PKN slaat brug naar mopperende criticasters
Wie door het gebouw van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) loopt, waant zich in een gebouw van de Rijksoverheid. Allerlei ‘ambtenaren’ zijn druk met vergaderingen, rapporten en begrotingen. Als je het megapand voor het eerst bezoekt, zou je in het ‘Kremlin’ van kerkelijk Nederland zomaar kunnen verdwalen. De PKN-mopperaar zou dit cynisme even moeten parkeren. De volkskerk verdient, aan het begin van dit nieuwe jaar, een groot compliment.
In de kerkelijke wandelgangen wordt er regelmatig gemopperd op de PKN. Bijvoorbeeld over gebrek aan steun voor het Joodse volk, over de (te) progressieve wind die er waait en het in de kou laten staan van de slachtoffers van ds. W. P. van der Aa. Soms zien deze mopperende christenen over het hoofd dat de PKN een brede volkskerk is. En als volkskerk kun je het nooit goed doen. Onder een PKN-statement over Israël en de Palestijnse gebieden reageren gelovigen uit beide ‘kampen’ hun ongenoegen. Als de PKN een klimaatmars promoot, vragen mensen zich af waarom het stil blijft omtrent de Mars voor het leven. En als de kerk een gebed voor Syrië deelt, is er altijd iemand die roept dat er een bepaalde bevolkingsgroep over het hoofd wordt gezien.
Praatmee