Ogen van honderden kerkgangers volgden iedere avondmaalsganger
Ongeschreven regels zijn een kenmerk van elke cultuur. Ze geven steun en houvast. Mensen weten wat er van hen verwacht wordt en dat vergemakkelijkt het leven van alledag. De veiligheid van die regels ervoer ik als kind ook binnen de reformatorische subcultuur. Ik vond het prima dat ik geen broek aan mocht, ook niet bij een bergwandeling of het schaatsen. Met plezier droeg ik op zondag mijn hoedje. Natuurlijk hadden we geen kerstboom en geen televisie.
De gang van zaken in de kerk was vol eerbied, ontzag voor God en rust. De psalmen op hele noten, gezongen bij het orgel op de berijming van 1773. De ouderling die het Bijbelgedeelte en de Tien Geboden voorlas. De preek van een uur, met op driekwart van de tijd de tussenzang en daarna de toepassing. Ik had ontzag voor de dominee als geroepen dienstknecht. Hij gaf de woorden van God door, zoals Mozes aan het volk. Wat hij zei was de waarheid. Het zitten, het luisteren, het staan voor de zegen – het was goed en het was allemaal zoals het hoorde.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee