Albertine leerde omgaan met leerlingen op het speciaal onderwijs: “Er zit zoveel humor in deze kinderen”
Albertine koos pas in havo-5 voor de pabo bij Driestar hogeschool en heeft daar nog geen moment spijt van gehad. “Tijdens stages geniet ik van de kinderen en het lesgeven. De gesprekken met hen zijn soms mooie momenten die je niet zomaar vergeet. Maar echt enthousiast word ik van mijn stage op het speciaal onderwijs (so).”
De keuze voor deze stage was voor Albertine niet moeilijk. “Eerst kon het helaas niet vanwege corona, maar toen het weer mogelijk was heb ik me zonder te twijfelen aangemeld voor het speciaal onderwijs. Mijn zusje van 13 heeft het Syndroom van Down. Ik weet hoe bijzonder en lief kinderen met een beperking zijn en het leek me ontzettend mooi met hen te werken en hen te helpen ontwikkelen op hun eigen manier.”
Op het so werk je met kleine groepen waarin kinderen zitten die heel erg van elkaar verschillen. Elk kind heeft iets anders nodig, en leerkrachten spannen zich ervoor in hen dat te geven. Albertine: “Er hangt een sfeer van liefde op deze school: leerkrachten hebben echt hart voor deze kinderen. Ik vind het ook fijn dat de druk om te presteren hier minder is dan op het reguliere onderwijs, waar je aan methodes gebonden bent. In het so worden voor alle kinderen aparte doelen opgesteld, waar ze zich op hun eigen tempo mee kunnen ontwikkelen.”
Eigenwijsheid of niet begrepen?
De pabo is vooral een brede opleiding die zich richt op de uitstroomrichting waar de meeste studenten hun baan vinden: het reguliere basisonderwijs. Albertine moest daarom op de school leren hoe het onderwijssysteem in elkaar zit en wat de beste manier van lesgeven op het so is. Ze vertelt dat ze ook veel geleerd heeft over de omgang met deze kinderen. “Bij kinderen met het Syndroom van Down moet je soms moeite doen om ze goed te verstaan. Maar als je begrijpt wat ze zeggen, wat kun je dan leuke gesprekken met ze hebben! Er zit zoveel humor in deze kinderen. Verder moest ik tijdens deze stage ook aan de slag met duidelijk en consequent zijn. In het begin wist ik niet goed wat je moet doen als de kinderen niet luisteren of als ze ondeugend zijn. Soms wist ik ook niet of ze niet luisterden vanwege eigenwijsheid of toch omdat ze me niet begrepen. Na het observeren van mijn mentor en zien hoe zij dingen aanpakt, ben ik daarin gegroeid. Ook deze kinderen mag je aanpakken en straf geven als het nodig is.”
“Kinderen reageren zo verschillend, ook per dag kan dat anders zijn”, vertelt Albertine. “Toen ik de tweede stageperiode terugkwam in dezelfde klas, kreeg ik van het ene kind gelijk een knuffel, de andere kwam op schoot zitten en een derde reageerde heel enthousiast: 'Hé juf, bent u er weer.' Anderen reageerden nauwelijks. Iedereen uit zijn emoties op een andere manier. Dat is mooi om te zien. Soms kan ik van dat kind van wie ik de ene dag een knuffel krijg de volgende morgen nauwelijks een ‘goedemorgen’ verwachten.”
Duidelijkheid en structuur
Wat heb je nodig om op het so te werken? Liefde voor kinderen met een beperking, vindt Albertine. “En: rust uitstralen en rustig kunnen blijven. Kinderen vragen van jou duidelijkheid en structuur. Tegelijkertijd moet je je soms aanpassen aan hoe het loopt, soms anders dan vooraf gepland. Verder is geduld belangrijk, want het tempo ligt echt lager dan in het reguliere onderwijs en kinderen ontwikkelen over het algemeen langzamer. Daar moet je op in kunnen spelen en flexibel mee om kunnen gaan.”
De juf moet ramen zemen
Albertine vertelt: “Er was een leerling die met fruit eten en drinken heel snel zijn spullen weer opruimde. De juf kon niet geloven dat het al op was en wilde zijn trommeltje en beker graag zien om het te controleren. Het was echt allemaal op. ‘Sorry H.’, zei de juf, ‘kan ik het nog goedmaken?’ Ik zag de jongen even denken, toen zei hij: ‘Ramen zemen.’ De juf moest van hem gaan ramen zemen. Ik vond dat zo’n mooie interactie: het excuus van de juf, de oplossing van die leerling en dat ze dat ook echt ging doen!”
“Soms heb je ook mooie gesprekken met de kinderen. Eén leerling is veel bezig met de wederkomst en de Heere Jezus, die dan terug komt op de wolken. Na een Bijbelverhaal over het lijden van de Heere Jezus zei hij: ‘Jezus komt nog terug hè, op de wolken? Ik wil ook bij Hem op de wolken zijn.’ Een andere keer zei hij weer: ‘Ik hou van Jezus.’ Dat zijn zulke pure vragen en opmerkingen. Het is mooi om hierover te praten met de kinderen."
Ben jij ook benieuwd naar de opleidingen van Driestar hogeschool? Kom dan naar de Open Dag van de hogeschool op 11 februari.