Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Nadat ze haar christelijke bubbel beu raakte, verliet Carmen Stoetzer-Melissant de kerk. “Mijn haat-liefdeverhouding met de kerk gebruikte ik als stok om mee te slaan”, geeft de predikant van de Gereformeerde Kerk (PKN) in Boven-Hardinxveld toe. In haar boek ‘Losertheologie’ deelt zij haar persoonlijke verhaal. Over hoe ze na jaren van kerkverlating een roeping kreeg van de God van haar jeugd. Cvandaag zocht de theoloog op in haar pastorie voor een gesprek over haar haat-liefdeverhouding met de kerk, kleurplaatchristendom en Jezus’ omgang met ‘losers’.
In haar boek beschrijft Carmen hoe de afstand tussen haar en de traditionele kerk, waarin ze is grootgebracht, groter werd. ‘Op muzikaal vlak kon ik me niet vinden in de zondagse diensten, ik beleefde zo weinig aan de meeste psalmen en gezangen. Er werd een taal gesproken die mij steeds minder en minder aansprak.’ Met haar hippe jeugdband liet ze regelmatig van zich horen tijdens jeugddiensten. Carmen ervaarde dat die diensten ten opzichte van de eredienst op zondagochtend als tweederangs werden behandeld. ‘Na elke dienst waren er wel een paar mensen die de muziek te modern, te hard, te vrolijk of te weet-ik-veel vonden.’ Zij probeerde zich er niets van aan te trekken. ‘Toch knaagde het aan mij en na een aantal jaar was ik er behoorlijk klaar mee en heb ik het bijltje erbij neergegooid.’