Marleen 't Hart over haar werk in Oekraïne: "God is aan het werk, midden in de oorlog"
Begin mei reisde ze af naar Oekraïne voor een werkbezoek namens Stichting Hulp Oost-Europa. In een land waar de oorlog nog altijd het dagelijks leven ontwricht, bezocht ze verschillende Roma-schooltjes en een kindertehuis in Transkarpatië, het westen van het land. Marleen ’t Hart uit Veenendaal coördineert zes Roma-schooltjes in Transkarpatië, het westelijke deel van het door oorlog geteisterde land. Samen met haar man bezocht ze zowel de scholen als een kindertehuis dat hulp biedt aan kinderen zonder thuis. Wat ze daar zag, raakte haar diep: “Zonder deze plekken zou er niets overblijven.”
Een meisje dat voor het eerst op school komt, verlegen, vies, zwijgzaam. Een paar maanden later zingt ze Bijbelliederen, speelt ze met andere kinderen en weet ze wat haar juf bedoelt. Zulke veranderingen raken Marleen 't Hart diep. Ze is projectleider voor Stichting Hulp Oost-Europa en coördineert zes Roma-schooltjes in West-Oekraïne. "Het zijn plekken van liefde. Zonder deze schooltjes zou de hele gemeenschap instorten."
Van Rwanda naar Transkarpatië
Marleen is geen onbekende in het werkveld. Samen met haar man Martin werkte ze zes jaar als zendingswerker in Rwanda, waar ze zich inzette voor christelijk en kleuteronderwijs. Terug in Nederland bleef de passie voor kwetsbare kinderen. Toen ze een vacature zag bij Stichting Hulp Oost-Europa, wist ze: dit past bij mijn hart.
"Het werk bij de Roma-schooltjes raakt aan alles wat ik belangrijk vind: zorg, onderwijs, geloof. Het is zwaar werk, zeker in een land in oorlog, maar je ziet dat God aan het werk is. Bijvoorbeeld in de manier waarop kinderen opbloeien: van verlegen en vervuild naar vrolijk meedoen in de klas, zingen over Jezus en zelfvertrouwen tonen. Of in de trouw van leerkrachten, die ondanks de dreiging van dienstplicht ondergedoken blijven om hun werk te blijven doen. Dat zijn tekenen van hoop die ik zie."
Onderwijs als levenslijn
In Transkarpatië, het westelijke deel van Oekraïne, lijkt de oorlog op afstand. Er zijn geen tanks of kapotgeschoten huizen, maar de impact is voelbaar. "Alle gezinnen zijn gebroken. Veel vrouwen staan er alleen voor. De mannen zijn in het leger of zijn gevlucht of ondergedoken om het leger te ontlopen. Voor hun is dit ook een moeilijke keuze: Luister je naar de overheid of ‘deserteer je’ en wat is daarbij Gods roeping. Bij beide keuzes zie ik dat er zegeningen zijn.”
In deze chaos zijn de Roma-schooltjes als ankers. "Kinderen komen vaak zonder ontbijt, vies en in kapotte kleding. Op school krijgen ze eten, worden ze gewassen, krijgen ze nieuwe kleren en leren ze basisvaardigheden zoals tandenpoetsen. Ze leren bidden, zingen, en ervaren liefde."
Goddelijke bescherming
Wat Marleen opvalt, is de trouw van de mensen die de schooltjes draaiende houden. "Er zijn leiders die zich hebben onttrokken aan het leger om dit werk voort te kunnen zetten. Zonder hun keuze zouden de schooltjes er niet meer zijn. Dat is een zware beslissing, maar ik zie er Gods leiding in. Sinds het begin van de oorlog is er geen enkele leerkracht ziek geworden of gestopt. Dat zegt zoveel."
Niet altijd de juiste hulp
Tijdens haar werk ziet Marleen ook de keerzijde van goede bedoelingen. "We sturen soms zoveel tweedehandskleding dat mensen het gaan opstoken als brandstof. Er is een huis afgebrand omdat er te veel kleding lag. Dat heeft mij echt aan het denken gezet."
Daarom is Hulp Oost-Europa terughoudend met materiele donaties. "Wij focussen op het ondersteunen met een financiële vergoeding voor sommig personeel, onderwijs en voedsel. Er is personeel dat salaris krijgt via de overheid of de kerk. Stichting HOE geeft hier de voorkeur aan. Soms is het onmogelijk, dan probeert Stichting HOE met een vergoeding bij te springen, omdat anders de school niet magen kan draaien. Ook dat voedsel wordt in Oekraïne zelf gekocht. Zo versterken we de lokale economie en maken we mensen niet afhankelijk."
Verbinding tussen culturen
Een van de mooiste dingen die Marleen ziet, is de groeiende verbinding tussen Hongaarse christenen en Roma-gemeenschappen. "Ze werken samen op de scholen. Hongaarse juffen geven les met Roma-assistenten. Er ontstaan ontmoetingen, dwarsverbanden, vertrouwen."
Dat gebeurt ook tijdens speciale dagen, zoals de kinderdag die Marleen bijwoonde. "Tienermeiden uit het kindertehuis gaven dansworkshops aan Roma-kinderen. De boodschap van hun dans? 'I'm still standing'. En dat is precies wat ze doen. Ze staan er nog, omdat God er is."
Geloof in actie
Marleen ziet haar werk als een vorm van er zijn. "Je hoeft het niet allemaal te regelen of op te lossen. Je bent daar namens mensen in Nederland die geven. En uiteindelijk namens God." Die houding geeft rust, ook als de financiële druk toeneemt. "Een leerkracht zei eens: 'We zijn niet afhankelijk van Nederland. We zijn afhankelijk van God'. Dat heeft me diep geraakt."
Wat kunnen wij doen?
Marleen roept christenen op om bewust te leven. "Je kunt niet alles doen, maar begin met gebed. En als je geraakt bent, kijk wat je kunt bijdragen. Vertel het verhaal door, geef een presentatie, doneer, of bid. We hoeven het niet voor onszelf te houden."
Want, zegt Marleen: "Als jij dit leest, doet God daar misschien wel iets mee in jouw hart. Want Hij wil dat we er zijn, op de plek waar Hij ons roept. En Hij laat zien: zelfs midden in de oorlog, breidt Hij Zijn Koninkrijk uit."
Praatmee