Wat iedere christen zou moeten weten over reanimatie: afstand houden of handelen?

“Bij veel christenen roept het nadenken over reanimatie de vraag op welke rol je als mens hebt op de grens van leven en dood. Moet je afstand houden, of juist handelen?,” merkt Rineke Heij, beleidsadviseur Advies & Toerusting bij de NPV, op. Volgens de NPV is het belangrijk om tijdig na te denken over de vraag of u zich wel of niet laat reanimeren.
Wat is als christen belangrijk om te weten over reanimatie om tot een helder reanimatiebesluit te komen?
“Wil je een goed besluit nemen over reanimatie, dan is het allereerst belangrijk om te weten wat reanimatie inhoudt: als iemand een hartstilstand krijgt, komt er geen zuurstof meer in de hersenen, wat levensbedreigend is. Met hartmassage en beademing probeert een hulpverlener de hartslag en de ademhaling weer op gang te brengen. Als er na een hartstilstand niet gereanimeerd wordt, overlijdt iemand meestal binnen tien minuten. Met reanimatie is er een kans om een hartstilstand te overleven. De kans van slagen hangt af van een aantal factoren: De snelheid van hulp, de deskundigheid van hulp, de leeftijd en de gezondheid van de persoon.
Bij elke medische beslissing worden door een deskundige de kans van slagen en de risico’s afgewogen. Zo ook bij een beslissing om wel of niet te reanimeren. Om te bepalen of er met reanimatie sprake is van goede zorg voor het leven – dat is immers de opdracht die we als christenen hebben – kun je de volgende medisch-ethische vragen stellen:
Is er sprake van medisch zinvol handelen?
Een behandeling is medisch zinvol als ze een reële kans van slagen heeft. Als die kans er niet is, moet de behandeling niet worden ingezet. Het gaat dan dus niet om de vraag of iemands leven nog zinvol is. Dat oordeel is niet aan ons. Het gaat er alleen om of medisch handelen nog zin heeft.
Is er sprake van ‘proportioneel’ handelen?
Bij deze vraag gaat het erom of het redden van het leven in verhouding staat tot de mogelijke complicaties. Wegen de plussen op tegen de minnen? Met andere woorden: welke belasting en welke risico’s brengt de reanimatie met zich mee ten opzichte van de verwachte verbetering?
Ook is het goed om te bedenken dat een beslissing over reanimatie principieel gezien geen ander besluit is dan een beslissing om al of niet te opereren in een bepaalde situatie. Wanneer iemand kanker heeft met uitzaaiingen en er doet zich een probleem voor wat operatief kan worden verholpen, wordt ook de vraag gesteld of de operatie kans van slagen heeft en of de operatie proportioneel is. In bepaalde situaties kan het verantwoord zijn om niet te opereren. Zo’n beslissing wordt op basis van argumenten genomen. Hetzelfde geldt voor een beslissing over reanimatie.”
Onder christenen worden verschillende keuzes gemaakt over reanimatie. Wat is een belangrijk argument om te kiezen voor reanimatie?
“Bij veel christenen roept het nadenken over reanimatie de vraag op welke rol je als mens hebt op de grens van leven en dood. Moet je afstand houden, of juist handelen? Als christen geloof je dat het leven door de Schepper aan je gegeven is. Het is een kostbaar geschenk dat je in dankbaarheid ontvangt. Niet voor niets delen de meeste christenen de gedachte dat je een patiënt wel mag behandelen, maar het leven niet actief mag beëindigen (euthanasie). Het is aan God om het leven te geven en het leven te nemen. Vanuit dat perspectief zijn er mensen die vinden dat je op Gods plaats gaat staan als je niet reanimeert, niet behandelt als het ware. Dan versnel je immers het einde van je leven? Denkend vanuit het perspectief van bijvoorbeeld een gezonde veertiger die een hartstilstand krijgt, is de keuze om te reanimeren bijna altijd een vanzelfsprekende. Het is een vorm van goed medisch handelen.
Tegelijkertijd ervaar je als christen ook de verantwoordelijkheid om, in afhankelijkheid van Hem, zorgvuldig om te gaan met het leven. Daarom maken christenen zich hard voor de bescherming van kwetsbaar leven. Vanuit de gedachte over Gods voorzienigheid zijn er ook christenen die juist bang zijn dat je door reanimeren ingrijpt in het levenseinde dat door God bepaald is.
Het laat zien dat je de rol van God en die van de mens niet tegen elkaar kunt uitspelen. We dragen verantwoordelijkheid voor het leven in de wetenschap dat het in Gods handen ligt.”
Zijn er ook situaties denkbaar waarin het beter is om niet meer te reanimeren?
“Een besluit om niet meer te reanimeren is niet zomaar een besluit. Het is een persoonlijke, maar ook medische keuze. Een keuze waarbij een zorgvuldig gesprek over de persoonlijke en medische aspecten van belang is. Recent sprak ik mevrouw van Ede. Zij is 79 jaar en woont in seniorenwoning. Haar gezondheid gaat achteruit – matig mobiel, hartfalen, longproblemen, meerdere TIA’s gehad – en ze krijgt twee keer per dag thuiszorg. De verpleegkundige van de thuiszorg had haar gevraagd of ze nagedacht had over de vraag of ze bij een hartstilstand nog gereanimeerd wilde worden. Om tot een goede keuze te komen, belt ze de NPV-Advieslijn.
Als ik met haar doorpraat over de vragen: ‘Is er sprake van medisch zinvol handelen? en ‘Is er sprake van ‘proportioneel’ handelen?’, reageert zij: ‘Als ik dit zo hoor, is het in mijn situatie niet meer vanzelfsprekend om te gaan reanimeren. Mijn hart is al slecht, mijn longen doen het niet goed meer, mijn hoofd heeft al een en ander meegemaakt… Ik vraag me af of mijn lichaam een reanimatie nog wel aankan’.
Een reanimatie heeft bij mevrouw van Ede inderdaad vrijwel zeker geen kans van slagen. Het kan het sterven wel ernstig bemoeilijken. Op deze grens van leven en dood is het gepast om afstand te houden. Er moet ook ruimte zijn om te mogen sterven.
Het is belangrijk om in een gesprek met de arts de verschillende kanten van reanimatie te bespreken in de eigen individuele unieke situatie. Dat biedt enerzijds ruimte om je persoonlijke (geloofs)visie te geven en anderzijds kan de arts aangeven wat medisch gezien wel en niet mogelijk is. Zo kom je samen met je arts tot een weloverwogen besluit.
In hoeverre en waarom is het voor bijvoorbeeld kerkenraden en organisatoren van christelijke conferenties cruciaal om na te denken over reanimatie?
“De verantwoordelijkheid voor een niet-reanimeren besluit ligt altijd bij de betrokkene zelf en niet bij een organisatie, kerkenraad of BHV-er. De enige verantwoordelijkheid die je hebt als organisatie of kerk, is dat je zorgt dat de BHV op goede wijze geregeld is.”
Meer weten?
De NPV helpt u graag bij vragen over reanimatie. Lees de recent herziene brochure ‘Reanimatie, wat is de juiste keuze?’
Praatmee