Als 17-jarige jongen leerde Van Dooijeweert, werkzaam in een fruitbedrijf, zijn Heer en Heiland kennen. “Dat was een bewuste keuze om mij de rest van mijn leven aan Hem toe te wijden. De Heere sprak tot mij met Jesaja 61:6-7: ‘Doch u zult priester van de HEERE heten, men zal u dienaren van onze God noemen; u zult het vermogen van de heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult u zich beroemen. Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.’” 

Die roeping werd nog niet meteen concreet. Totdat God tot hem sprak tijdens een autorit: “Waar zijn al je goed voornemens? Wat doe je met je roeping?” Na die geestelijke ervaring kwam ik thuis en las ik in De Saambinder (landelijk blad van de Gereformeerde Gemeenten, red.) een oproep om evangelist te worden. Toen was het duidelijk: daar wilde de Heere mij hebben.” Ook zijn vrouw ervoer: “Dit is voor ons.”

Van 1973 tot 1993 was Van Dooijeweert in de Noord-Brabantse stad Tilburg woon- en werkzaam als evangelist. “Pas jaren later ontdekten we dat een echtpaar uit Dordrecht dagelijks om een evangelist in Tilburg bad, met het oog op hun ouders, die God later op ons pad bracht. Ze zijn bij onze evangelisatiepost terechtgekomen om daar de blijde boodschap van de Heere Jezus te horen en ervoor te vallen. Later heb ik op het sterfbed de hand van de man mogen vasthouden toen hij naar het hemels Vaderhuis werd geroepen.”