"Het intense gebed van de Heere Jezus is verhoord. Na Zijn geestelijke strijd heeft Hij rust bij Zijn Vader gevonden. Hij kan tot Zijn discipelen zeggen: 'Slaap nu maar verder en rust.' Hij weet dat Hij de beker van het lijden drinken moet en zal dat ook met volle overgave doen. Dat maakt dit gedeelte direct duidelijk", zegt Van der Plas. "De stilte van de nacht in Gethsemane wordt ruw verstoord. Terwijl Jezus nog spreekt, komt Judas eraan om Hem te verraden. Het is notabele een van de twaalf, schrijft Markus. Het is een man die met Hem was rondgetrokken door het land, die alles gezien had wat Jezus gedaan had en geen woord van Hem gemist had. Hij werd zo vertrouwd dat hij zelfs het geld voor Jezus en Zijn discipelen beheerde. Nu zien we zijn ware aard naar boven komen. 'Hij was een dief', zegt de Bijbel. Deze Judas gaat aan Christus vervullen wat psalm 41 vers 10 zegt: 'Zelfs de man met wie ik in vrede leefde, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zich tegen mij gekeerd.'
"Dat is lijden voor de Heere Jezus. Zo lang samen geweest en nu door zijn eigen discipel verraden. Toch hoeven we daar niet vreemd van op te kijken. Misschien heeft u zelf ook wel eens meegemaakt dat iemand die u vertrouwde of van u hield intussen bezig was u te bedriegen. Dat raakt je van binnen. Het gaat verder dan teleurstelling, het slaat een wond in je hart. We zien het hier gebeuren: Judas is zo dicht bij Jezus en toch mijlenver met zijn hart bij Hem vandaan. Zijn keuze staat vast. Voor 30 zilverstukken verraadt hij zijn Meester. Intussen rekent Judas nog wel met de macht van de Heere Jezus want een grote menigte gewapend met zwaarden en stokken trekt met hem op. Alles geeft de indruk dat in de haast een groep gewapende mannen is opgetrommeld. Andere evangelisten vertellen dat er tempelpolitie en Romeinse soldaten bij waren. Al lijkt het een partij ongeregeld, ze hebben wel opdrachtgevers die tellen: de overpriester, schriftgeleerden en de oudsten."
"Dat zijn de drie leidinggevenden joodse geestelijken die samen het Sanhedrin vormen. Met andere woorden: heel de joodse geestelijkheid keert zich tegen Jezus. Ze hebben de waarschuwing van Kajafas begrepen: als Jezus zo doorgaat, kost het ons alles. Dat hebben ze niet voor Hem over. Als je jezelf wil handhaven tegenover Christus, heb je maar een keuze: er alles aan doen om Hem uit je leven weg te krijgen. Vandaag komen daar geen stokken of zwaarden meer aan te pas. Toch kan het zomaar gebeuren dat we ons toch verzetten tegen Jezus. Calvijn wijst erop dat Markus Judas een van de twaalf noemt. Hij zegt: 'Wij hebben in het geloof niet alleen te maken met de vijandschap van de wereld om ons heen, maar ook met gevaar van binnenuit in de kerk.' Huichelaars kunnen onder mooie schijn erop uit zijn de verkondiging van het Evangelie en dus Christus zelf, uit te schakelen. Judas is een schrikwekkend voorbeeld: het begon met een greep uit de kas en eindigde met een gebonden Jezus."
"Het teken dat Judas aan de soldaten gaf, laat zien hoe ver hij weggezakt was. Hij verraadt Jezus met een kus. In die tijd was het gebruikelijk dat een rabbi en zijn leerlingen elkaar met een kus begroeten, precies zoals het nu nog in sommige landen gebeurt. Het was een teken van verbondenheid en liefde, maar hier wordt het een signaal om Jezus te grijpen en geboeid af te voeren. De Heiland had het voorspeld: 'Een van u zal Mij verraden'. Judas maakt dat hier op een verschrikkelijke manier waar. 'Rabbi, Rabbi', zegt hij. Ook dat maakt iets duidelijk over Judas. Tot nu toe hadden alle discipelen Jezus aangesproken met Heere, vooral Zijn vijanden noemden hem Rabbi."
"Dat waren van die vele rondtrekkende leraren naar wie je kon luisteren, maar die je ook gemakkelijk weer inruilde voor een ander. Nu volgt Judas zich bij hen. Hij kon beter weten, hij had toch Gods grote daden gezien in alles wat Jezus gedaan had? Had Zijn Woord dan niets uitgewerkt bij Judas? Ik denk dat hij een van die mensen was van wie Hebreeën 6 zegt dat ze het goede woord geproefd hebben en de krachten van de komende wereld en daarna afvallig worden. Dan word je hart als een steen: je kruisigt de Zoon van God en je maakt Hem openlijk ten schande. Judas is niet alleen gebleven. Door alle tijden heen zien we het gebeuren dat mensen die soms zo dichtbij Het Woord leefden, later de grootste vijanden van het geloof (kunnen) worden. Na alles wat ze vroeger leerden, gebruiken ze nu om de Heiland tegen te staan. Aangrijpend is dat. 'Ben ik het Heere?', vroegen de discipelen. Die vraag mogen we ook wel stellen als we zien wat er in ons hart leeft. Daarom bidt psalm 139: 'Zie of in mij een schadelijke weg en leidt mij op de eeuwige weg'. Daar worden vijanden vrienden en krijgen zwakken in het geloof nieuwe krachten om door de Heilige Geest te strijden met het ongeloof van hun hart. Weet u er ook van? Dan krijgen we de Heiland des te meer nodig. Je gaat je al meer verwonderen over de liefde en genade van de Heere."
Benieuwd naar de volledige overdenking van ds. A.W. van der Plas? Deze is in de video hieronder terug te luisteren. Eerdere overdenkingen van andere predikanten kunt u vinden op het YouTube-kanaal van 'Dagelijks Woord'.
