Moti werd uitgedaagd om uit te zoeken wie Jezus is: "Zwijgen over Hem is geen optie"

Over Jesjoea weet Mordechai -Moti- Vaknin vrijwel niets, maar de naam Jezus kent hij wel. Want haat de halve wereld de Joden niet juist vanwege die naam? Moti wordt uitgedaagd om uit te zoeken wie Jesjoea is en komt uiteindelijk tot geloof. Nu is hij betrokken bij One for Israel, maar ook bij Chosen People Ministries. De verkondiging van het evangelie in Israƫl is zijn allergrootste passie.
Moti ziet in 1984 in Haifa het levenslicht en groeit op als enig kind in een Marokkaans-Joods gezin. Tot zijn twaalfde jaar wordt hij seculier opgevoed, maar dat verandert als zijn vader besluit om orthodox te worden. Vanaf die dag gaan ze samen naar de synagoge en leert Moti hoe je als religieuze Jood dient te leven. Maar niet voor lang, want op zijn veertiende zegt hij het synagogeleven en de religie vaarwel.
Wegwezen!
Net als elke Israƫliƫr moet ook Moti in dienst. Precies ƩƩn week voor de Tweede Libanonoorlog in 2006 zwaait hij af. Hij heeft schoon genoeg van de constante oorlogs- en terreurdreiging en besluit Israƫl te verlaten. Amerika lonkt om daar zijn grote droom waar te maken: fotograaf worden. Eenmaal in New York gaat Moti naar de fotoacademie, en om wat bij te verdienen aan de slag bij een pizzeria als mashgiach, toezichthouder op de Joodse spijswetten (kasjroet).
Moti: āNaast mijn opleiding werkte ik dus als kasjroet-inspecteur in een restaurant. Het ging me goed en alle ingrediĆ«nten voor een geweldig leven waren binnen handbereik: geld, vrouwen, alcohol, drugs en feesten. Aan de buitenkant leefde ik The American Dream, maar van binnen was alles grijs en leeg.ā
Een wonderlijk gesprek
Op een dag komt een man de pizzeria binnengelopen. In het Hebreeuws vraagt hij of hij naar het toilet mag. Moti is verbaasd dat de Amerikaan, Rory genaamd, zijn taal spreekt en benieuwd hoe dat komt. āIk ben christen en ik hou van IsraĆ«lā, zegt Rory, āen van de IsraĆ«liĆ«rs. Ik zou zelfs willen sterven voor IsraĆ«l.ā Moti kijkt hem verbaasd aan: āWow! Ik ben een IsraĆ«liĆ«r en heb gediend in het leger. Maar ik wil pertinent nĆet sterven voor IsraĆ«l en ben juist zo ver mogelijk weggegaan.ā Moti vindt het absurd dat deze New Yorker zoveel van IsraĆ«l houdt.
Dan ontstaat er een wonderlijk gesprek tussen de twee mannen:
āZeg eens, Rory, zou jij als christen het Joodse volk juist niet moeten haten, omdat wij Jezus hebben gedood?ā
Waarna Rory antwoordt: āZeker niet. Want dat hebben wij allemaal gedaan.ā
āIk ook? Wil jij nu beweren dat Ćk ook Jezus heb gedood!ā, luidt Motiās wedervraag.
āMoti, we zijn allemaal zondarenā, vervolgt Rory, āen we zitten allemaal in hetzelfde schuitje.ā
āStop maarā, zegt Moti weer, āprobeer je mij nu te bekeren tot het christendom. Kansloze missie! Christenen geloven bijvoorbeeld dat Jezus uit de dood is opgestaan, maar in mijn Joodse Bijbel staat dat alleen Abraham rechtstreeks naar God is gegaan.ā
āAbraham? Zeker weten, Moti?ā
āDenk jij dat ik dat mis heb? Ik ben een IsraĆ«liĆ«r, Ćk spreek Hebreeuws en heb de Tenach gelezen in die taal!ā
Hierna haalt Rory zijn Bijbel tevoorschijn en laat Moti de passage lezen over Elia, die rechtstreeks naar de hemel gaat. Niet Abraham dus. Moti valt stil!
