God voortdurend om vergeving vragen: is dat nu écht nodig?

Waarom bidden we, vaak dagelijks, of God onze zonden wil vergeven? We zijn toch al gered door het offer van Christus? Is het nodig om steeds maar weer om vergeving te vragen? Volgens voorganger Justin Dillehay wel. Hij gaat voor in een baptistengemeente in Tennessee en legt uit hoe we mogen blijven bidden voor vergeving als kinderen van de Vader.
Wanneer Jezus ons het 'Onze Vader' leert, vertelt Hij ons om vergeving van onze schulden te vragen (Mattheüs 6:12). Dit suggereert dat we nooit volmaakt zullen worden in dit leven, dat we altijd schulden hebben die Gods vergeving nodig hebben. Dat is niet heel verrassend.
Maar het roept ook een praktische vraag op: Als ik een christen ben die gerechtvaardigd is door geloof, heeft God dan niet al mijn zonden uit heden, verleden en toekomst vergeven? Als dat zo is, waarom moeten we er dan om blijven vragen? Zou dat niet lijken op twijfel aan Gods belofte?
Natuurlijk leert Jezus ons niet bidden op een manier die ons doet twijfelen aan Jezus. Maar hoe combineren we dan het volbrachte offer voor onze zonden met onze voortdurende verantwoordelijkheid om voor onze zonden vergeving te vragen?
Rechtvaardiging en ultieme vergeving
Zijn al je zonden vergeven als christen? In zekere zin moet het antwoord daarop 'ja' zijn. Kijk maar naar deze specifieke tekst in Kolossenezn 2:13-14, NBG51.
"Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen."
Volgens Paulus, zijn al onze zonden vergeven toen we opstonden samen met Christus. Ons complete strafblad werd aan het kruis genageld. Toen Jezus onze zonden droeg aan het kruis liet Hij niemand dood achter.
Dit is de glorieuze waarheid van de rechtvaardiging. Wanneer we in Christus dood en opstanding verenigd zijn, ervaren we niet alleen Gods ultieme vergeving, we mogen ook de eeuwige staat van vrede met God binnengaan die ons heil garandeert (Rom 5:1,9-10; 8:30). Het is niet zo dat alles wat we in deze staat doen acceptabel is voor God (het steeds opnieuw zondigen); maar wíj worden geaccepteerd door Hem omdat Hij ons onze zonden niet meer aanrekent.
Dit is een fundamenteel deel van het evangelie, zoals je dat kunt lezen in Romeinen 1-8.
Heiliging en voortdurende vergeving
Maar toch, de schrijvers van het Nieuwe Testament gaan er niet vanuit dat deze ultieme vergeving in strijd is met voortdurende vergeving. Dit kun je in het Onze Vader zien maar ook in 1 Johannes 1:9: "Als we onze zonden belijden dan is God goed en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid."
Een stukje context, Johannes verwijst hier niet naar een eenmalige bekering die leidt tot een eenmalige vergeving. Hij spreekt over een vergeving die voorwaardelijk is (als we onze zonden belijden) en voortdurend (reinigen). Als we in het licht wandelen, zien we onze zonden beter, wanneer we ze beter zien, belijden we ze eerder, en wanneer we ze belijden, is God goed en rechtvaardig om ze te vergeven. Keer op keer.
Dus als je vraagt: "Zijn mijn toekomstige zonden al vergeven?", dan hangt het ervan af wat je daarmee bedoelt. Als je bedoelt: "Zijn al mijn zonden al vergeven zodat ik ze nooit meer hoef te belijden?", dan is het antwoord: nee. Maar als je bedoelt: "Zijn mijn toekomstige zonden al betaald?", dan is het antwoord een glorieus: ja. Het bloed dat ons reinigt van al onze zonden is al vergoten, voor iedereen. Wanneer we zondigen als christenen, gaan we niet over naar plan B. We gaan terug naar plan A. Als iemand zondigt dan hebben we een pleitbezorger bij de Vader, namelijk Jezus Christus de Rechtvaardige (1 Johannes 2:1).
Wat betekent dit in de praktijk?
Rechtvaardiging door Christus is blijvend. We hoeven niet opnieuw gered te worden. Onze zonden belijden herinnerd ons eraan dat het draait om meer dan alleen gered worden. Het gaat ook om heiliging en behandeld worden als zonen.
Als rechter ziet God onze zonden niet meer omdat zijn "rechtvaardig" besluit alle veroordeling heeft weggedaan (Rom 8:1). Maar als Vader, is Hij zich bewust van onze overgebleven zonden en Hij wil dat we ons daar bewust van zijn, zodat we er tegen kunnen vechten, het kunnen doden en Hem om vergeving te vragen. We moeten ons realiseren dat God onze zonden ziet als een liefhebbende Vader, niet als een boze criticus. Daarom begint het 'Onze Vader' ook met Onze Vader en niet met 'Onze Rechter'. We bidden van binnenuit als familie van God, niet van buitenaf om weer terug te mogen keren.
Als we God vragen onze zonden te vergeven is dat niet een plicht die we als zondaren hebben. Het is een voorrecht die we hebben als zonen. Het herinnert ons er niet alleen aan dat we nog steeds zondigen. Het verzekert ons ervan dat onze Vader ons graag wil vergeven. Hij kijkt naar mogelijkheden om Zijn genade te tonen. Daarom vergeeft Hij ons graag onze zonden. Keer op keer.
Praatmee