Moeilijke Bijbelteksten: wat was de achtergrond van Abraham?

In de serie 'Moeilijke Bijbelteksten' behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over de vraag wat in de Bijbel staat over de achtergrond van Abraham.
De patriarch Abraham heette van geboorte Abram (Hebreeuws Avram; Gn 11:26). God gaf hem op 75 jarige leeftijd de opdracht zijn land en familie te verlaten en naar een Land te gaan dat Hij hem zou wijzen (12:1, 4). Hij woonde in een gebied dat toen Sinear werd genoemd (11:2). Wie was deze Abram?
Abrams voorgeslacht
Sommigen stellen dat Abram God niet of niet goed kende: een afgodendienaar. Net zoals zijn generatie genoten. Dat veronderstelt dat alle mensen toen goddeloos waren. Zo komt er grote nadruk op Gods genade om hem tot Zich te roepen, uit het heidendom weg te halen en het leven te leren dat Hem behaagde. Maar dit is echter een ernstige vergissing. Het geeft niet alleen een te naïef beeld van God, maar ook een te negatief beeld van de Bijbelse geschiedenis sinds Noach.
Uit Noachs geslachtslijnen (Gn 10; 11:10-32) blijkt dat Abram afstamde van Sem, de patriarch en voortzetter van Noachs nalatenschap. Abram behoorde dus tot de vrome nakomelingen van Noach. Dat blijkt uit hun namen, zoals Assur (Gezegend prijzen), Aram ((Door God) verhoogd), Selah (Spruit (van God)), Rehu (vriend (van God)), Abimael (Mijn Vader is God) en Abram (Vader (God) is verhoogd).
Het derde geslacht na Sem kreeg de naam Heber, de stamvader van de Hebreeën. Abram behoorde tot de tiende generatie sinds Noach. Hij en zijn familie waren dus geen afgodendienaars, maar Godvrezende mensen. De mensen op aarde in Abrams generatie waren zeker niet allemaal goddeloos. Jafet, een andere zoon van Noach, sloot zich aan bij (de godsdienst van) Sem. Alleen waren de Godvrezende mensen wel verstrooid onder de goddeloze mensen. Abrams voorgeslacht en zijn naaste verwanten tijdens de voorgeschiedenis van zijn leven richten zich op Gods wil. Abram was een vroom man.
Abrams geboorteplaats
Volgens de Bijbel was Abram geboren in “Ur van de Chaldeeën”. Traditioneel wordt die stad in het zuiden van Mesopotamië gelokaliseerd. Dat Abram uit een de stad in Mesopotamië (Grieks voor Tweestromenland: het land tussen de twee rivieren Eufraat en Tigris) kwam blijkt uit het feit dat Abram de benaming Hebreeër droeg (Gn 14:13). Die naam betekent niet alleen afstammeling van Heber, de opvolger van Sem (10:21), maar letterlijk ‘een door (de Eufraat) getrokkene’. Het lijkt erop dat Abrams familie geen stedelingen waren, maar trekkers. Dit laatste is een derde betekenis van de benaming ‘Hebreeën’. Dit was ook omdat deze Godvrezende Hebreeën zagen dat de mensen in de steden toen vaak heel kwaadaardig (tegen Gods wil gericht) waren. Om hun vroomheid te bewaren hielden ze afstand van zulke mensen en dus ook van grote steden.
De traditioneel gekozen stad Ur ligt dus niet voor de hand. Daar komt bij dat de vermelding “van de Chaldeeën”, dat als argument voor die traditionele keuze wordt gebruikt, op zich weinig zegt. Het bevestigt dat de Chaldeeën de leidende positie hadden in Ur. Maar de Chaldeeën hadden dat in de hele zogenoemde ‘vruchtbare halve maan’: de regio van de oostkust van de Middellandse, over Syrië naar het zuiden van Iraq. Maar ze kregen pas vanaf de 10de eeuw v.Chr. er de macht in handen door eigen koninkrijken te stichten. Abram leefde echter tussen ergens tussen 1900 en 1700 v.Chr. Het is natuurlijk heel spectaculair om zijn afkomst bij een van de grootste steden van Mesopotamië te plaatsen. Echter, ook dit historische feit maakt die stad niet aannemelijk.
De benaming Ur van plaatsen in Mesopotamië kwam toen vaker voor. Die benaming lijkt in verband te staan met het toen schaarse vuur dat in zo’n plaats te krijgen was. De naam ‘Ur’ betekent waarschijnlijk vuurlicht. Op oude Mesopotamische kleitabletten wordt ook een plaats Ur genoemd in noord Syrië. In tegenstelling tot de stad Ur die traditioneel wordt verondersteld lag deze noord-Syrische stad wel aan de oostkant van de Eufraat. Dit past bij de letterlijke betekenis van de benaming Hebreeër. Deze plaats lag in het 2de millennium ook in het gebied waar de Chaldeeën zich lieten gelden, maar deze noord-Syrische plaats was toen klein en onbeduidend. Het lag niet erg ver van de plaats Haran vandaan: de plaats waar Abrams familie zich vestigt na hun vertrek uit Ur (11:31). Ook Haran lag aan de oostkant van de Eufraat. Als deze noord-Syrische Ur de vertrekplaats is in Abrams levensverhaal, dan was de reisafstand naar het land Kanaän aanzienlijk korter in vergelijk met een Ur in het verre zuiden van Mesopotamië. Minder spectaculair, maar wel aannemelijker.
Abrams roeping
Er bestaat onduidelijkheid over waar Abram door God werd geroepen. In de Bijbel staat namelijk dat God hem zowel uit Ur (15:7) als uit Haran (12:5) leidde. Het verschil zit in de woorden uitleiden en roepen. Het is in elk geval merkwaardig dat zijn vader Terach Ur al verliet en zich in Haran vestigde (11:31). Het doel van die verhuizing was hetzelfde als Abrams roeping: op weg naar het land Kanaän. Het land waar hun God wilde dat ze heen zouden gaan. Terach en Abram blijken dus op dezelfde lijn te zitten. Dat wijst er ook op dat Abram Noachs geestelijke nalatenschap van zijn vader overneemt, terwijl zijn broer Nachor de patriarch van de familie (erfgenaam van de materiële nalatenschap) werd.
Omdat Abram de tiende generatie was sinds Noach is het passend dat juist hij het beloofde Land zou gaan betreden. In de Bijbel staat het getal 10 voor de aardse volheid. Abrams roeping om naar het beloofde Land te gaan was dus precies volgens Gods Plan. Ook dat getuigt van Abrams vroomheid.
Praatmee