Overgave in de operatiekamer: wat als je je kind moet loslaten?

Overgave op hoog niveau, dat is wat God van ons vraagt. Niet omdat Hij dat van ons eist, maar omdat Hij weet wat het beste voor ons is. Toen mijn zoontje op 3-jarige leeftijd met een geperforeerde blindedarmontsteking met spoed de operatiekamer in moest, kreeg ik hier door de letterlijke fysieke overgave enigszins beeld bij. De chirurg die met mij meeliep naar de operatiekamer zei: āWe hebben geen tijd meer, we moeten nĆŗ opereren. Wat we tegenkomen weet ik niet. En hoe en óf je hem terugkrijgt, kan ik niet zeggen.ā
En God was daar. Er was geen paniek. Wel angst. Maar ook een ontzettende diepe rust. In het volle besef dat we hem konden verliezen, liepen we de operatiekamer in en mocht ik bij hem blijven tot hij in slaap viel. Ik zong voor hem Psalm 81:12:
"Opent uwen mond;
Eist van Mij vrijmoedig,
Op mijn trouwverbond;
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig."
Nog steeds kan ik dit niet met droge ogen schrijven. Die volledige rust, het vertrouwen, de liefde van onze Heiland⦠het vervulde de operatiekamer, de lieve verpleging en artsen die daar waren. En vooral, het vervulde mij. Waardoor ik geen angst vertoonde naar mijn zoontje en hij rustig en vol vertrouwen in slaap viel met mij heel dicht bij hem. En ik mocht weten: hij is veilig bij de Heere. Op dat moment was dat genoeg.
Overgave aan wie?
Dit was nieuw voor mij; met een gegeneraliseerde angststoornis als diagnose was een leven zonder angst voor mij ondenkbaar. Tot ik op dit punt belandde. Daar liet God mij zien wat volledige overgave betekende. Het zelf niets kunnen doen, het zelf niets kunnen en mogen toevoegen of afdoen. Maar simpelweg alles overgeven in de handen van onze hemelse Vader. En ik noem hier bewust het overgeven aan God, en niet aan de handen van de artsen, wat ik daar feitelijk deed.
Waar het ten diepste om ging, was de vraag of ik kon aanvaarden dat wat God deed, goed was voor mij. En ik besef heel goed dat dit makkelijk praten kan zijn. Mijn zoontje kwam levend uit de operatie, en is nu een bengel van 8 jaar die slimmer is (op autogebied althans) dan zijn moeder. En hij bedenkt kattenkwaad waar je eng van wordt.
Rust
Maar ik wil even blijven op dat punt toen ik dit allemaal nog niet wist. Toen ik geen idee had of ik hem mocht zien opgroeien. En toen ik geen keuze had dan dit bij de Heere neer te leggen. Heb ik God dan niet gesmeekt om zijn leven te sparen? Ja, dat heb ik gedaan. Maar tegelijkertijd was er een volkomen rust. Een rust die opgemerkt werd door de omgeving. Door de verpleging, in de operatiekamer en op de afdeling.
Later werd dit nog meerdere malen naar mij teruggekoppeld: āWat was jij ongelofelijk rustig, en wat bracht je dat goed over op je zoontje!ā En ikzelf had het op dat moment eigenlijk niet eens door. Maar toen ik hier later op terugkeek, begon ik meer en meer te zien hoe God daar dwars door alles heen aan het werk was. Hij onderwees mij. Dit leerde mij dat Hij betrouwbaar is; zelfs als alles om je heen wankelt.
Een liefdevolle lerende Vader
Hij leerde mij dat Hij er is, zelfs als je het zelf niet voelt, ervaart of ziet. Hij leerde mij dat je bruikbaar bent, als je je leven volledig aan Hem geeft. Dat Hij door je heen werkt en dat Hij je kan en wil gebruiken. Niet omdat je zo perfect bent of van alles en nog wat zo goed kan. Maar doordat Hij dat is. Doordat Hij perfect en almachtig is. Hij leerde mij vooral dat Zijn onderwijs nodig is in het leven zelf. Op dat moment was ik vol vertrouwen.
Maar de momenten daarna, dat ik overspoeld werd door angst om wat voor reden dan ook, zijn voor mij alweer ontelbaar geworden. Maar ook dan liet Hij mij zien wat Hij mij hier geleerd had. Dan leerde Hij mij opnieuw dat Hij onveranderlijk is. Hij leerde mij dat Hij echt niet wegloopt bij mijn angst of pijn. Hij leerde mij; dat Hij Ʃcht in mij is. En dan wordt die volledige overgave niet makkelijker, maar wel noodzakelijker. Doordat je simpelweg niet meer kan leven zonder Hem.
āWant uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.ā - Romeinen 11:36 (HSV)
Praatmee