Waarom ik bezorgd ben over toelatingsbeleid GerGem-predikanten
De achterliggende tijd hebben er in de Gereformeerde Gemeenten verdrietige en diep ingrijpende gebeurtenissen plaatsgevonden. Een predikant die losgemaakt is van zijn gemeente en een ander die die gemeend heeft zelf te moeten vertrekken. Deze broeders zijn ‘onder aanroeping van de Naam des Heeren’ door het curatorium toegelaten tot onze Theologische School? De strenge selectie ‘bij de poort’ geeft geen garantie dat niemand afvalt. Bovendien overleden onverwacht de achterliggende tijd een drietal predikanten.
We kunnen en mogen de Heere nooit narekenen maar bovenstaande stemt wel tot nadenken: “Wat wil de Heere ons hier mee zeggen”. Laat Hij ons nu dan maar aan ons zelf en ons systeem over? We kunnen Hem er niet de schuld van geven dat er zo weinig predikanten zijn. De Heere geeft jaar op jaar 15 a 20 nieuwe aanmeldingen aan onze theologische school en door ons menselijke beoordelingssysteem wordt het grootste deel afgewezen. Wie zou niet wenen? Er wordt in onze gemeenten veel gebeden “of de Heere arbeiders wil uitstoten in de wijngaard, de oogst is groot maar de arbeiders zijn weinig”. Echter, er zijn best veel arbeiders maar ze worden onwaardig voor het ambt bevonden en door mensen afgewezen. Deze ontwikkelingen geven reden tot diepe zorg over de toelatingsprocedure tot het ambt van predikant.
Toelatingscommissie
De Heere Jezus heeft zijn discipelen zelf uitgekozen. De alwetende Heere wist heel goed wie Hij in dienst nam: zondige mensen met allerlei tekorten en vervelende karaktertrekjes. Petrus was onstuimig en van Johannes en Jacobus staat in de bijbel dat zij graag vooraan wilden staan en om niet meer te zeggen Thomas was een twijfelaar. Het curatorium twijfelt ook. Zij weet niet wie zij “in dienst” nemen. In een 20 minuten durend toelatingsgesprek kun je ook onmogelijk iemand beoordelen. In haar oproep in De Saambinder schrijft het curatorium: “Het is voor mensen een onmogelijke taak”. Misschien is het eerlijker te constateren dat het instituut curatorium een “onmogelijke menselijke instelling is”. In de Bijbel wordt nergens gesproken over een Curatorium. Ook de Dordtse Kerkorde (DKO) zwijgt er over. Wellicht is het verstandiger de werkwijze van het curatorium (overeenkomstig een eerder voorstel van ds. C. Harinck) anders in te richten: laat al diegenen met een attest eerst eens een jaar de opleiding volgen en evalueer dan. Aan de vruchten kent men de boom! En laat een echte deskundige, bijvoorbeeld een psycholoog, advies geven. Het curatorium hoeft zich echt niet te schamen om professionele ondersteuning in te roepen. Je kunt nou eenmaal als ‘gewoon’ lid van het curatorium niet alles maar wees zo eerlijk om dat te erkennen.
Een voorbeeld
Een man van rond de 40 jaar, al jaren ouderling, is meer dan vijf elkaar opvolgende jaren, met een attest van zijn kerkenraad (die hem beter kent dan de leden van het curatorium in 20 minuten kunnen) in de binnenzak, naar het curatorium van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam geweest en wordt voor de zoveelste keer afgewezen. Hij komt thuis en zegt tegen zijn vrouw: “Weer afgewezen”... Bovenstaande is niet verzonnen maar is helaas een recent praktijkvoorbeeld. Iedereen kan invoelen dat een en ander voor de afgewezene een behoorlijke psychische impact heeft. In twintig minuten, zo kort duurt het onderhoud met het curatorium, heeft de kandidaat vertelt over zijn bekering en roeping tot het ambt. Helaas werd hij gediskwalificeerd voor het ambt van dominee. En dat voor de zoveelste keer. Wat is hier aan de hand? Spreekt het curatorium net als de Paus “Ex Cathedra” (dus van uit onfeilbaarheid)? De recente praktijk in de Gereformeerde Gemeenten laat van die mogelijke onfeilbaarheid weinig over. Bekering en roeping zijn tere subjectieve ervaringen. Leden van een curatorium kunnen deze door de kandidaat vertelde bevinding (of ervaring) overnemen of niet overnemen. Wat betekent dit woord “overnemen” eigenlijk? Nou, eenvoudiger gezegd: “geloven” of “niet geloven”.
Tenslotte
Ieder die na het lezen van deze brief denkt: "Kijk, weer iemand die tegen het curatorium aanschopt" wil ik graag het volgende voorhouden. In Mattheüs 7 wordt gesproken over (be-)oordelen. De kanttekenaren schrijven daar bij: "Oordeelt niet namelijk lichtvaardiglijk of verkeerdelijk... of ongegronde achterdocht. Anders is een oprecht oordeel van zaken waarvan men oprechte kennis heeft, als het tot een goed einde geschiedt, zo in het gericht als daarbuiten, niet alleen geoorloofd, maar ook geboden". En hier wringt mijns inziens de schoen: het curatorium kan onmogelijk in 20 minuten over "oprechte kennis" beschikken. Je moet het oordeel maar aandurven en voor je rekening kunnen nemen!
André van Putten is een 'gewoon' kerklid van de gereformeerde gemeente te Kampen. Namens het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten laat ds. J. J. van Eckeveld in een reactie weten: "De afgelopen jaren hebben wij meerdere malen en op verschillende manieren uiteengezet wat de achtergrond en de werkwijze van het curatorium is. We hebben geen enkele behoefte om dat nu opnieuw te doen."
Foto: GerGeminfo.nl
Praatmee