboord, hoe weet ik dat hij vast blijft zitten?
Voor mij is hoop dat Jezus als het ware met dat touw om Hem heen door het water van de dood is heen gezwommen en het aan de overkant heeft vastgemaakt.
Mijn hoop is:
Dat ook al besef ik dat de stroming van de toekomst heel sterk kan zijn, dat ik zeker weet dat er verbinding is en blijft met ‘de overkant’.
God geve me de kracht om dat vast te houden.
Het staat echt in de Bijbel te lezen: ‘Het (de hoop) lijkt op een anker, waarmee een schip veilig vastligt. Want Jezus is voor ons uitgegaan naar de hemel. Daar is hij Gods heilige tent binnengegaan en onze hogepriester voor altijd geworden, een priester net als Melchisedek’ - Hebreeën 6:19-20
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Foto: Facebook/Arie van der Veer
