Iran veroordeelt christelijke toerist tot tien jaar cel vanwege 'evangeliserende activiteiten'
Een Armeense toerist, Hakop Gochumyan, is in Iran veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens vermeende illegale evangelisatie-activiteiten, een strafbaar feit volgens de strenge religieuze wetten van het land. Dat meldt Christian Post.
Volgens de katholieke nieuwssite Asia News werd Gochumyan veroordeeld zonder duidelijke bewijzen, enkel op basis van de “persoonlijke intuïtie” van de rechter, zoals toegestaan volgens het Islamitische Wetboek van Strafrecht van Iran.
Gochumyan en zijn vrouw, Elisa Shahvardian, werden in augustus 2023 gearresteerd tijdens hun vakantie in Iran. Het christelijke hulpproject Barnabas Aid meldt dat het echtpaar werd opgepakt toen ze met hun kinderen bij vrienden in Pardis, nabij Teheran, aan het dineren waren. Inlichtingenagenten vielen het huis binnen, arresteerden alle volwassenen en namen verschillende Farsi-talig Nieuwe Testamenten en andere christelijke literatuur in beslag.
De twee kinderen van het stel, 7 en 10 jaar oud, werden na de arrestatie ondergebracht bij Shahvardians tante, aldus de Amerikaanse organisatie International Christian Concern (ICC).
Martelingen
Na de inval werd het echtpaar overgebracht naar de beruchte Evin-gevangenis, bekend om de zware omstandigheden. Hier zouden ze in eenzame opsluiting zijn geplaatst en zware psychologische martelingen hebben ondergaan.
Shahvardian, die Iraanse roots heeft en familie in Iran, werd in oktober 2023 op borgtocht vrijgelaten. Hakop bleef echter vastzitten en werd beschuldigd van “evangeliserende activiteiten die in strijd zijn met de heilige wet van de islam” vanwege zijn betrokkenheid bij een netwerk van evangelisch christendom. Hij heeft deze beschuldigingen altijd ontkend.
In een gesprek met de waakhondgroep Artikel 18 in december, verklaarde Shahvardian, dochter van de Iraans-Armeense pastor Rafi Shahverdian, dat inlichtingenagenten hen beschuldigden van “illegale christelijke activiteiten."
Evangelisatie
Tijdens het proces van Hakop, dat in februari 2024 resulteerde in zijn veroordeling, benadrukte zijn advocaat het gebrek aan concrete bewijzen. De advocaat voerde aan dat de beslissing ongepast was beïnvloed door Artikel 160 van het Islamitische Wetboek van Strafrecht van Iran, dat rechters toestaat hun intuïtie te gebruiken in plaats van feitelijk bewijs. Het beroep van Hakop is echter nu afgewezen waardoor zijn tienjarige gevangenisstraf is bevestigd.
Historische christelijke minderheden in Iran, zoals Armeniërs en Assyriërs, mogen legaal christendom praktiseren. Echter, de wet verbiedt strikt evangelisatie, vooral onder de moslimmeerderheid en Farsi-sprekende gemeenschappen. Dit omvat het verspreiden van christelijke materialen zoals Bijbels in het Farsi, en activiteiten die worden gezien als pogingen om moslims tot het christendom te bekeren.
Ondanks meer dan veertig jaar van zware beperkingen en regelrechte vervolging, groeit het christendom sterk in Iran, aldus de ICC. “Voor meer dan 40 jaar heeft het Iraanse regime Iraanse christenen vervolgd door het verbieden van Farsi-talige Bijbels, het opsluiten van kerkleiders en het vals beschuldigen van bekeerlingen tot christendom als bedreigingen voor de nationale veiligheid,” verklaarde een vertegenwoordiger van de ICC. “Maar ondanks alles werkt God een wonder, en groeit de ondergrondse kerk in Iran snel.”
Praatmee