Myra stond op het punt abortus te ondergaan maar hoorde toen Gods stem voor het eerst
Myra (34) is in het dagelijks leven sociaal werker. Ze was moeder van een zoontje (10) toen ze onbedoeld zwanger werd. Na een zwangerschap met veel twijfel en druk besloot ze toch haar kindje te houden. "Op het cruciale moment sprak Hij tot mij en heb ik Hem gehoord. Vanaf toen ben ik Hem gaan danken voor het leven."
Een paar jaar geleden ontmoette ik de vader van mijn dochtertje in de kerk. We kenden elkaar al langere tijd, maar de vonk sloeg pas later over. We hadden een mooie tijd samen. Helaas worstelde hij met verslavingsproblematiek. Daar kwam ik pas achter toen we veel samen waren. Hij moest vaak worden opgenomen. Tijdens deze periode raakte ik zwanger.
Ik schrok erg. Dit kind kon ik niet opvoeden in deze situatie. Door zijn verslaving was mijn partner niet capabel genoeg om de verantwoordelijkheid van het opvoeden van een kind te kunnen dragen. Hij bracht ons telkens in gevaar. Ik schaamde me voor mijn situatie en had veel zorgen. Ook om mijn zoon, want ik wilde het beste voor hem. Ik kwam er niet uit. Ik kon alleen maar denken dat dit niet kon.
Ik belde de abortuskliniek in Utrecht. Daar vertelden ze mij dat het nog te vroeg in de zwangerschap was voor een abortus. Ze moesten zeker weten dat het hartje klopte. Elke dag vorderde de zwangerschap en ik moest wachten tot het leven aantoonbaar was. Uiteindelijk ging ik naar de kliniek in Amsterdam, daar kon ik wel terecht. De arts vertelde me dat het nog niets was. Ik merkte op dat ik een hartje zag kloppen. Ze bevestigde dat. “Maar”, zei ze, “het is nog maar een klompje cellen.” Ik merkte toen al dat het me zeer deed dat er zo over het leven gesproken werd. Ze zagen mijn twijfel en stuurden me naar huis.
Ik heb het bewust maar met één vriendin gedeeld, omdat ik bang was voor alle meningen en goedbedoelde adviezen van anderen. Ik heb ontzettend veel getwijfeld. Via het FIOM en Siriz heb ik hulpverlening gehad. Het hielp mij om met mensen buiten mijn netwerk te spreken.
Veilig thuis
Uiteindelijk ging ik weer naar een kliniek in Amsterdam. Na het horen van mijn verhaal, vertelde de arts me dat ze een veilig thuis-melding moest maken. Ik mocht zelf bellen of zij zou bellen. Ik koos het eerste. Dit was heel dubbel voor mij, omdat ik vanuit mijn werk ook aandachtsfunctionaris huiselijk geweld ben. Ineens stond ik aan de andere kant. Ik schaamde me enorm. De kans was aanwezig dat ik een collega aan de lijn zou krijgen.
Veilig Thuis schaalden me in op een risico zwangerschap. Dat verhoogde mijn stress. Naast mijn onbedoelde zwangerschap, werd ik nu ook nog in de gaten gehouden. Het systeem werkte tegen me. Niemand begreep me. Ik wist niet meer hoe ik dit moest dragen.
Ik ben vaak bij verschillende klinieken geweest. Vanwege schaamte durfde ik niet terug te gaan naar klinieken waar ik al eerder geweest was. Ik wilde altijd de echo zien. Keer op keer verliet ik zwanger de kliniek. Het lukte me niet… Ik kon de abortus niet doorzetten.
Inmiddels wist mijn familie dat ik zwanger was. Ze oefenden druk op me uit en zeiden dat ik dit kindje niet kon laten komen. Mijn vader kwam boos naar me toe en vroeg me hoe ik mezelf en mijn zoon zo in gevaar kon brengen. Dit hakte diep op me in.
Gods stem
Toen ik 22 weken was, ging ik weer naar de abortuskliniek. Ik wist: “Nu moet ik het doen, anders kan het niet meer.” De arts zei: “Het is erg druk, de wachtkamer zit vol, dus er is geen moment meer voor twijfel.” Ik ging mee in dit tempo en nam de eerste twee pillen in. Ik stond met de derde pil tegen mijn lippen. Mijn lichaam begon te trillen. Ik probeerde mezelf te overtuigen mijn emoties uit te schakelen. Toen hoorde ik Gods stem: “Vergiftig jezelf niet, Ik heb je het leven gegeven. Ik zal je een hoopvolle toekomst geven.” De stem nam de overhand over mijn eigen gedachten. Toen heb ik mijn spullen gepakt en ben weggegaan. De arts riep nog dat ik altijd terug mocht komen. Ik antwoordde: “Ik zal je een geboortekaartje sturen.”
Ik was erg emotioneel. Voor het eerst in mijn leven had ik Gods stem gehoord. In de periode daarvoor had ik hem gesmeekt tot mij te spreken door een droom of visioen en op het cruciale moment sprak Hij tot mij en heb ik Hem gehoord. Vanaf toen ben ik Hem gaan danken voor het leven. Ik was mentaal op. Maar vanaf toen kwam er een omkeerpunt in mijn negatieve gedachten .
Ik heb in de periode voor deze gebeurtenis en erna veel gehad aan de hulp vanuit het FIOM. De hulpverlener liep met mij op. Ook toen ik aangaf dat ik geen abortus kon laten uitvoeren. In dit besluit speelde ook deels mee dat ik wist hoe ze een abortus uitvoeren met dit termijn. Dit had ik online gelezen, want dat vertellen ze je niet in de kliniek.
Jeugbeschermingstafel
Ondertussen liep de zaak bij Veilig Thuis door. Ik had in mijn paniek verteld dat ik bang was niet goed voor mijn kindje te kunnen zorgen. Toen rapporteerden ze dat ik te labiel was om voor mijn kinderen te zorgen. Daarom werd een jeugdbeschermingstafel belegd. Daar schoven alle betrokken partijen aan: mijn partner en ik, Veilig Thuis, de kinderbescherming en de jeugdverpleegkundige. Tijdens dit overleg bespraken we of er een maatregel moest worden ingesteld voor ondertoezichtstelling.
De jeugdverpleegkundige greep in. Hij zei: “we moeten mevrouw weer in haar eigen kracht zetten, in plaats van de situatie verergeren met maatregelen. In mijn praktijk zie ik een verantwoordelijke moeder die goed voor haar zoon zorgt.” Toen werd het dossier gesloten, onder voorwaarde dat we een goed ouderschapsplan zouden opstellen.
Een dochter!
Rond 37 weken zwangerschap kwam ik weer in contact met de vader. We spraken af om de paar weken contact te hebben. Precies toen hij langskwam, braken mijn vliezen. Daardoor kon hij bij de bevalling aanwezig zijn.
De kraamtijd was pittig. Het was mogelijk dat ik na mijn prenatale depressie een postnatale depressie zou krijgen. Maar dat gebeurde niet. Ik heb iedere dag God gedankt voor mijn dochter. Met mijn gevoel naar haar zit het echt goed. Maar ik heb nog wel last van schuldgevoel richting mijn dochter. Het kindje, dat op Myra’s arm zit tijdens het gesprek, lacht. Liefdevol kijkt ze naar haar dochter en zegt: “je bent zo’n mooi en lief meisje.”
Lotgenoten
Tijdens mijn zwangerschap had ik behoefte aan contact met lotgenoten. Nergens vond ik een verhaal van iemand die een soortgelijke situatie als ik had doorgemaakt. Ik heb me zo ontzettend alleen en onbegrepen gevoeld. Daarom wil ik mijn verhaal delen. Als één persoon hierdoor geholpen wordt, is dat al winst. Ik hoop dat andere vrouwen in een soortgelijke situatie ook mogen geloven dat er voor hen en hun kindje een hoopvolle toekomst is.
Praatmee