Kijkbijbel slaat aan in Oost-Europa: “De tekeningen zijn enorm expressief, met felle kleuren”
Voor sommige Hongaarse kinderen is het een hoogtepunt van de vakantie het moment dat ze in de afsluitende bijeenkomst van de vakantiebijbelweek een Bijbelboekje met tekeningen van Kees de Kort mee naar huis krijgen. Stichting HOE (Hulp Oost-Europa) doet er, met als voortrekker Gerrit van Dijk, alles aan om alle boekjes ook in het Roemeens vertaald te krijgen. “Je hoopt dat de boekjes op die manier ook bij de kinderen thuis terechtkomen en er iets blijft hangen van het Evangelie.”
De dunne, felgekleurde boekjes zullen velen herkennen. De tekeningen van Kees de Kort, voorzien van teksten in hun eigen taal, raken ook Roemeense en Hongaarse kinderen. Van Dijk vertelt dat de boekjes vaak bij Romakinderen terechtkomen die geen Bijbel thuis hebben. “Zij herkennen zich in deze illustraties, omdat de Bijbelse figuren ook meerdere huidskleuren hebben. Roma hebben vaak een donkere huidskleur en zien zichzelf erin terug.”
Kinderlectuur bleef achter
“Toen het IJzeren Gordijn viel, werden er op grote schaal theologische boeken voor predikanten en volwassenen vertaald,” vertelt de vrijwilliger van stichting HOE bevlogen. “Maar kinderlectuur bleef achter. Daarom besloten we in de lectuurcommissie dat we daar onze aandacht op moesten richten.” Eerst richtte de stichting zich op de Hongaarse uitgave van de Kees de Kort-boekjes, inmiddels zijn er nog acht verhalen in het Roemeens te gaan.
Waarom juist deze illustraties aanslaan bij kinderen? Daar zit een heel verhaal achter, zegt Van Dijk. “De Kort kreeg de opdracht om voor verstandelijk beperkte kinderen illustraties te maken van Bijbelverhalen. Hij bestudeerde hoe kinderen tekenen en schilderen en ontdekte dat zij geen perspectief gebruiken maar - net zoals zij een verhaal vertellen - de dingen horizontaal naast elkaar plaatsen. Volgens die methode ging Kees de Kort te werk in zijn zo karakteristieke stijl van Bijbelillustraties: heel expressief en heel artistiek, met felle kleuren en zonder diepte. Dat sloeg aan.”
Gedeeld geloof in de praktijk
De boekjes zijn niet een-op-een vertaald, zegt Van Dijk: “We doen dit echt samen met partners in Oost-Europa. Ook het design is niet hetzelfde, maar veel meer in hun stijl. Het lettertype op de Roemeense omslag is bijvoorbeeld veel zoeter. De teksten zijn ook opnieuw geschreven door mensen die de Bijbel kennen. Verder is het boekje achterin voorzien van de volledige tekst van het Bijbelverhaal.
Dit project is echt een samenwerking in het kader van ‘Gedeeld Geloof’, zoals onze huidige campagne ook heet.”
In Hongarije deelde de stichting de boekjes driemaal uit bij vakantiebijbelweken, die traditiegetrouw afgesloten worden met een dienst. Daarin kregen tussen de 30,000 en 35,000 kinderen hun nieuwe boekje mee naar huis. “Een hoogtepunt van de vakantie voor veel van hen. Soms zijn ze al wandelend het verhaal al aan het doorlezen”, vertelt Van Dijk lachend. “Prachtig om te zien.”
Nog een keer
Een unicum: veel kinderen hebben thuis geen Bijbel en worden op deze manier bereikt met het Evangelie. “Zij hebben ook broertjes en zusjes. En je weet hoe dat gaat: dat moet voorgelezen worden, en nog een keer, en nog een keer. Je hoopt dat het gezegend wordt en ze later naar de Bijbel grijpen.”
“Waar we in Nederland de Kijkbijbel kennen, maakt HOE plannen voor een Hongaarse variant daarop,” zegt Van Dijk enthousiast. Alle 28 boekjes worden dan samengevoegd in een grote band. “De tekst is weer door partners geschreven. In zijn soort is het een unieke kinderbijbel, wel met een ander formaat, design en ontwerp dan de Kijkbijbel.” Dat er behoefte is aan deze lectuur blijkt wel uit vragen van kerken, zegt hij. “Kerken die werk onder Roma doen, komen met verzoeken voor de boekjes. Het rauwe, expressieve slaat aan. Ik vind het een van onze mooiste projecten.”