Richard helpt bij het vertalen van Bijbels: "Men is keer op keer vol verbazing van wat ze lezen in hun moedertaal"
Waar de Bijbel in het Nederlands talloze vertalingen kent die we kunnen lezen en begrijpen, geldt dat niet voor elke taal. Wycliffe Bijbelvertalers Nederland zet zich in voor het vertalen de Bijbel voor mensen in voornamelijk afgelegen of gesloten gebieden. Richard Havinga coördineert verschillende vertaalprojecten over de hele wereld. "Mensen reageren emotioneler en worden meer geraakt als ze de Bijbelteksten in hun eigen taal horen", vertelt hij over de vertaalprojecten.
Richard woonde een lange tijd in Benin. Hier is Frans de officiële taal, maar in werkelijkheid worden er meer dan 50 lokale talen gesproken. "Ik merkte in de kerk dat wanneer je Frans sprak met andere christenen, je boodschap niet echt binnenkwam. Mensen reageerden emotioneler, wanneer er in de eigen taal werd gesproken", aldus Richard. Sinds 2014 werkt hij samen met programmamedewerkers van Wycliffe Bijbelvertalers om de Bijbel te vertalen in lokale talen in Franstalig Afrika en landen als Papoea Nieuw-Guinea.
Tijdens een Bijbelstudie met mensen uit Congo ontdekte Richard hoe makkelijk verwarring kan ontstaan. "We deden in het Frans de Bijbelstudie over een stuk in de Bijbel waar Jezus sprak met de Farizeeën. In het Frans noem je hen: Pharisiens. De Congolese gelovigen stelden vragen over Parijs en Frankrijk, omdat ze dachten dat het om Parijzenaren, Parisiens, ging. Zo makkelijk kan een misverstand ontstaan. Je werd in het Frans niet begrepen", vertelt Richard lachend. De situatie was komisch, maar onderstreepte voor Richard ook het belang van een Bijbelvertaling in de moedertaal van de lokale bevolking.
Richard beslist niet zelf, of met zijn collega's, welke vertalingen er precies moeten komen. Hij is in nauw contact met de mensen die de taal spreken en het verlangen hebben Gods Woord in hun moedertaal te kunnen lezen en verkondigen. "Het onderwijssysteem is vaak slecht, dus mensen spreken de mensen de officiële taal niet heel goed. Ook de lokale taal wordt niet onderwezen. Mensen spreken de taal wel, maar de taal is nog nooit op schrift gesteld. Dit is de eerste stap voor het vertalen van de Bijbel."
Het op schrift stellen van een lokale taal is niet gemakkelijk. In veel van de talen worden klanken gebruikt die onbekend zijn in het Europese alfabet, zoals klanken uit de kliktalen. Daarnaast kan intonatie een groot verschil maken voor de betekenis van sommige woorden of zinnen. Hiervoor wordt met leestekens een oplossing bedacht. Daarnaast zijn er termen uit het christendom die nog niet bestaan in de lokale taal, of die juist al wel bestaan maar een andere betekenis hebben en daardoor verwarring veroorzaken. Er wordt samen met de sprekers van de moedertaal gekeken naar hoe ze de Bijbel zo begrijpelijk mogelijk kunnen opschrijven in de lokale taal.
Vervolgens worden er mensen getraind om de Bijbel te vertalen. "Dit proces kan soms wel twee jaar duren. Ze leren hoe je de gesproken taal schrijft en hoe je de Bijbel kan vertalen. Er wordt gekeken naar welke delen van de Bijbel vertaald moeten worden, of dat er wens is voor de vertaling van preken, specifieke Bijbelverhalen en Bijbelstudies. We stellen dus de vraag: wat wil je in de moedertaal beschikbaar stellen?", aldus Richard.
"Vaak wordt het evangelie van Marcus of Lukas vertaald en het boek Genesis, maar soms ook de Psalmen. Daarnaast wordt vaak de Jezus-film vertaald en gekeken naar een vertaling van het plaatjesboek Jezus Messias. De cultuur is oraal, dus een film en een plaatjesboek maken het evangelie toegankelijker."
Wat valt je op wanneer mensen Gods Woord voor het eerst in hun eigen taal horen, lezen of kunnen vertellen?
"Je ziet dat kerken verlangen naar zingen in de eigen taal en de mogelijkheid om in deze taal Bijbelverhalen vertellen. Veel mensen in Afrika en andere afgelegen of gesloten landen en gebieden zijn in de afgelopen decennia christen geworden, ze zijn op zoek naar de betekenis van hun geloof. Ze geloven dat Jezus hun redder is, maar leven vaak nog naar hun oude cultuur en soms natuurreligies, omdat ze niet beter weten", aldus Richard. De vertalingen veranderen de levens van de nieuwe christenen. "Ze willen heel graag leven als christenen en zijn hongerig naar onderwijs over christelijke huwelijken of manieren waarop ze hun kinderen als christen op kunnen voeden."
De nieuwe Bijbelkennis is vaak in strijd met de bestaande cultuur en natuurreligies. "Het animisme is heel erg levend in Afrika: mensen vereren natuurgeesten en voorouders. Het woord God heeft voor hen een hele andere betekenis. Zij denken bij 'god' niet meteen aan de Schepper God die wij als christenen kennen. Ze denken aan goden die de wereld niet hebben geschapen, maar die aanwezig zijn in de bliksem, in een boom of in de bron. Daarnaast willen animisten 'zoveel mogelijk levenskracht' verwerven om door te leven na de dood. Een eeuwig leven door Gods Geest is voor hen ook een compleet nieuw concept. Het is je goed om je hiervan bewust te zijn. Je richt je op de vraag: 'Hoe ga je vanuit die cultuur om met een God die een vader wil zijn?'"
Tijdens het vertaalproces ziet Richard al mooie reacties terugkomen bij de vertalers. "Ze hebben een opleiding gehad voor het vertalen van de Bijbel en kennen God Woord vaak al wel. Toch zijn ze keer op keer vol verbazing van wat ze lezen in hun moedertaal. Sommigen beginnen God meteen te loven en te prijzen. Ze lezen bijvoorbeeld dat ze vrij zijn gemaakt door het bloed van Jezus. Het is voor hen een verademing te lezen dat God boven alle geesten en goden staat die ze kennen in het animisme. Vertaalwerk is niet alleen de daad van het vertalen zelf. Je geeft het evangelie een plek in het dagelijks leven van de bevolking."