Visser der mensen: hebben christenen de opdracht om mensen te vangen?

Onze dominee had vroeger een naambordje op zijn voordeur. Daar stond op: Ds. D. Driessen v.d.m. Dominee Driessen was een deftige dominee. Die afkorting achter zijn naam staat voor verbi divini minister. Vertaald in het Nederlands betekent dat dienaar van het Woord van God.
Maar mijn moeder kende geen Latijn. Toen ik vroeg wat dat betekende, zei ze: ‘visser der mensen’.
Dat was een Bijbels antwoord.
Het begrip ‘visser van mensen’ komt namelijk rechtstreeks uit de Bijbel. Het is Jezus Zelf die Zijn discipelen zo heeft genoemd. Van oorsprong waren zij vissers op het meer van Galilea, in de toekomst zouden ze vissers van mensen worden.
Jezus riep deze mannen bij hun schepen vandaan en zei onder anderen tegen Petrus: ‘Voortaan zul je mensen vangen’ (Lucas 5:10).
Wat heeft Jezus met die uitdrukking bedoeld?
‘Mensen vangen’, zo staat het in de NBV, toch een van de modernste vertalingen. Het zet eenvoudige mensen op het verkeerde been. ‘Mensen vangen’, dat zeg je over boeven. Ja, ik weet dat Jezus later volgelingen had met een zwart verleden, maar er waren ook keurig nette mensen bij.
Misschien is het beter om het woord ‘vangen’ te vervangen door een heel ander woord, namelijk ‘redden’. Dat klinkt niet alleen vriendelijker, maar benadert ook meer wat Jezus heeft bedoeld.
In het Grieks wordt het werkwoord ‘zoogroon’ gebruikt. Het betekent ‘levend gevangennemen’, ‘het leven schenken’ of ‘het leven teruggeven’. Misschien is daarom de omschrijving ‘redden’ duidelijker. Een vis die je uit het water haalt, red je niet, maar een mens wel.
Mensen vangen is mensen redden.
Deze opdracht van Jezus aan de discipelen volgt op het bericht dat Jezus rondging om ‘het evangelie van het Koninkrijk Gods te verkondigen’ (Lucas 4:43) om ‘blinden het gezicht terug te geven, zieken te genezen, en mensen die gevangen zitten te bevrijden’.
Lucas schrijft hoe Jezus twee vissersbootjes had zien liggen op de oever van het meer van Galilea. De vissers zelf waren hun netten aan het spoelen. Jezus wilde deze vissers gaan gebruiken in Zijn dienst. Hij sprak met hen in hun eigen taal, visserstaal: ‘Jullie gaan mensen vangen.’
Ooit redde God Noach en zijn gezin uit het dreigende water. Dat mogen deze vissers in de wereld ook gaan doen. Zij worden geroepen om apostelen te zijn, letterlijk ‘weggezonden’ in de wereld om in de naam van Jezus mensen te redden.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee