Een boodschap voor christenen met een tatoeage
Tatoeages zijn in. Overal zijn ze te zien. Bijvoorbeeld in een Sterreclame waarin zanger Douwe Bob een gevoelig liedje ten gehore bracht. Zijn beide armen waren volledig bedekt met tatoeages.
Is het neutraal en onschuldig om je huid te gebruiken als publicatiescherm voor je gevoelsuitingen? Zoiets als de naam van je geliefde laten tatoeëren in je huid! Ieder mens is toch vrij in wat hij laat aanbrengen aan tatoeages? Dat zou je kunnen denken en dat denken veel mensen ook. Het fenomeen is sterk in opkomst.
Ergens las ik dat ‘tatoeages een schending zijn van de lichamelijke integriteit’. De meeste mensen zullen misschien zeggen: ‘wáár heb je het over?’ Bij iets wat je vrijwillig doet, kán toch geen sprake zijn van schending! Néé, bij Joodse mensen die in de concentratiekampen van de nazi’s onvrijwillig een kampnummer kregen getatoeëerd, dát was echt een schending van de lichamelijke integriteit!
Mijn huid is toch van mij?
Maar als het vrijwillig is? Je ziet het steeds méér. Wout Weghorst, als voetballer van het Nederlands elftal, liep ermee te koop op zijn arm. Een forse afbeelding was aangebracht in zijn huid. Deze zomer waren er ook vele tatoeages te zien in het openbare leven: op benen, armen, buiken en ruggen van mensen. Misschien ook op plaatsen die schuilgaan achter onderkleding. Hopelijk blijven die afbeeldingen bedekt! Je moet er niet aan denken!
In de christelijke wereld herinneren we ons dat oud EO-coryfee Arie Boomsma destijds zijn lichaam heeft getooid met allerlei tatoeages. Op zijn rug prijkt zelfs een levensgrote figuur. De menselijke huid als medium!
De invloed van deze ‘influencers’ is niet te onderschatten. Vooral jonge mensen beschouwen het als stoer en uitdagend om een statement te maken met een soms kleine tatoeage op een enkel of pols. Wat kan daar nou op tegen zijn? Mijn huid is toch van mij? Zo redeneren ze. Sommige atleten op de Olympische Spelen in Parijs geneerden zich niet voor uitbundige tatoeages, die aangebracht zijn over een groot gedeelte van hun lichaam. Mijn indruk is dat velen het van elkaar overnemen. Het kopieergedrag is daarin groot!
Zonnebrandcrème
Als je daar vanuit de Bijbel iets tegenin wilt brengen, loop je het risico dat je krijgt te horen: ‘o, ja, het zal toch niet zo zijn dat christenen wéér bezwaar hebben!’ Waarom kunnen zij de zon niet in ons water zien schijnen? Ze zijn ook overal op tegen! Ze gunnen ons onze genoegens en lifestyle niet!
Maar de huid is daar niet voor bedoeld. Elke dermatoloog zou zo een aantal tegenwerpingen kunnen noemen voor het laten aanbrengen van tatoeages. Die bezwaren zijn van medische aard. Tussen haakjes, dermatologen zijn ook uitermate bezorgd voor de blootstelling van de huid aan de zon. De risico’s op huidkanker zijn onevenredig groot. Zelfs zonnebrandsmeermiddelen met de hoogste beschermingsfactor sluiten dit risico niet uit.
Een tempel
Christenen hebben nog andere redenen om zuinig te zijn op zo’n kostbaar orgaan als de menselijk huid. Zij wijzen op een uitspraak van de apostel Paulus die stelt dat het lichaam van een gelovige een tempel is van de Heilige Geest. Een tempel! We vinden dat in 1 Korinthe 6:19. Je mag je huid niet als uithangbord laten gebruiken voor je ‘message’. Zelfs niet als dat een Bijbeltekst zou zijn!
Voor een christen geldt bovendien nóg iets anders: wij zijn niet meer van onszelf, maar van Hem die ons gekocht heeft. Dat staat namelijk in het volgende vers, namelijk 1 Korinthe 6:20. De hele passage luidt als volgt:
Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.
We zijn niet van onszelf
Deze passage in Paulus’ eerste brief aan Korinthe gaat dus over eigendomsrechten. Het gaat erom van wie wij zijn. Wiens eigendom wij zijn en Wie het over ons te zeggen mag hebben. Wij zijn als gelovigen naar een andere Eigenaar overgegaan.
Wij zijn uit de banden van de dood, uit de boeien van de zonde, uit de handen van de Boze bevrijd en losgekocht. Uit de handen van de duivel, in de handen van God. De Boze is niet meer onze eigenaar, maar wij zijn het eigendom geworden van God door de Heere Jezus Christus. Door Hem gekocht! En omdat God door Zijn Geest in ons woont, is ons lichaam Zijn tempel geworden. Daarom kunnen en mogen wij niet meer zelfstandig beslissen wat we ermee doen. We zijn nu – kort en goed – van God. Alles wat we zijn en wat we hebben en wat we doen, alles aan ons en alles in ons, ons lichaam en onze geest, het is allemaal en helemaal van God.
Korinthiseren
De losse seksuele moraal was voor Paulus toen het springende punt. ‘Volg je seksuele verlangen’, was het adagium in Korinthe. In die decadente havenstad met zijn vele bordelen en hoeren was dat allemaal niet zo ingewikkeld. Publieke vrouwen ‘werkten’ in de tempels van die stad als priesteressen van Afrodite, de godin van de liefde.
In het Grieks van die tijd bestond een werkwoord die op deze levensstijl wees. Dat luidde ‘korinthiseren’. Het betekent niet anders dan: er een losbandig leven op na houden. Je seksuele behoeften uitleven! Maar ook zoiets als het laten zetten van een tatoeage, zou bij Paulus kunnen rekenen op afkeuring. We moeten zuinig zijn op onze tempel en die met alle respect, eerbied en waardigheid behandelen! Als je er toe bent overgegaan om een tatoeage te laten aanbrengen, maar je krijgt er spijt van, dan is het bovendien tamelijk lastig om die te laten verwijderen.
Gelovige kinderen van God laten het wel uit hun hoofd om naar een tatoeage-studio te gaan, want het zou een ontering zijn van de tempel van de Heilige Geest. Voor christenen geldt: ‘Verheerlijk dan God met uw lichaam’!
Ds. Yme Horjus, emeritus-predikant van de Unie en oud-rector van het Baptisten Seminarium. Bovenstaand artikel verscheen eerder op de website van Bijbels Beraad M/V en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee