Dr. Hoek houdt pleidooi voor ‘gereformeerde biecht’: “Laat het geen vrome daad worden”
De Reformatie heeft gebroken met de biecht als kerkelijk instituut. Is deze functie van het pastoraat niet te veel verbleekt? Is een pleidooi voor ‘gereformeerde biecht’ op zijn plaats? Deze vragen kwamen deze week aan de orde op de Haamstedeconferentie in een lezing van dr. P. C. Hoek. “Biecht vraagt om het concreet benoemen en belijden van de zonden”, maakt hij duidelijk.
“De biecht als vorm van boete omvat drie elementen: de verbrijzeling van het hart, de belijdenis met de mond en de voldoening door de daden”, merkt de hersteld hervormde predikant uit Putten op. “Met name op het laatste punt tekent de Reformatie bezwaar aan. Over de biecht zelf oordeelt reformator Maarten Luther op zichzelf heel positief. Als de biecht niet zou bestaan, dan zou Luther er een reis van duizend jaar voor over hebben om de biecht op te graven. Op diverse punten heeft hij fundamentele kritiek geoefend op de leer van de biecht, waaronder de dwang. Niemand zou er volgens hem toe moeten worden gedwongen.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee