Kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders openen aanval op 'extreemrechts': terecht?
Een groot aantal vooraanstaande christenen, theologen en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders ondertekende onlangs een verklaring van Micha Nederland tegen wat zij ‘extreemrechts’ noemen. Aangezien ‘extreemrechts’ doorgaans als scheldwoord wordt gebruikt om een bonte stoet aan onwelgevallige figuren en opvattingen mee aan te duiden, zou je je als christen niet per se aangesproken hoeven te voelen. Maar wanneer vervolgens concreet geageerd wordt tegen ‘extreemrechtse’ politieke partijen als PVV en FVD, dan wordt het persoonlijk.
Volgens de Micha-verklaring kunnen mensen die zich met ‘extreemrechts’ associëren niet langer aangemerkt worden als oprechte volgelingen van Jezus. En dat gaat mij veel te ver. Sterker nog, er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat genoemde partijen vaak als enige stem geven aan het onrecht dat grote groepen in de samenleving de afgelopen decennia is aangedaan. Dat is de reden dat ik me genoodzaakt voel om elk van de zes punten uit de genoemde verklaring van een reactie te voorzien en uit te leggen waarom ik ‘extreemrechts’ ben. Dat ik daaraan nog een zevende opmerking toevoeg is meer dan een knipoog; ik denk dat een gezamenlijk streven noodzakelijk is om als christenen in het huidige politieke tijdsgewricht geloofwaardig te blijven.
1. ‘Een tsunami aan vluchtelingen'
Met Micha Nederland ben ik ervan overtuigd dat de menselijke waardigheid tot de kern van het christelijk geloof behoort. Wij allen – joden, christenen, andersgelovigen, inclusief vluchtelingen – zijn door God geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar tegelijk ben ik niet zo naïef om te denken dat afkomst, religie en cultuur nooit een bepalende rol spelen bij gedrag dat zonder meer als schadelijk dient te worden aangemerkt. Door in het kader van recente migratiegolven te spreken van ‘een tsunami’, vroeg Geert Wilders aandacht voor het even massale als ongecontroleerde karakter ervan. Met alle gevolgen van dien voor zowel de kwaliteit van de opvang als de sociale cohesie, tolerantie en onderlinge solidariteit in onze samenleving op de langere termijn.
Praatmee