Trouwen met een ongelovige partner: ja of nee?

Iemand stelde mij onlangs de vraag: āMijn dochter wil trouwen met een ongelovige jongeman; wat moet ik in ās hemelsnaam doen!?ā Het had natuurlijk even goed deze vraag kunnen zijn: Mijn zoon wil trouwen met een ongelovig meisje; wat moet ik in ās hemelsnaam doen!? Vooral dat āin ās hemels naamā is treffend: ja, wat zou de hemel nou van zoān relatie vinden?
Vroeger zeiden ze: āTwee geloven op ƩƩn kussen, daar slaapt de duivel tussenā. Als het bij de kind om niet meer gaat dan hervormd en gereformeerd, mag je als ouder al dankbaar wezen. Maar wat als het om gelovig en ongelovig gaat? Als twee jongeren tot dezelfde denominatie behoren, zijn de ouders misschien allang blij. Het gaat toch niet om ādezelfde kerkā? Het gaat toch om dezelfde geestelijke gezindheid?
Praatmee