Een zondaar de deur wijzen? Jezus sloot niemand uit
Het besef dat een zondaar niet moet worden bestraft, maar moet worden geholpen, zoals we in deze column zagen, heeft natuurlijk vergaande consequenties voor onze houding en ons gedrag naar anderen. Maar de neiging tot oordeel en straf zit helaas erg diep in onze persoonlijkheid en dus ook in onze christelijke praktijk. Het is een hele opgave om daar afstand van te nemen en te kiezen voor de helpende houding die Jezus voorleeft en onderwijst.
Zo kende ik iemand die erg gecharmeerd was van de uitspraak van Paulus: 'Verwijder wie kwaad doet uit uw midden’ (1 Korinthe 5:13). Deze persoon stond altijd snel klaar om kerkelijke dwarsliggers de deur te wijzen. Maar Paulus deed zo’n uitspraak in al zijn brieven maar twee keer, en dan ook nog in heel bijzondere omstandigheden. Alle inspanningen van Paulus waren er toch vooral op gericht om iedereen erbij te houden en terug te roepen naar de liefde. Dat wordt prachtig zichtbaar in het hoogtepunt van diezelfde brief: de lofzang op de liefde (1 Korinthe 13). En die liefdevolle en hulpvaardige houding van Paulus sluit natuurlijk ook helemaal aan bij wat Jezus onderwees in Mattheüs 18 (en in zoveel andere teksten).
Praatmee