Geef je tieners een enquĂȘte om te kijken of de preek tot hen doordringt

Tijdens mijn trainingen voor kinderwerkers stel ik hen af en toe de vraag: âWat gebeurt er met de kinderen als ze eenmaal tieners zijn? Is er dan voor hen een wekelijks programma op de zondagochtend?â Het antwoord is meestal âneeâ. Hierop vraag ik dan: âWordt er in de preek rekening gehouden met het feit dat de tieners meeluisteren?â Vol verbazing hoor ik dan weer hetzelfde antwoord: âNee!â
Op de wip
Om eerlijk te zijn begrijp ik daar helemaal niks van. Waarom zou je zoveel investeren in de geloofsontwikkeling van je kinderen om je tieners daarna jarenlang een preek voor te schotelen, die ze niet begrijpen? Is de leiding van de gemeente zich wel bewust, dat hun tieners niks met de preek kunnen, en dat dit tegelijkertijd de meest mobiele groep is, die het gemakkelijkst de gemeente verlaat om misschien nooit meer terug te komen? Waarom vragen wij elke zondagochtend weer zoveel van hen, als zij degenen zijn, die het meest op de wip zitten?
Over de hoofden heen
Het maakt mij boos dat wij als kinderwerkers jarenlang in de kinderen investeren om hen dan mede door onze eigen schuld in hun tienertijd weer kwijt te raken. Waarom zou je van tieners mogen verwachten dat ze een half uur geboeid naar een monoloog luisteren, die zich focust om volwassenen met een HBO niveau? Lijkt mij een plan dat alleen maar kan falen!!
âMaar hoe dan?â, is de vraag? âWe kunnen toch niet elke week een tienerdienst organiseren!â
We geven meer om onze sprekers dan om onze tieners
Nee, zeker niet. Maar je kunt er wel voor zorgen dat er elke week een spreker in de gemeente staat, die zowel de volwassenen, als de tieners kan boeien en meenemen in zijn of haar verhaal. Er zijn in ons land voldoende sprekers die dit kunnen. De ellende is, dat wij vaak meer gericht zijn op het welzijn van de sprekers, dan op het welzijn van onze tieners. Sommige sprekers kunnen niet zowel de volwassenen als de tieners meenemen in hun verhaal. Eigenlijk rest je dan nog maar één oplossing:
Deze spreker niet meer uitnodigen om te spreken in de gemeente!
âJa, maar dat kunnen wij niet maken. Die broeder spreekt al twintig jaar in onze gemeente. We kunnen toch geen eisen stellen aan onze sprekersâŠâ En ondertussen stel je wel wekelijks onmogelijke eisen aan je tieners, die langzaam maar zeker de gemeente verlaten (in het slechtste geval) of op hun mobiel zitten (in het meeste geval) of aantekeningen maken van de preek in hun Bijbel (in een zeldzaam geval).
Durf conclusies te trekken
Ik wil je een plan voorstellen: Geef je tieners een enquĂȘte, die zij wekelijks anoniem kunnen invullen en die ze aan het eind van dienst weer kunnen inleveren. Maak hier een gewoonte van. Leg wekelijks de enquĂȘte klaar, zodat zij deze kunnen oppikken. In het begin moet je dit natuurlijk even promoten en de eerste paar weken de enquĂȘte wekelijks in de handen van de tieners stoppen en ze na afloop weer bij hen ophalen. Geeft je gelijk de kans om een praatje met hen te maken.
Ga als jongerenwerker, jeugdouderling of leiding van de gemeente serieus door deze enquĂȘtes heen en durf hieruit je conclusies te trekken. Krijg inzicht in welke sprekers het âgoedâ doen en welke het 'minder' doen en stel je sprekersbeleid hierop aan. Het is geen rocket science, maar het kan wel een belangrijk verschil maken in de vraag of we deze generatie kunnen meenemen in het geloofsavontuur en kunnen behouden in de gemeente.
Praatmee