Vergeet niet dat Christus is opgestaan

"Christos anesti – ‘Christus is opgestaan!’ Dat zijn de woorden waarmee Grieken elkaar groeten met Pasen. Degene die de groet ontvangt, antwoordt met: ‘Hij is waarlijk opgestaan!’," schrijft dr. J. van Eck in De Waarheidsvriend.
"Laten we niet te gauw zeggen dat dat groeten met Pasen een oppervlakkige volksgewoonte is en dat er voor echt geloven wel wat meer komt kijken. Dan vergeten we hoe bijzonder het is dat jaarlijks niet alleen kerkmensen, maar een hele samenleving aan de opstanding van Christus herinnerd wordt. ‘Houd in gedachtenis – blijf eraan denken – dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt,’ schrijft Paulus aan zijn jonge leerling en vriend Timotheüs (2 Tim.2:8).
Timotheüs was niet een willekeurige voorbijganger, ook geen gewone kerkganger, maar een van de mensen die het werk, dat de apostel voor de wereldkerk had gedaan, voor de volgende generatie zou overnemen. Niet de eerste de beste dus. Maar ook Timotheus moet eraan herinnerd worden dat Christus is opgestaan, of ‘opgewekt’ zoals hier staat, door God wakker gemaakt uit de doodsslaap waarin Hij was verzonken. Dat zou Timotheüs bij al het werk dat hem te doen stond en de strijd die hij daarbij te voeren zou krijgen, gemakkelijk kunnen vergeten. Maar hij mag het niet vergeten. Daarom herinnert Paulus hem eraan dat Jezus uit de doden opgewekt is en leeft.
Hoe vaak denken we bij de dingen die we – ook voor geloof en kerk – doen, aan de levende Christus Die boven al deze dingen staat en Die ons kent en ziet en ons helpt, ook als wij niet aan Hem denken? Als Timotheüs de levende Christus vergeet, komt hij, met alles wat hij met de beste bedoelingen voor het Evangelie doet, zelf in een geestelijke doodsslaap terecht. Dat kan ons, ook als we veel voor het Evangelie doen, zomaar overkomen. Niet vergeten! zegt Paulus. Christus is opgewekt. En dan weten we ’t weer: Hij leeft. Hij doet het. Dan treedt de ontspanning weer in en voelen we het leven, het leven, weer in ons stromen.
Opgewekt
Hoe Jezus is opgestaan, wordt in de Bijbel niet beschreven. In de evangeliën zien we vrouwen die Jezus tijdens Zijn leven gevolgd hadden naar het graf gaan om Zijn dode lichaam te verzorgen. Als zij bij het graf aankomen, heeft de opstanding al plaatsgevonden. Ze moeten het doen met het bericht dat Jezus is opgewekt van de doden (Matt.28:7).
Ons mag het vertrouwd in de oren klinken – wij kennen dit bericht meest van jongs af aan – voor degenen die het voor het eerst hoorden, betekende het een omkeer van alles waaraan men gewend was. In een wereld waar de dood het einde betekent van ieder mensenleven, waar men niet alleen dood gaat, maar ook elkander doodt, waar niet alleen mensenlevens in de dood eindigen, maar ook alles wat het leven kleur en vreugde geeft, in een wereld waar alles lijkt te eindigen in tranen en droefenis, zoals het ook uit leek te zijn, niet alleen met Jezus’ leven, maar ook met de hoop en de verwachting die Hij mensen gegeven had, in een wereld waarin men een dode enkel nog een laatste eer kan bewijzen, wat de vrouwen die morgen ook aan Jezus wilden doen, in zo’n wereld, die ook de wereld is waarin wij leven, klinkt het ineens: ‘Wat zoeken jullie de Levende bij de doden? Hij is opgewekt.’ (Luk.24:6)
Het kost de vrouwen moeite het bericht van Jezus’ opwekking te geloven. De leerlingen van Jezus, aan wie zij het door proberen te geven, geloven het eerst ook niet (Luk.24:11). Pas als Jezus Zich aan hen laat zien, begint het tot het door te dringen dat het bericht waar is. En zelfs dan twijfelt men nog (Matt.28:17). Jezus heeft er geduld mee (Luk.24:13 e.v.; Joh.20:24 e.v.), want Hij weet hoe diep de dood met de daarbij behorende angst en droefenis in ons bestaan is ingevreten. Dat is er niet zomaar uit. De omzichtigheid en teerheid waarmee Jezus de vrouwen en de leerlingen benadert, hoort er helemaal bij.
Intussen blijft het bericht van de opstanding door alles heen levend, hoeveel moeite het ook kost om het te geloven. Het is Jezus Zelf Die dat bericht onder de mensen levend houdt. Dat het bericht blijft leven, is een wonder op zich. Eerst zijn het – in beperkte kring – de verschijningen van Jezus die het levend houden. En na Pinksteren verspreidt het zich op wereldschaal door het werk van de Heilige Geest."
Dr. J. van Eck uit Lexmond is emeritus predikant. Zijn volledige artikel is te lezen in De Waarheidsvriend. Klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee