“We willen een bijdrage leveren aan een eerlijke wereld”
“Kijk, heb ik gemaakt voor Ackim,” zegt de vijfjarige Mirthe Kloosterman en ze houdt haar mooie tekening omhoog. Vol trots laat ze haar getekende brandweerwagen zien. De tekening wordt straks naar de brievenbus gebracht en reist dan door richting Malawi, waar het sponsorkind van de familie Kloosterman woont. Ze vertellen over hun motivatie om Ackim te steunen.
De foto van sponsorkind Ackim hangt zichtbaar aan de wasemkap in de keuken van huize Kloosterman. Het gezin bestaat uit vader Timo, moeder Petra en de kinderen Mirthe en Fleur van 1 jaar. “Eigenlijk zien we Ackim dus elke dag in de keuken,” grapt vader Timo. En daarna relativeert hij: “Er zijn ook dagen dat je gewoon voorbij de foto kijkt hoor.” Moeder Petra vult haar echtgenoot aan: “Meestal bidt Mirthe aan het einde van de maaltijd: Here dank u voor dit eten om Jezus wil amen. En soms zegt ze zomaar iets over Ackim. Dat hij eten mag hebben en dat zijn papa en mama goed voor hem mogen zorgen. Dat zijn hele mooie momentjes voor ons.”
Delen
Als een refrein in een lied worden de woorden delen en dankbaarheid telkens benoemd door het echtpaar Kloosterman. Vanuit deze woorden geven zij hun dagelijks leven vorm. Vader Timo legt uit: “Ik kom uit een gezin van tien kinderen. Wij moesten altijd alles met elkaar delen zoals bijvoorbeeld vierkante meters en eten. Mijn moeder zorgde er overigens wel voor dat er altijd genoeg was hoor. Het delen met elkaar heb ik dus automatisch meegekregen vanuit mijn opvoeding. Daarom vind ik het makkelijk om te delen van wat ik gekregen heb van God.
Wij hebben het hier heel goed in Nederland. Daarom wil ik iets teruggeven van onze rijkdom aan anderen. Afrika is een heel rijk en tegelijkertijd arm werelddeel. De Afrikaanse bodem is rijk aan grondstoffen maar in mijn ogen maken westerse landen daar misbruik van. En dan denk ik groot gezegd: wij kunnen weer iets van rechtdoen aan Gods schepping door terug te geven van wat wij van Hem gekregen hebben. Daarom sponsoren wij Ackim in Malawi en delen onze rijkdom met hem.
De ouders van Ackim leren via het sponsorprogramma van Red een Kind om meer opbrengst te krijgen van hun land. Petra vertelt over haar eerste contact via brieven met de toen 9-jarige Ackim. Dat was in 2015 en zijn ouders hadden geleerd om cassave te verbouwen. Moeder Petra: “Er is ook een geitenproject in het dorp. Zodra de geiten zich hebben voortgeplant, zullen ze worden doorgegeven aan een ander gezin in het dorp. De ouders van Ackim zijn erg dankbaar voor het verstrekken van de geiten. Later in het project zijn ze ook groenten en bananen gaan telen. Een deel van de opbrengst verkopen ze door en zo hebben ze niet alleen te eten, maar ook extra inkomen. Daar hebben de kinderen ook profijt van want nu krijgen ze 3 maaltijden per dag en kunnen ze spullen en kleding voor school aanschaffen.”
Christelijk
Het praktisch vormgeven van hulp aan Ackim wordt in vol vertrouwen bij Red een Kind neergelegd. Moeder Petra vindt het heel belangrijk dat de organisatie die ze steunt een christelijke signatuur heeft. “Ik wil als christen een bijdrage leveren aan een eerlijkere wereld. Maar ik wil dat wel doen via een organisatie die bij mij past en die er zelf niet financieel beter van wordt. Natuurlijk hebben we gekeken naar andere sponsororganisaties, maar Red een Kind past gewoon heel goed bij ons. Wij hebben uitgezocht dat het grootste gedeelte van het sponsorgeld terechtkomt bij gezinnen die het nodig hebben. En niet bij de organisatie zelf.”
Vader Timo vult aan: “Ik vind het heel belangrijk dat er hulp wordt geboden vanuit christelijke normen en waarden. Daarom heb ik er vertrouwen in dat er bij Red een Kind geen eigenbelang meespeelt. Natuurlijk zijn er medewerkers die betaald moeten worden. Maar sommige organisaties worden er zelf rijk van. Dat vind ik niet goed. Daarnaast steun ik Red een Kind al sinds mijn studententijd. Ik sponsorde toen een jongen samen met twee huisgenoten. Dus de aanpak vanuit een christelijke visie ken ik van vroeger en dat past bij mij.” Ook de totaalaanpak spreekt moeder Petra erg aan. Ze legt uit: “Red een Kind heeft oog voor het kind, het gezin en het dorp waarin het woont. De sponsorprogramma’s zijn gericht op zelfredzaamheid gecombineerd met een visie voor de lange termijn. Ze kijken naar het totaalplaatje zodat zij de mensen die ze nu helpen uiteindelijk kunnen loslaten. En dat de gemeenschap zichzelf in de toekomst kan redden en niet afhankelijk blijft van sponsorgeld. Dat vind ik ook heel belangrijk."
Brieven
Ongeveer twee keer per jaar ontvangt het gezin Kloosterman post van Ackim en over zijn woon- en leefsituatie. Sinds dit jaar stuurt het gezin ook regelmatig iets terug. Voorgaande jaren is het er gewoon niet van gekomen. Vader Timo werkt als hoofdagent, moeder Petra als lerares in het praktijkonderwijs en daar komt de zorg voor twee kleine kinderen nog bij. Dat zijn volle dagen en de tijd vliegt voorbij. Moeder Petra: “Als ik iets niet wil vergeten, dan schrijf ik de activiteit op een memoblaadje tussen mijn to-do list. Die leg ik dan op het aanrecht. Dus in het rijtje ‘was ophangen’, ‘boodschappen doen’ en andere to-do’s, staat ook de notitie ‘Ackim schrijven’. We hebben onszelf voorgenomen om bijna elke maand post terug te sturen. Eigenlijk vinden we het belangrijkste om een financiële bijdrage te leveren. Natuurlijk is het leuk om daarnaast contact te hebben, maar dat is voor ons niet het hoofddoel. De laatste brief die Ackim heeft ontvangen, is vanuit de vijfjarige Mirthe geschreven. Ze heeft geschreven: “Ik heb geschaatst want we hebben hier ijs. Je kunt dan op water staan omdat het water is bevroren. Ook heb ik in de sneeuw gespeeld. En nu ineens, een paar dagen later, is het ijs weg omdat het is gesmolten.” Ook hebben ze twee foto’s bijgevoegd van Mirthe op de schaats en van Mirthe en zusje Fleur op de slee. Het gezin Kloosterman is heel benieuwd of Ackim hierop reageert en terugschrijft.
Ook dochter Mirthe wil nog graag een wens meegeven aan Ackim. Op enthousiaste toon vertelt ze: “Dat hij genoeg eten mag krijgen en dat hij nog meer vriendjes krijgt. Ik heb ook heel veel vriendjes. Een vriendje zit bij mij in de klas en woont ook bij mij in de buurt. Wij spelen samen heel veel buiten.” Daarna pakt Mirthe er een tekening bij die ze van Ackim heeft gekregen. Vol trots laat ze zien dat hij voorwerpen heeft getekend en zelf het Engelse woord erbij heeft geschreven.
Dankbaarheid
“Door het contact realiseer ik me nog meer hoeveel we eigenlijk hebben in Nederland”, vertelt moeder Petra. “Soms wil ik meer: spullen of kleding voor de meiden, een iets groter huis of een garage aan huis. Maar we wonen hier eigenlijk supermooi. En als ik dat vergelijk met de woon- en leefsituatie van Ackim die weinig heeft, dan ben ik dus dankbaar dat ik in een rijk land zoals Nederland ben geboren.” Vader Timo vertelt dat zijn dochter Mirthe regelmatig zegt: ik wil dit of ik wil dat. “Dan probeer ik haar stil te zetten en uit te leggen: je mag van alles willen, maar je hebt het al supergoed en je krijgt al heel veel. Wij hebben dit niet verdiend, want wij zijn afhankelijk van God en wat je van Hem krijgt. Dat probeer ik mee te geven.” Dit beaamt moeder Petra en ze vult aan: “Je hebt echt niet veel nodig om dankbaar te zijn voor wat we hier hebben. Daar leren we heel veel van en dat willen we graag onze kinderen meegeven.”
Rijkdom
Maar is het dan niet oneerlijk dat de een meer heeft dan de ander? Vader Timo zegt: “Maar dat wil niet zeggen dat rijkdom alleen in geld of bezit te vinden is. De grootse rijkdom ligt namelijk in het kennen van God. Dat leren wij onze kinderen. Jezus zegt niet voor niets: ‘Laat de kinderen tot mij komen’. Dat komt omdat zij de toekomst zijn. Daarom steun ik ook Red een Kind, zodat Ackim, zijn familie en iedereen in zijn dorp meer kansen krijgt. En ik hoop dat wat krom is in deze wereld dan toch een stukje rechter wordt.”