Een Genesis 3-ervaring in de voedselbanktuin

Toen we naar Zutphen verhuisden, stond één ding voor mij vast: ik wilde vrijwilligerswerk doen. En dat is er genoeg. Overal zitten ze te springen om extra handen of hersens. Maar dan wel op regelmatige basis. En daar wringt bij mij de schoen. Want voor werken op regelmatige basis heb je ook een vrij regelmatig lichaam nodig. Een lichaam waar je doorgaans van op aan kan. Ik zou willen dat ik zo’n lichaam had. Door neuropathische pijn in benen, armen en nek, slaap ik vaak maar een paar uurtjes per nacht. En dan kunnen de dagen bijzonder vermoeiend worden.
Gelukkig ben ik een rasoptimist: iedere volgende nacht krijg ik een herkansing en wie weet sta ik dus de volgende dag redelijk fris op! Maar het belangrijkste bij dit alles is mijn geloof: ik weet dat er een betere tijd gaat komen. Namelijk de tijdloze periode na dit aardse leven bij mijn Heer en Heiland, Jezus. Een tijd zonder pijn, vermoeidheid en verdriet. Want laten we eerlijk zijn: het leven op aarde brengt heel wat ellende met zich mee.
Bij mij is dat vooral lichamelijk, bij een ander psychisch, relationeel of financieel. Nee, vrijwel niemand heeft een zorgeloos leventje. En de enkeling die denkt dat hij dat wel heeft, heeft altijd nog een afscheid van het leven voor de boeg, met alle pijnlijke onzekerheden die daarbij horen.
De situatie van de mens sinds de zondeval
Ja, sinds de zondeval, vanaf het moment dat Adam en Eva van de verboden vrucht aten, is de situatie van de mens bepaald niet vrolijk, doordat God het leven van de mens daarna op diverse terreinen beperkte:
Tegen de vrouw (Eva) zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen.
En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten.
In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. (Genesis 3:16-19)
De voedselbanktuin
Nu kom ik terug op het vrijwilligerswerk. Ik heb een bijzonder plezierige overbuurman. Hij vertelde mij over de voedselbanktuin. Een woord dat ik trouwens, of ik nou wil of niet, consequent verhaspel tot “voedseltuinbank”. Ik verklaar het als een onbewust verlangen om languit op een bank, met een kussentje onder het hoofd te genieten van alle heerlijke vruchten die vanuit de tuin zomaar mijn mond invliegen.
Maar goed, de voedselbanktuin is een vrijwilligersproject, met als doel het telen van groente voor de voedselbank. Iedere donderdagmorgen wordt er door een groepje 65-plussers gewerkt op een stuk grond, dat zich bevindt in de historische Overtuin van Warnsveld. En zo verzekerde mijn overbuurman mij:
“Henk, alles mag en niets hoeft. Heb je geen zin om te komen: geen probleem. Wil je voor of na de koffie weggaan: ook geen probleem. Wil je alleen maar komen kijken: prima. Je kunt bij ons niks fout en niks te weinig doen.”
Kortom: dit is een project, dat behalve voor de voedselbank ook voor mijn lijf in het leven lijkt te zijn geroepen!
Guldenroede, brandnetels en bramen
Ik ben inmiddels een keer of wat geweest en steeds weer moet ik denken aan de hiervoor aangehaalde Bijbeltekst over de dorens en de distels. Voordat de grond dit voorjaar aan de voedselbanktuin (kijk, dat is het voordeel van schrijven, je kunt nog eens wat corrigeren, zonder dat iemand het merkt) in bruikleen werd gegeven, had het namelijk jaren braak gelegen. Met als gevolg een wildgroei van planten, die je als tuinder liever niet ziet en die zijn te vergelijken met de Bijbelse distels en dorens. Zoals de ondergronds voortwoekerende guldenroede, bramenstruiken en brandnetels. Stuk voor stuk sterke groeiers, waar je een lange adem voor moet hebben. Want iedere week komen uit de stukjes wortel die na het spitten zijn achtergebleven, weer nieuwe scheuten boven de grond. De enige manier om te voorkomen dat het een gewied zonder end wordt, is om iedere week consequent met een spitvork de scheuten na te lopen en de wortelrestjes uit de grond te wippen. Menig vrijwilliger heeft er al, badend in het zweet zijns aanschijns, aan gewerkt.
Of dat gezwoeg niet wat te veel voor mij is, vraagt u? U heeft volkomen gelijk. Daarom beperk ik mij vooral tot koffiedrinken en schoffelen in een beetje zweet mijns aanschijns.
Het geeft overigens wel voldoening om te zien hoe zo’n tuin uiteindelijk onder controle komt. Dat neemt niet weg, dat er altijd inspanning nodig zal zijn om het onkruid de baas te blijven, anders zal de tuin binnen een jaar onherroepelijk veranderen in de wildernis die het vorig jaar nog was.
Wildernis in een mensenleven
Eigenlijk is zo’n voedselbanktuin een mooie afspiegeling van een mensenleven. Allerhande onkruid probeert ons leven te overwoekeren. En zolang een mens fysiek en mentaal gezond is, kan hij het leven aan. Maar o wee als er ziekte of tegenslag komt! Dan kan een gestroomlijnd leventje al snel een onbeheersbare wildernis worden. Kijk maar eens naar de klandizie die de GGZ heeft, de zelfdodingen, de mensen die op straat leven, aan de drugs zijn of in de schuldsanering zitten.
Maar ook voor mensen die het leven nu nog onder controle hebben, dreigt de wildernis. Want de fysieke en mentale mogelijkheden zullen bij ieder mens door de tand des tijds verminderen, totdat uiteindelijk onze enige zekerheid zich aandient: we zullen tot stof weerkeren.
Ja, het leven is een moedeloos makende, zinloos lijkende kringloop van geboren worden, opgroeien, weer aftakelen en uiteindelijk sterven. En dat van generatie op generatie.
Het evangelie in Genesis 3
Gelukkig heeft God, voorafgaand aan wat hij tegen de in de zonde gevallen Adam en Eva zei, ook nog wat anders gezegd. En wel tegen de slang, die Adam en Eva verleidde tot het eten van de verboden vrucht:
En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. (Genesis 3:15)
Wist u, dat dit is de eerste keer dat het evangelie in de Bijbel klinkt?
Het Nageslacht is namelijk de Here Jezus. Hij werd weliswaar door de satan aan het kruis gedood, maar Hij is ook weer opgestaan uit de dood (ofwel: Zijn hiel werd niet levensbedreigend vermorzeld). Zo heeft Hij de satan en de dood voorgoed verslagen (de kop vermorzeld).
Veilig bij de Here Jezus
Dus overvalt u soms de sombere gedachte: ‘Waarvoor dient dit alles, waarom toch zoveel moeite en pijn?’ Bedenk dan, dat het tijdelijk is en dat de satan ook u hooguit de hiel kan vermorzelen, maar uw leven kan hij niet nemen. Daar eindigt zijn macht. Ja, uw leven als Christen is volkomen veilig bij de Here Jezus, Die het eeuwige leven heeft ontsloten, door voor onze zonde te sterven en op te staan uit de dood!
Praatmee