Geprikkeld
āDie dag kwam ik geĆÆrriteerd thuisā, vertelt Moti. āHet was toch belachelijk dat een heiden, een niet-joodse christen (en ik spuugde op de grond bij het uitspreken van dat woord) meer wist over mijn Bijbel dan ik als Jood! Ook meer wist over de Messias dan ik. Dat kon echt niet⦠en ik besloot om de Bijbel zelf te gaan lezen! Ik opende de Tenach en kwam toevallig (!) terecht in Jesaja 53.ā
Via-via komt Moti in contact met mensen van Chosen People Ministries. Zij nemen hem mee naar een messiaanse gemeente, alhoewel hij dat niet beseft.
Moti: āIk kijk rond in deze āsynagogeā en zie jongens en meisjes, Joden en niet-Joden. Plotseling zegt een man: āJesjoea, zegen ons!ā Ik draai me om naar de vriendin naast me en vraag: āHĆ©, psst, wie is Jesjoea?ā āDat is Jezusā, zegt ze. Ik spring op en schreeuw: āWat! Ben jij gek geworden? Waarom heb je mij op sabbat hiernaartoe gebracht? HĆer hoor ik niet te zijn!ā
Waarom zo bang?
Op een dag hoort Moti dat er een heel beroemde rabbijn in New York is. OkƩ, denkt hij, ik heb nu diverse profetieƫn over de Messias gelezen, en ook het een en ander over Jesjoea. Nu ga ik aan deze rabbijn vragen hoe het nu zit met het Nieuwe Testament, en met Jesjoea. Hoe past Hij in het geheel?
Zodra de rabbijn de woorden āJesjoeaā en āNieuw Testamentā hoort, wordt hij heel ernstig, en vraagt hij aan Moti wie hem over Jesjoea heeft verteld. āNiemandā, antwoordt Moti, āIk heb over Hem gelezen.ā Vervolgens pakt hij het Nieuwe Testament uit zijn tas.
De rabbijn grist het uit Motiās handen en gooit het opzij: āWaag het niet dit boek aan te raken, kom er zelfs niet in de buurt!ā Want volgens deze rabbijn vertegenwoordigt dit boek al het kwaad in de wereld, de pogroms, de Inquisitie en zelfs de Holocaust.
Enigszins onthutst vertrekt Moti weer, maar het laat hem niet los waarom het Nieuwe Testament zoān sterke reactie bij de rabbijn oproept. Als je zo zeker bent van je zaak, waarom zou je dan bang zijn voor dit Boek?
De extreme reactie van de rabbijn en Motiās onbegrip hierover prikkelt hem juist om door te gaan met het lezen van het Nieuwe Testament. Wat is er mis mee? Want hij leest over Jesjoeaās leefwijze, en over Zijn liefde voor het Joodse volk. Maar ook over hoe Hij omgaat met Zijn tegenstanders en de religieuze leiders in die tijd. Corrigerend, maar altijd liefdevol. Na lang onderzoek weet Moti het zeker: Jesjoea is de beloofde Messias van IsraĆ«l!
Wat zal iedereen blij zijn!
Na zijn bekering keert Moti terug naar IsraĆ«l om daar te vertellen over de Messias. Want IsraĆ«l moet toch weten wie Jesjoea is! Hij wil getuigen hoe Jesjoea zijn leven heeft veranderd. Wat zal iedereen blij zijn! Toch niet helemaal⦠Motiās moeder is in paniek en zijn vader denkt dat hij gehersenspoeld is en bidt zelfs het Kaddisj (rouwgebed) voor zijn zoon. Moti krijgt te maken met afwijzing door familie en vrienden, met haat en zelfs doodsbedreigingen. De prijs voor menig volgeling van Jesjoea in IsraĆ«l!
Maar Moti weet nĆŗ wie Jesjoea is en kan daarover niet zwijgen. āWantā, zegt hij, āJesjoea is het beste wat me is overkomen en ik wil Zijn boodschap delen in mijn land. Zwijgen over Hem is geen optie. Jesjoea mag nĆet het best bewaarde geheim in IsraĆ«l blijven!ā
Bovenstaand artikel verscheen onlangs op de site van Israƫl en de Bijbel en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee