Verwachting en vertwijfeling: de Bijbel staat vol met ‘Netflix-series’

Als je op zoek bent naar verhalen vol drama, waar de emoties soms vanaf spatten, hoef je het niet per se te zoeken bij Netflix, of bij een gekerstende vorm van ‘brood en spelen’ zoals New Faith Network. Ook in de millennia oude Bijbel vind je talloze dramatische verhalen; als je de inhoud tenminste goed tot je laat doordringen. De Bijbel staat vol filmische gebeurtenissen.
Neem nou bijvoorbeeld het leven en het schokkende einde daarvan van Johannes de Doper. Hij was ook nog eens een neef van Jezus. Van weinigen gaat de levenskroniek terug tot zelfs (ver) voor de conceptie, maar Jezus en Johannes zijn hierop een uitzondering. Lezen we over de kindertijd vervolgens weinig tot niets, de eerst beschreven ontmoeting van de neven bij de rivier de Jordaan is direct een wonderlijke. De ene neef doopt de andere, terwijl de ene dacht het in dat geval dan juist nodig te hebben door de ander gedoopt te worden. Nog wonderlijker zijn de bijkomende tekenen van een open hemel, een nederdalende Geest van God, en de hemelse stem van de Vader die het welbehagen in de Zoon op machtige wijze uitdrukt (Lukas 3).
Dat beide neven ooit de geschiedenis zouden binnenstappen, was op wonderlijke wijze voorzegd. In eeuwenoude geschriften stond over beider komst geschreven. Het was niet vanzelfsprekend om het ook daadwerkelijk zo te zien toen die tijd daadwerkelijk was aangebroken.
Beiden kregen ze bewonderaars en volgelingen, beiden werden ze door vele anderen juist verguisd. Beiden waren ze liefdevol direct; ze lieten de mensen niet over aan hun lot van valse gerustheid of duivelse godsdienstigheid.
Johannes had alleen één persoon beter niet tegen kunnen spreken. Er was een koning die niet graag op zijn gedrag en keuzes aangesproken werd; zeker niet als het zijn ongeoorloofde liefdesleven betrof. Deze koning Herodes was overigens wel heel ambivalent hierin, want hij wist ergens wel dat Johannes de goddelijke waarheid sprak. Hij hoorde hem daarom maar al te graag spreken. Uiteindelijk zou dat spreken van te veel waarheid Johannes letterlijk de kop kosten.
Vlak voor zijn dood, in de gevangenis, slaat bij Johannes dan toch de vertwijfeling toe. Hij laat twee van zijn volgelingen de vraag aan Jezus stellen: ‘Bent U het nou echt?’
Johannes had zijn meest krachtige jaren ingezet als boodschapper, als aankondiger van Jezus. Hij was Degene Die komen zou. Als de ‘vriend van’, de ‘best man’, had hij jarenlang zichzelf weggecijferd, en ervoor gezorgd dat de bruidegom, de ‘better man’, in het stralende middelpunt kwam te staan.
De ontberingen, de eenzaamheid, de smaad en hoon, die hij hiervoor heeft moeten doorstaan, zullen hem getekend hebben. Johannes heeft zich al die jaren van alles ontzegd om als boodschapper van het komende koninkrijk ingezet te worden. En nu, als dan het einde nabij lijkt en Johannes ook wel beseft dat deze gevangenschap niet goed gaat aflopen, slaat de vertwijfeling toe.
Ondanks vele jaren van ‘krachtige bediening’ besluit hij nu vertwijfeld om Jezus zelf om verduidelijking te vragen. Het antwoord is schokkend simpel, maar duidelijk.
Jezus wijst op Zichzelf en wat Hij doet. Hij plaatst het in de context van wat al eeuwen werd voorspeld. Hij wijst erop dat Johannes alleen maar hoeft te zien en horen wat Jezus doet en verwijst naar onder andere Jesaja 35 en 61.
Johannes kan aan het einde van een bediening, waarin hij als jonge dertiger vast nog jaren had willen doorgaan, de vertwijfeling hebben gehad of hij dit alles nu daadwerkelijk voor de goede zaak had gedaan, en of Jezus écht degene was die volgens de aankondiging komen zou.
Ook wij kunnen, zelfs als we jaren als gelovige onderweg zijn, ten prooi vallen aan twijfel en ons gaan afvragen waar we het allemaal voor gedaan hebben. Zeker als er de verwachting van voorspoed, gezondheid en enkel zegeningen is… Het wordt in plaats daarvan juist moeilijk, de gezondheid laat je in de steek, ‘volgelingen’ van Jezus stellen teleur of er is zelfs sprake van vervolging om Jezus’ wil; dan zal de twijfel zeker kunnen toeslaan.
Het heeft allemaal te maken met onuitgesproken verwachtingen die we van Hem hebben, maar Zijn Koninkrijk is van een andere orde. Vaak subtieler, meer verborgen. In de verdere toekomst komt dat pas in volle glorie openbaar. Daar moet je wel tegen kunnen. Dat vraagt om volharding; dat lijkt op een wedloop. Jezus antwoordt hem vriendelijk, maar beslist, dat Johannes alleen maar naar Hem hoeft te kijken.
Overigens eert Jezus na deze milde vermaning Johannes publiekelijk en maakt duidelijk hoe bijzonder hij eigenlijk was. Hij legt ook de vaak foute verwachtingen en beoordelingen van de mensen om Hem heen bloot. Johannes stond uiteindelijk als laatste op in een rij van beroemde profeten, die allemaal uitzagen naar het moment dat Jezus komen zou (Matth. 11:7-19).
Bij alle mogelijke vertwijfeling, maar ook bij de verstrikking van last en zonde, roept Jezus ons op om simpelweg naar Hem te blijven kijken en ons te verdiepen in wat het Woord over Hem zegt. Laten we daarbij alle foute verwachtingen laten varen en alleen maar oog hebben voor Hem. Dat is geen saaie theorie, maar een levende realiteit.
Wij worden opgeroepen om ons oog op Hem gericht te houden. Want Hij gaf niet op toen het echt moeilijk werd en de vertwijfeling had kunnen toeslaan, maar Hij volhardde vanwege de toekomstige vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld en zit nu aan de rechterhand van God (Hebr. 12). Daar zit Hij ook nu nog, wachtend op en pleitend voor de velen die nog door vele verdrukkingen heen uiteindelijk het koninkrijk binnen zullen gaan!
Bovenstaand artikel is toegestuurd door schrijver Wilco Sliedrecht en verscheen eerder op de website van Metamorfose.
Praatmee