Geloven op je eigen manier: willen we ons laten corrigeren?
Geloven op je eigen manier. Doen we dat niet allemaal. Ieder die gelooft, heeft zijn eigen gedachten over God. Over Zijn karakter. En over Zijn manier van handelen.
Dat beeld van God is vaak al ontstaan toen je nog heel klein was. Je ouders vertelden van God. Ze leerden je bidden. Waarvoor je wel maar ook waarvoor je niet moest bidden. Ook hoe je God mocht aanspreken.
Mensen hebben heel verschillende godsbeelden:
God als de oneindig grote en almachtige God. Of veelmeer als een grote Vriend wie je vertrouwelijk omgaat. God die goede dingen voor wil doen. Je beter kan maken. Een hemelse Vader of juist niet. Een God die altijd aanwezig is. Alles ziet en hoort. Een God die met deze wereld meelijdt.
Zo heeft ieder zijn eigen voorstelling.
Zoals gezegd: onze voorstelling is mede gevormd door de ervaring die je hebt opgedaan in je leven. Positieve ervaringen, maar ook negatieve ervaringen. Onze ouders speelden een belangrijke rol. Maar ook mensen uit de kerk. Vergeet je vrienden niet. Mensen met wie of bij wie je studeerde.
Nogmaals, het kunnen positieve maar ook negatieve ervaringen zijn.
En zo vormden we ons een eigen godsbeeld. Het ging niet buiten ons om. Het werd steeds meer een god die bij ons past. Met die gedachten in het hoofd discussiëren we over God, praten we over God. Met die bril op lezen we de Bijbel.
Helemaal fout?
Heel begrijpelijk.
De grote vraag is of we ons willen laten corrigeren.
De Bijbel waarschuwt ons voor vaste godsbeelden. Letterlijk in het tweede gebod. Daarom was God boos over de zonde van het maken van het gouden kalf. Door het volk van Israël. Later herhaald door koning Jerobeam. Maar het kunnen ook denkbeelden zijn. Soms in beton gegoten.
God wil dat we weten dat Hij de gans Andere is. God gaat oneindig ver uit boven ons voorstellingsvermogen. Hij is volstrekt anders dan onze beperkte, gebrekkige en (al te) menselijke voorstelling van Hem. Hij is geen mens, ook geen uitvergroting van volmaakte menselijke eigenschappen, maar God, de 'gans Andere'. We kunnen Hem met niets of niemand vergelijken.
Niemand leest de Bijbel blanco. Niemand bidt blanco tot God. Niemand gaat blanco naar de kerk. Maar de HERE wil niet dat wij daaraan vasthouden en dat koesteren. Voortdurend moeten we openstaan voor correctie van dat beeld door zijn Woord.
Weet u wat de meest veilige weg is: Christus is het beeld van de onzichtbare God (Kol.1,15). Daarom: geen beeld maken, maar hét beeld volgen.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee