Het rapport beschuldigt de kerk van een ‘doofpotaffaire’ en leidde eerder al tot het aftreden van de aartsbisschop van Canterbury, Justin Welby. Onder de geschorste geestelijken bevinden zich Hugh Palmer, voormalig rector van All Soul's Church in Londen, en Rico Tice, oprichter van Christianity Explored. Beide priesters zijn hun bevoegdheid kwijtgeraakt in afwachting van een verder onderzoek door de Angelicaanse Kerk. Ook Sue Colman, een predikante in Hampshire, en Nick Stott, een pastor uit Cheltenham, zijn geschorst.

Volgens het rapport was Palmer in 1982 betrokken bij een ontmoeting met een slachtoffer van Smyth, die de dag ervoor een zelfmoordpoging had gedaan. Hoewel Palmer beweert dat zijn bezoek was ingegeven door ‘oprechte bezorgdheid’, uitten slachtoffers later twijfels over de werkelijke motieven achter dergelijke ontmoetingen.

Rico Tice, die eerder dit jaar de Kerk van Engeland verliet vanwege de invoering van zegeningen voor relaties van hetzelfde geslacht, gaf aan dat hij in 1987 op de hoogte werd gebracht van de misbruikzaken. Hij verklaarde dat hij zijn zorgen ‘herhaaldelijk’ meldde aan leidinggevenden van de Iwerne-kampen, maar dat hij destijds niet de volledige ernst van de situatie inzag.

Het rapport noemt ook Sue Colman en haar echtgenoot, zij ondersteunden een organisatie die Smyths werk in Afrika financierde. Dit impliceert volgens de onderzoekers dat zij ‘significante kennis’ moeten hebben gehad van het misbruik dat plaatsvond in zowel het Verenigd Koninkrijk als Afrika.

Nick Stott wordt genoemd vanwege zijn aanwezigheid bij de verdachte dood van een jongen tijdens een kamp in Zimbabwe. Hij vertelde de onderzoekers dat hij ervan uitging dat de kwestie door anderen naar behoren zou worden onderzocht.

Het rapport benadrukt dat de Kerk van Engeland op meerdere niveaus heeft gefaald om slachtoffers te beschermen en misbruikers ter verantwoording te roepen. Naast de schorsingen zijn er oproepen om verdere stappen te ondernemen tegen betrokken geestelijken.