De kracht van het lied: Als je geen woorden hebt, ga dan zingen
Toen in december 2021 aartsbisschop Desmond Tutu stierf, ging een groot man heen. Voor zijn strijd tegen de apartheid ontving hij in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede. Als voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie streefde hij er na de val van het apartheidsregime naar verschillende bevolkingsgroepen in vrede met elkaar te laten leven. Verzoeningspogingen gingen doorgaans gepaard met veel emoties. Begrijpelijk. Maar Tutu wist er raad mee.
Van de geestelijke is bekend dat hij, als emoties te hoog opliepen, gesprekken stillegde en voorstelde te gaan zingen. Als dan de registers opengingen, als de kelen zich openden, veranderde de atmosfeer. Het lied bracht mensen in beweging, creëerde een geest van ootmoed en vaak opende zich dan de hemel. De grootste doorbraken vonden plaats, als mensen stopten met praten en begonnen te zingen.
Het lied vermengde zwart en wit, rijk en arm. Dat moet wel van God zijn. In Hem is geen onderscheid. Als dat neerdaalt op zijn schepsels, ontstaat een metanoia, een verandering van denken. Weg kleur, weg macht, de blik vooruit. Niet ik en jij, maar wij.
De eerste en belangrijkste stap naar verzoening.
Onlangs was ik op een conventie van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN). Tijdens een dienst van voorbede en zegen – ik zal het nooit vergeten – vroegen we met honderden gelovigen uit de volle breedte van kerkelijk Nederland om Gods zegen en liefdevolle erbarmen in heel specifieke situaties.
Na een kort woord was iedereen vrij zich waar dan ook vrij te bewegen in de zaal. Op het podium speelden muzikanten. Voor het podium zaten mensen die bereid waren naar ieders verhaal te luisteren en te bidden.
Er was een kruis. Er stonden kaarsen om te branden. Een levensboom waar je je verhaal kon opschrijven en ophangen. Een kruik waarin je symbolisch je tranen leggen kon (God bewaart ze!). De atmosfeer ademde warmte en geborgenheid.
God was in ons midden.
Terwijl vanaf het podium woorden van hoop klonken en de muziek mensen meevoerde in een sfeer van aanbidding, stond een jongetje op. Ik schatte hem een jaar of 10. Hij knielde neer bij de levensboom en schreef zijn hele hart uit voor God. Zin na zin vloeiden uit zijn pen. Na een kwartier stond hij op, vouwde zijn briefje op en hing deze met een wasknijper in de boom.
Ik keek ernaar en voelde: hier raken we het leven.
Bij het kruis zaten inmiddels zo’n tien mensen geknield. Bij sommigen rolden de tranen over de wangen. Ook ik knielde bij het kruis, brandde een kaars en legde biddend een steen aan de voet. Een diepe vrede vulde mijn ziel, ik kan dat met geen woorden omschrijven. De steen staat symbool voor een heavy burden en na jaren heb ik die mogen achterlaten in Zelhem. Freedom!
In de stilte van het samen zijn met God, met een lied op de lippen (ja, stilte is niet per se de afwezigheid van geluid), gebeurt er iets tussen hemel en aarde.
Hoe kostbaar en mooi woorden en zinnen ook kunnen zijn, soms gaan we voorbij de woorden, naar de plek waar de geest van Christus een bovennatuurlijk werk doet.
Naar een plek van heling, van onvoorwaardelijke liefde en diepe geborgenheid.
Aan de voet van het kruis en de levensboom, door de trilling van het lied, ‘verzoenen’ wij ons met Christus. Worden we één. Raken we het goede leven, het leven waar de dood geen grip op heeft en ooit hebben zal.
Als je geen woorden hebt, ga dan zingen. Zet muziek op.
Vaar mee op de golven van de melodie.
Je hart zal zich openen als een bloem. Joy!
John Lapré is werkzaam als beroepsmilitair bij het ministerie van Defensie. Klik hier om de website van John Lapré te bezoeken. Bovenstaand verhaal verscheen eerder op zijn website en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee