Ben je als christen nog een zondaar? GerGem-predikant antwoordt
Wanneer je als gelovige struikelt in zonde, ben je dan nog steeds een zondaar? Of mag je jezelf zien als heilig, dankzij je verbondenheid met Christus? Die vraag stelde een lezer onlangs op Refoweb, naar aanleiding van een gesprek met een familielid. Het antwoord van ds. A.T. Vergunst geeft aan pastoraal antwoord, dat christenen uitdaagt opnieuw te ontdekken wat het betekent om ‘in Christus’ te zijn.
Ds. Vergunst erkent dat de vragensteller een belangrijk punt aansnijdt. 'Als we in Christus geloven, dan zijn we met Hem verenigd. En die vereniging is geen bijzaak, maar de kern van het evangelie', aldus de predikant. In het Nieuwe Testament wordt volgens hem meer dan honderd keer gesproken over het ‘in Christus’ zijn. Die uitdrukking wijst op een nieuwe geestelijke realiteit: wie in Christus is, wordt niet langer door God als zondaar beschouwd, maar als heilige.
Zondig, maar geen zondaar?
Hoewel gelovigen tot hun laatste adem blijven worstelen met zonde - zoals Paulus beschrijft in Romeinen 7 - is hun identiteit veranderd. 'Ze zijn geheiligden in Christus. De apostel Paulus noemt hen in zijn brieven consequent broeders en heiligen, nooit meer zondaren', zegt ds. Vergunst. 'Dat betekent niet dat we niet meer zondigen, maar wel dat God ons in Christus ziet - en dus als vlekkeloos.'
Hij vergelijkt het met een huwelijk: 'Een vrouw die trouwt, krijgt een nieuwe naam en status. Ze blijft dezelfde persoon, maar haar identiteit is veranderd. Zo is het ook als we ons aan Christus toevertrouwen.'
De predikant benadrukt wel dat gelovigen nog steeds God kunnen bedroeven. 'Zonde blijft zonde, ook als een gelovige die begaat. Zoals je in een huwelijk je partner verdriet kunt doen, zo kunnen ook wij de Heilige Geest bedroeven.' Maar, zo voegt hij toe: 'Dat verbreekt niet de relatie met God. De band blijft, want Christus heeft de straf gedragen. Wel kan God uit liefde kastijden, zoals een vader zijn kind opvoedt.'
Hoe spreek je gelovigen aan?
Volgens de predikant vraagt deze theologische werkelijkheid ook iets van de taal die we gebruiken in prediking en pastoraat. 'Het is niet juist om Gods kinderen voortdurend aan te spreken als zondaren. Zo spreekt het Nieuwe Testament ook niet over hen.' In plaats daarvan moeten we de balans bewaren tussen de realiteit van onze zondigheid en de identiteit die we in Christus hebben ontvangen.
Praatmee