Vakantie vieren aan de waterkant: waar denk jij aan?
De vakanties zijn begonnen. Als het even kan, trekken we er op uit. Sommigen blijven heel dicht bij huis, anderen trekken ver weg. We zoeken ontspanning, rust. Even alles vergeten. Even eruit.
EĆ©n van hen is na een vermoeiende klim over de duinen op het strand aangekomen. De kinderen rennen naar de zee. Hij zet met zijn vrouw het strandscherm op. Zelf installeert hij zich daarna in zijn stoel. Het is heerlijk in de zon. Een zacht windje vanuit de zee maakt het net niet te heet. Al gauw gaan zān ogen dicht. Toch slaapt hij niet. Want met Ć©Ć©n van zijn handen speelt hij in het zand. Hij laat het dan tussen zijn vingers door wegstromen. Waar zou hij aan denken?
Aan het strand
Hij zou kunnen denken aanā¦
Abraham. Zou hij ooit aan zee zijn geweest? Toch herinnerde God hem in een gesprek aan het zand aan de zee. God beloofde hem een groot nageslacht. Het zou talrijk zijn als het zand aan de oever der zee (Genesis 22:17). God zei dat niet, toen net het twaalfde kind was geboren... Eigenlijk had Abraham er maar Ć©Ć©n. Tenminste bij zijn vrouw Sara. Die belofte klonk op een uiterst kritiek moment in zijn leven. Kort daarvoor had Abraham juist zijn toekomst uit handen moeten geven. God had het leven gevraagd van zijn ene zoonā¦
God zei: āVertrouw op Mij. Jouw nageslacht zal Ik zo talrijk maken als het zand aan de zeeā.
Een nageslacht als het zand aan de zee. Telkens weer zie je die belofte in de geschiedenis van Israƫl opduiken. Meerdere profeten herhalen het. En altijd weer op de meest cruciale momenten. Momenten dat je geneigd bent om te denken: er blijft niets van dit volk over. God houdt vast aan Zijn beloften...
Zou die man aan het strand daaraan denken?
De Joden in de Tweede wereldoorlog moeten er wƩl aan hebben gedacht. Toen honderdduizenden van hen vergast werden. Had God niet beloofd dat ze zouden zijn als het zand aan de zee?
Maar er is meer om aan te denken: De man aan het strand zou ook kunnen denken aan de zegeningen van God. In Ć©Ć©n van de psalmen (78:20) worden de zegeningen die het volk IsraĆ«l in de woestijn ten deel vielen met dat zand vergeleken. Hij deed vlees op hen regenen als stof, gevleugeld gevogelte als het zand der zeeĆ«nā.
Maar wie kent dit vers uit zijn hoofd? Nee, dan psalm 139 meer bekend. Het gaat dƔƔr over de gedachten van God: āZe zijn talrijker dan het zandā.
Als een vader al zulke gedachten aan het strand krijgt, is het ook maar de vraag voor hoe lang. De kinderen, die normaal pa ās avonds pas laat zie thuiskomen zien nu hun kans. Na een poos in het water gespeeld te hebben, wordt pa aan zijn arm getrokken.
āZullen we samen in het zand gaan spelen?ā. Ja, dan moet je wel. Pa komt uit zijn stoel. Aan de rand van de zee wordt een kasteel gebouwd. Met een echte gracht eromheen. En dan is het wachten op de vloed. Het water komt langzaam op. Eerst lopen de grachten vol. Dan zakken de kaden in het water weg. Het kasteel staat er nog. Maar voor hoe lang? Samen wachten ze tot ook dat in elkaar zakt. De kinderen zijn niet verdrietig. Ze wisten dat het zou gebeuren. Ze zaten er samen op te wachten. Daarom bouwden ze hun zandkasteel vlak bij het waterā¦
Of de man aan het strand nu aan weer een andere aspect van het zand heeft gedacht? Zand als beeld van vergankelijkheid en onstabiliteit? Het zand uit de gelijkenis van Jezus, dat ook wegzakte onder het huis toen de regen viel?
Als jij dit jaar naar het strand gaat, de kinderen u met rust laten, en u wilt toch aan iets anders denken dan aan werk en aan carriĆØre, kan deze meditatie u aan andere gedachten helpen.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee