"Het wordt tijd voor een nationale dag van schuldbelijdenis in de kerk. Wat wij zien op het gebied van huwelijk, echtscheiding en hertrouwen met een andere partner is buitengewoon ernstig," zegt Willem Lingeman.
Het boek van hem en zijn vrouw heeft de nodige stof doen opwaaien in christelijk Nederland. Ze benadrukken het belang van huwelijkstrouw. "Wij schrikken van de gemakzucht waarmee mensen in sommige kerken opnieuw kunnen trouwen."
‘Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel.’* Lingeman ziet dat dit bijbelvers uit Mattheüs 19 tot de nodige misverstanden leidt. "Mattheüs is in eerste instantie gericht aan de Joden. De zogenaamde uitzonderingsregel had betrekking op het Joodse huwelijk tijdens de fase van ondertrouw. Deze ondertrouw is dan ook niet te vergelijken met onze verloving. In Israël was het huwelijk juridisch al wel gesloten maar leefden man en vrouw nog niet samen. Daarom was in geval van hoererij, een wettelijk document nodig om de ondertrouw te verbreken. Was de laatste fase van het huwelijk reeds voltrokken dan mocht, ook niet vanwege hoererij, de vrouw niet meer verstoten worden. De uitzonderingsregel vinden we dan ook nergens anders meer terug in de Bijbel."
"Mensen mogen ons op basis van de Bijbel aanvallen, maar verwijzen naar ‘een goed boek’ over het huwelijk, vind ik te gemakkelijk"
Gebrek aan bijbelstudie
"Onlangs spraken we met een reformatorische predikant die het niet met onze visie eens is. We legden hem de bijbeltekst: ‘Als je de verlatene trouwt, pleeg je overspel’ voor. Zijn antwoord was: ‘Je moet dat boek van die professor maar eens lezen’. Maar ik mag van een predikant toch wel verwachten dat hij bij een theologisch meningsverschil mij met het woord van God probeert te overtuigen? Volgens mij is dit één van de grote problemen in deze tijd. Als ik de brieven van Paulus leest, wordt duidelijk waarom we ons hier toch echt grondig in moeten verdiepen. In 1 Korinthe 6 lees ik dat overspeligen het koninkrijk van God niet zullen binnengaan. Daarom zou het huwelijk meer prioriteit moeten hebben dan bijvoorbeeld de doop en Israël."
De veelzeggende reactie van de bovengenoemde predikant toont volgens Lingeman ook aan dat gevoel en emotie soms een prominentere plek
innemen dan het diepgaand bestuderen van de Schrift. "Ik spreekmensen die op zondag naar de kerk gaan, lofliederen zingen en de preek beluisteren. Wanneer ik voorstel om over dit vraagstuk nog eens door te praten, hebben velen er geen trek in. Dat vind ik het allerergst als het gaat om de tegenstand waar we tegenaan lopen. Mensen mogen ons op basis van de Bijbel aanvallen, maar verwijzen naar ‘een goed boek’ over het huwelijk, vind ik te gemakkelijk. We mogen met open vizier, een open Bijbel en gevouwen handen een discussie aangaan. Daar sta ik dan ook altijd voor open."
Verlangen naar huisgemeenten
"Soms denk ik dat we terug moeten naar de huisgemeenten in de vroege kerk waarover we in Handelingen lezen. Wanneer we daar onderdeel van zijn, is het niet mogelijk om met onze visies ‘onder te duiken’. Dan ben je veel kwetsbaarder en is het gemakkelijker om een broeder of zuster aan te spreken met vragen als: ‘hoe gaat het eigenlijk in jullie relatie?’ ‘Kan ik iets voor je betekenen?’ In een grote kerkelijke gemeente is het om die reden vaak al te laat. Relaties met gemeenteleden zijn dan oppervlakkiger, waardoor problemen binnen een huwelijk te laat in het licht worden gebracht. Dan heb je ook nog te maken met regels waaraan een kerken- of oudstenraad gebonden is."
"Wanneer ik een leidinggevende functie in een kerkgenootschap zou hebben, zou ik zeggen: ‘We zouden een nationale dag van gebed, rouw en schuldbelijdenis moeten uitroepen’. We moeten weer doordrongen raken van Gods heilzame geboden. Onlangs hoorde ik opnieuw dat een kerkelijke gemeente iemand voor de vierde keer trouwde. Weet je, in het Oude Testament was God keihard toen er sprake was van trouwbreuk. In Ezra 9 en 10 werd het hele volk Israël verantwoordelijk gehouden toen een aantal Joden koos voor gemengde huwelijken. ‘Zodra ik dit hoorde, scheurde ik mijn kleren en mijn mantel. Ik trok het haar uit mijn hoofd en mijn baard, en ging zitten, verbijsterd’, schreef de profeet."
"De zogenaamde uitzonderingsregel had betrekking op het Joodse huwelijk tijdens de fase van ondertrouw"
"Die reactie zegt voldoende. Het wordt tijd dat gelovigen gaan opstaan en zich tegen het relativeren van echtscheiding en hertrouwen met een andere partner verzetten. Ik besef dat een situatie dermate ernstig kan zijn dat een (tijdelijke) scheiding noodzakelijk is. Een dergelijk uit elkaar gaan kan echter nooit de legalisatie zijn van een nieuwe relatie met een andere partner. De weg tot herstel moet open blijven leer ik in mijn Bijbel. Ik ken een vrouw die haar trouwringen heeft klaar liggen voor het moment dat haar man tot bezinning komt en naar haar terugkeert. Het zou mooi zijn als christenen deze houding aanmoedigen en overnemen. Hij heeft Zijn Zoon gestuurd om het weer in orde te maken met ons. Dan moet het ook mogelijk zijn dat het weer in orde komt met een man en een vrouw die elkaar trouw hebben belooft tot de dood hen scheidt."
* Volgens Lingeman is Mattheüs 19:9 in nieuwe vertalingen niet conform de grondtekst vertaald. Zo is 'tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis' toegevoegd in de NBV.
Praatmee