In de tuin van D66-tolerantie is voor het ongeboren leven geen plek

“Het kan wel,” de trotse verkiezingsslogan van D66: gedragen als een etiket van vrijheid. De partij die zegt te staan voor vrijheid en ruimte voor iedere stem. Maar wat blijft er over van dat ideaal als één stem hardnekkig wordt doodgezwegen? De stem van het ongeboren leven: stil, maar aanwezig.
Juist in deze Week van het Leven wringt dat contrast des te meer. Een week om stil te staan bij dat kleine kloppende hartje dat nog niemand hoort, bij dat fragiele begin dat zó vaak geen kans krijgt. In een land dat zegt dat iedereen meetelt, wordt het stil waar het leven het kwetsbaarst is.
D66 noemt het recht op abortus vooruitgang, maar soms is vooruitgang niets anders dan verdwalen in morele mist. De partij die zegt dat iedereen vrij moet kunnen denken, lijkt enkel te luisteren naar wie haar wereldbeeld bevestigt. Zeg dat je tegen abortus bent en de liberale deuren slaan dicht. Zeg dat elk leven telt en je wordt als ouderwets of vrouwonvriendelijk bestempeld. Zo klinkt vrijheid niet; zo klinkt angst voor tegenspraak. De feloranje SGP-campagneborden moeten voor D66 gevoeld hebben als onkruid in hun keurige tuin van “tolerantie”. Daar mag alles bloeien, behalve een andere mening. Zo wordt het geluid van vrijheid steeds eenzijdiger. Democratie is pas écht vrij als ook het zwijgende leven meetelt.




































Praatmee