Elk mens is in Gods nieuwe wereld overwinnaar óf verliezer
Wij zijn nauwelijks in staat ons een beeld van Gods nieuwe wereld te vormen; onze woorden en verbeeldingskracht schieten daarvoor eenvoudig te kort. Het is net zo moeilijk als aan een blindgeborene uit te leggen hoe een rivier- of berglandschap (dingen die je niet kunt ‘vastpakken’) er uitziet. Daarom kunnen we over de nieuwe schepping bijna uitsluitend in metaforen spreken: een bruiloft, een maaltijd, een stad met gouden straten, een feestzaal (Openb. 19-21). De belangrijkste beschrijving van de nieuwe wereld is de negatieve: vertellen wat er niet meer zal zijn (en dat is al bemoedigend genoeg): geen tranen, geen dood, geen rouw, geen geschrei, geen pijn meer (vs. 4).
In Gods nieuwe wereld zal zijn volk diegenen omvatten die niet, zoals de Adam van vóór de zondeval, uit de ‘staat der onschuld’ stammen, maar die alle ellende gesmaakt hebben die het gevolg van de zonde is. Juist daardoor zullen zij in staat zijn om alles wat God voor hen bereid heeft, volmaakt te genieten. Zij zullen gelukkig zijn in God, terwijl Adam juist meende gelukkiger te worden door ongehoorzaamheid aan God. De best denkbare wereld is die waarin God in al zijn heiligheid en heerlijkheid en in alle rust en vrede kan wonen. De zonden van de mensheid hebben God ‘moeite’ aangedaan (Jes. 43:24). Zolang de zonde nog regeert in deze wereld, kan God (uiteraard zeer menselijk gesproken) geen volmaakte rust ten aanzien van die wereld vinden. Er zal het Lam voor nodig zijn om de kosmos te reinigen van de smet van de zonde (Joh. 1:29), en dat zal Hij doen op grond van zijn eenmaal volbrachte verzoeningswerk.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee