Zelfs bij het ontbreken van bewijs en een berisping van de rechter, weerhield het de Indiase politie er niet van om Rawat een paar weken vast te houden. De pastor, voorheen hindoeïstisch, was tot dat moment actief in de deelstaat Uttar Pradesh. Volgens de Indiase autoriteiten zou hij mensen hebben bekeerd door hen te 'verlokken.' Het enige 'bewijs' dat de politie echter aantrof en aanvoerde, was zijn Bijbel. 

Rawat werd op 16 juli gearresteerd. Op het politiebureau van Loni Katra werd de pastor aangeklaagd op grond van anti-bekeringswetten die sinds 2021 in het land gehanteerd worden. Zo zou Rawat zich schuldig hebben gemaakt aan ‘een verkeerde voorstelling van zaken, geweld, ongepaste beïnvloeding, dwang, verlokking en frauduleuze middelen".

De volgende dag bracht de politie hem naar een rechtbank in Barabanki, waar de rechter vroeg naar de reden van zijn arrestatie en te horen kreeg dat ze een Bijbel van hem in beslag hadden genomen. "De rechtbank berispte de politieagenten en vertelde hen dat het geen misdaad was om een Bijbel te bezitten en dat hij zelf thuis een Bijbel heeft," vertelde pastor Rawat aan Morning Star News. "De politieagenten zwegen, maar zelfs na dit gesprek werd ik naar de gevangenis gestuurd." 

Rawat zou uiteindelijk pas weken later, op 7 augustus, op borgtocht vrijgelaten worden. Maar daarmee was de ellende nog niet voorbij. Zo vernielden hindoes zijn kraampje, naast zijn huis, waar de pastor wat kleinigheden verkocht. Door het gebrek aan inkomsten, kwam het gezin bijna om van de honger en werd het genoodzaakt om het gebied te verlaten. 

Een team van christelijke leiders hielp de familie van pastor Rawat en zorgde er ook voor dat hij op 7 augustus op borgtocht vrijkwam. Hij en zijn gezin verhuisden naar een niet nader genoemde locatie met gehuurde woonruimte. Zijn gemeenteleden ontdekten waar hij was en blijven hem opzoeken. "Families komen nog steeds voor gemeenschap, gebed en om Gods Woord te horen, maar ze komen allemaal individueel en niet in een groep," zei hij.