Het kamp, dat al sinds 1948 christelijke jeugdkampen organiseert in de bergen van Colorado, kreeg vorig jaar te maken met de nieuwe genderwet van de staat. Die eiste onder meer dat kinderen toiletten en douches mochten gebruiken op basis van hun genderidentiteit, niet hun biologische geslacht (genderidentiteit is het gender waartoe iemand zichzelf rekent, los van het biologische geslacht, red.). 

Volgens de christelijke organisatie Alliance Defending Freedom (ADF) moest het kamp kiezen: of meedoen met de regels en zijn geloof opgeven, of zijn vergunning verliezen. “De overheid mag een christelijk kamp niet bedreigen of straffen omdat het vasthoudt aan haar christelijke overtuiging ten aanzien van seksualiteit", zei ADF-jurist Andrea Dill.

Het kamp probeerde eerder een religieuze vrijstelling te krijgen, maar de staat weigerde dit. Daarom stapte ADF op 12 mei namens het kamp naar de rechter.

Inmiddels is er een schikking bereikt. De staat Colorado erkent nu dat religieuze instellingen, zoals kerken en kampen, vrijgesteld zijn van deze genderwet. Het kamp mag dus blijven werken volgens haar christelijke overtuigingen. 

“Staatsfunctionarissen mogen geen gevaarlijke ideologie boven het welzijn van kinderen stellen", zegt Andrea Dill. “We zijn dankbaar dat Camp IdRaHaJe weer vrij is om te doen wat het al 75 jaar doet: kinderen ontvangen en Jezus centraal stellen, zonder angst voor straf.”

De naam van het kamp, IdRaHaJe, is een afkorting van het lied I’d Rather Have Jesus (vertaling: Ik heb liever Jezus, red.).

Volgens de kamporganisatie worden elk jaar duizenden kinderen bereikt met het Evangelie. “We wilden trouw blijven aan wat de Bijbel zegt over man en vrouw. Nu kunnen we dat blijven doen", aldus het kamp in een verklaring.